Financiële hoofdlijnen
Inleiding
De financiële begroting 2021 is anders opgebouwd dan in voorgaande jaren. T/m 2019 bestond de zomernota uit de voortgangsrapportage van het huidige jaar en de kaderbrief voor de begroting van het volgende jaar. Vanaf begrotingsjaar 2020 is dit n.a.v. de evaluatie van de P&C Cyclus 2019 gewijzigd. De zomernota is vanaf het jaar 2020 de kaderbrief voor de begroting van het volgende jaar. Over de voortgang van het jaar 2020 bent u separaat geïnformeerd via de voortgangsrapportage 2020 die in september in de Raad is besproken en vastgesteld.
De begroting 2021 heeft ook een nieuwe opbouw in vergelijking met voorgaande jaren. De totstandkoming van de begroting 2020 was een uitdagend traject. Dat kwam met name doordat we voor het eerst in jaren geconfronteerd werden met begrotingstekorten. Naar aanleiding hiervan is een financiële scan uitgevoerd door de provincie Overijssel en is intern een evaluatie uitgevoerd op de P&C Cyclus 2019. Beide rapportages doen diverse aanbevelingen. Die worden in deze begroting opgevolgd.
De financiële hoofdlijn uit beide rapporten is dat de gemeente Staphorst moet werken aan een gezonde en structureel sluitende meerjarige exploitatie en dat de reservepositie niet verder aangetast kan worden, mede doordat in de afgelopen jaren nieuwe investeringen zijn gedekt uit reserves waardoor de reservepositie tot een absoluut minimum is teruggebracht.
De systematiek van de lijst met investeringen is losgelaten. In de begroting 2021 is onderscheid gemaakt tussen de volgende categoriëen:
- Bijstelling bestaand beleid
- Nieuw beleid
- Bezuinigingsmaatregelen
Ook wordt het verloop van de begroting 2020 naar de begroting 2021 inzichtelijk gemaakt.
Algemene uitgangspunten
In het kader van het verder versterken van het financieel strategische beleid zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd die de basis zijn voor het opstellen van de meerjarenbegroting 2021-2024:
- Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de eigen financiële beleidsregels van de gemeente Staphorst (zoals de financiële verordening en de nota reserves en voorzieningen) zijn het uitgangspunt.
- De gemeentebegroting moet voldoen aan eisen voor het repressief toezicht die de provincie stelt in hun toezichtkader. De colleges van Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies hebben hiervoor een "gemeenschappelijk toezichtkader (GTK 2020)" vastgesteld. Deze is van toepassing op de begroting 2021 en verder.
- Het financiële kader vormt het coalitieakkoord 2018 - 2022 'samen, voor elkaar!' en de uitwerking hiervan in het collegeprogramma.
- De zomernota 2020 is aan u gepresenteerd op 3 juni 2020. De in deze bijeenkomst ingebrachte reacties zijn bij de samenstelling van deze begroting in de afweging betrokken.
- Oud voor nieuw: de begroting 2020-2023 tastte de reservepositie fors aan. Het is niet reëel om de reservepositie verder te laten verslechteren. Daarom moet nieuw beleid bekostigd worden uit bestaand beleid of bezuinigingen waarbij het uitgangspunt is dat de reservepositie niet verder mag verslechteren dan de stand ultimo de begroting 2020.
- De effecten van de coronacrisis zijn nog niet meegenomen in het structurele financiële beeld. Dit omdat het nog te vroeg is om deze te duiden. Uitgangspunt is dat juist nu de structurele begroting van de komende jaren op orde moet zijn omdat deze mogelijk negatief beïnvloed kan worden vanwege de coronacrisis. De risico’s zullen wel benoemd moeten worden.
- De aanbevelingen vanuit het rapport n.a.v. de financiële scan van de provincie zijn meegenomen in de opzet van deze begroting. Belangrijke uitgangspunten zijn het niet verder aantasten van de reservepositie en het robuuster maken van de exploitatiebegroting waarbij openstaande onderwerpen (zoals omgevingswet, duurzaamheid, dekking tekorten uit reserves) zoveel als mogelijk in de begroting zijn verwerkt.
- Loonsomstijging inclusief sociale lasten op basis van de laatst vastgestelde CAO, verwachte loonstijging van 2,6% in het jaar 2021, de jaren erna is 1,5% per jaar geraamd. Geraamd op maximum functieschaal en medewerker met uitloopschaal op maximum uitloopschaal.
- Prijsindexatie overige budgetten van 1,5% per jaar (voor contracten).
- Bijstelling budgetten verbonden partijen op basis van de begroting 2021 van de diverse verbonden partijen.
1. Samenvatting begrotingssaldo
Begrotingssaldo 2021-2024 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Saldo begroting 2020-2023 | 1.319 | 562 | -632 | -632 |
Mutatie bestaand beleid | -1.031 | -944 | -370 | -348 |
Mutatie nieuw beleid | 692 | 802 | 837 | 712 |
Bezuinigingsmaatregelen | -407 | -357 | -566 | -566 |
Saldo begroting 2021-2024 | 572 | 64 | -731 | -834 |
( bedragen x € 1.000 , positief=nadeel, negatief=voordeel) |
Ten opzichte van de begroting 2020 is het begrotingssaldo in alle jaren verbeterd. Hierna worden de diverse onderdelen (mutatie bestaand beleid, mutatie nieuw beleid en bezuinigingsmaatregelen) nader toegelicht.
2. Bepaling structureel begrotingsaldo
Bepaling incidenteel Saldo |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2.316 |
2.179 |
2.223 |
2.002 |
|
-2.862 |
-2.185 |
-2.217 |
-2.170 |
|
Saldo incidenteel |
-546 |
-6 |
6 |
-168 |
( bedragen x € 1.000 , positief=nadeel, negatief=voordeel) |
Bepaling structurele begrotingssaldo |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
Saldo baten en lasten begroting |
572 N |
64 N |
731 V |
834 V |
Bij / af: Saldo incidenteel |
546 V |
6 V |
6 N |
168 V |
Structurele begrotingssaldo |
1.118 N |
70 N |
737 V |
666 V |
(x €1.000) |
Hier wordt het saldo weergegeven waarbij de begroting en meerjarenraming structureel en reëel in evenwicht zijn. Structureel evenwicht betekent dat structurele lasten door structurele baten worden gedekt. Reëel evenwicht wil zeggen dat de ramingen volledig en realistisch zijn.
In het algemeen geldt voor:
- structurele baten en lasten dat deze tot nadere besluitvorming voor onbepaalde tijd in de begroting staan
- incidentele baten en lasten beïnvloeden het begrotingssaldo incidenteel
Om dit structurele evenwicht te kunnen bepalen is in deze begroting een limitatief overzicht van de incidentele baten en lasten opgenomen (zie bijlage incidentele baten en lasten).
De provincie Overijssel heeft als toezichthouder de wettelijke taak te beoordelen of er sprake is van structureel en reëel evenwicht.
Een consequentie van bovenstaande is dat het structurele begrotingssaldo lager is dan het begrotingssaldo. Immers zijn in de begroting ook uitgaven incidenteel gedekt. De belangrijkste posten betreffen onder andere de mutaties in de reserves: toevoegingen en onttrekkingen. Deze worden als incidenteel aangemerkt. Per saldo is de incidentele dekking jaarlijks hoger. Als gevolg hiervan hebben er in de begroting nog enkele aanvullende bijstellingen plaats gevonden.
3. Opbouw begroting 2021
Begrotingssaldo 2021-2024 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Saldo begroting 2020 | 1.319 | 562 | -632 | -632 |
Bijstelling bestaand beleid | -976 | -814 | -336 | -260 |
Nieuw beleid wettelijk (categorie nieuw beleid) | 366 | 551 | 551 | 391 |
Robuust maken begroting advies provincie (categorie nieuw beleid) | 335 | 270 | 305 | 340 |
Bezuinigingsmaatregelen | -407 | -357 | -566 | -566 |
Saldo zomernota 2020 | 637 | 213 | -678 | -803 |
Bijstelling bestaand beleid (structurele effecten uit de voortgangsrapportage 2020) | 53 | -142 | -47 | -47 |
Saldo voortgangsrapportage 2020 | 690 | 70 | -725 | -850 |
Bijstelling bestaand beleid | -109 | 13 | 13 | 34 |
Nieuw beleid | -9 | -19 | -19 | -19 |
Saldo begroting 2021 | 572 | 64 | -731 | -834 |
( bedragen x € 1.000 , positief=nadeel, negatief=voordeel) |
Exploitatie | Meerjarenraming 2021 | Mutaties Zomernota 2021 | Mutaties Voortgangsrapportage 2021 | Mutaties Begroting 2021 | Begroting 2021 | |
Lasten | 38.479.491 | 293.500 | 32.664 | 87.443 | 38.893.098 | |
Baten | -35.065.853 | -461.000 | 20.763 | -223.839 | -35.729.930 | |
Saldo van baten en lasten voor bestemming | 3.413.638 | -167.500 | 53.427 | -136.397 | 3.163.168 | |
Stortingen | 982.000 | 0 | 0 | 300.000 | 1.282.000 | |
Onttrekkingen | -3.076.469 | -514.000 | 0 | -282.419 | -3.872.888 | |
Mutaties reserves | -2.094.469 | -514.000 | 0 | 17.581 | -2.590.888 | |
Saldo van baten en lasten na bestemming | 1.319.170 | -681.500 | 53.427 | -118.816 | 572.280 |
4. Bijstelling bestaand beleid
Bijstelling bestaand beleid | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Programma 0: September- en decembercirculaire gemeentefonds 2019 | -417 | - 470 | -417 | -417 |
Programma 0: Verwachte korting gemeentefonds vanwege herverdeling | - | 425 | 850 | 850 |
Programma 0: Indexatie loonsom | 130 | 130 | 130 | 130 |
Programma 0: Efficiëntere inrichting en samenwerking welzijn en cultuur | - | -150 | -150 | -150 |
Programma 0: Sport efficiënter inrichten | - | -60 | -60 | -60 |
Programma 1, 6 en 7: Bijstelling budgetten verbonden partijen | 48 | 48 | 48 | 48 |
Programma 2: Extra investering fietspad Kanlaan | 13 | 13 | 13 | 13 |
Programma 3: Bijstelling inkomsten reclamemast | 50 | 50 | 50 | 50 |
Programma 6: Lagere bijdrage Sociale Werkvoorziening | - 800 | -800 | -800 | -800 |
Bijstelling bestaand beleid zomernota 2020 | -976 | -814 | -336 | -336 |
Programma 0: Mei-circulaire 2020 | -52 | -249 | -139 | -139 |
Programma 0: Hogere kosten automatisering | 27 | 27 | 27 | 27 |
Programma 6: Lagere bijdrage COA | 58 | 59 | 60 | 60 |
Alle programma's: Overige mutaties | 20 | 20 | 5 | 5 |
Bijstelling bestaand beleid voortgangsrapportage 2020 | 53 | -142 | -47 | -47 |
Alle programma's: Overige mutaties | -109 | 13 | 13 | 34 |
Bijstelling bestaand beleid begroting 2021 | -109 | 13 | 13 | 34 |
Totaal bijstelling bestaand beleid 2021-2024 | -1.031 | -944 | -370 | -348 |
( bedragen x € 1.000 , positief=nadeel, negatief=voordeel)
In de toelichting op de diverse programma's worden de mutaties nader toegelicht.
5. Nieuw beleid
Nieuw beleid | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Programma 0: Transitiebudget eigen organisatie | 60 | 60 | 60 | 60 |
Programma 1: Veilgheidsregio: vrijwilligers in dienstverband | 40 | 40 | 40 | 40 |
Programma 4: Uitbreiding scholen Rouveen | - | PM | PM | PM |
Programma 6: Nieuwe wet schulddienstverlening per 1-1-21 |
36 | 36 | 36 | 36 |
Programma 6: Nieuwe wet inburgering per 1-1-21 | - | - | - | - |
Programma 7: Hogere uitgaven duurzaamheid structureel | 150 | 150 | 150 | 150 |
Programma 7: Hogere uitgaven duurzaamheid projectgeld | 514 | 487 | 572 | 720 |
Programma 7: Incidentele uitgaven duurzaamheid dekken uit reserve | - 514 | -487 | - 572 | -720 |
Programma 8: Hogere uitgaven omgevingswet | 80 | 160 | 160 | - |
Programma 9: Verduurzaming gemeentehuis (naar energielabel C in 2023) | - | 85 | 85 | 85 |
Programma 9: Interne aanpassingen gemeentehuis | - | 15 | 15 | 15 |
Programma 9: Interne aanpassing politie/samenleving | - | 5 | 5 | 5 |
Nieuw beleid wettelijk zomernota 2020 | 366 | 551 | 551 | 391 |
Programma 0: Kapitaallasten (investeringsbudget voor nieuw beleid) | 25 | 50 | 75 | 100 |
Programma 0: Meerjaren Investeringsprognose | 10 | 20 | 30 | 40 |
Programma 2: Wegenbeheer | 300 | 200 | 200 | 200 |
Programma 9: Gebouwenbeheer: omzetten van reserve naar voorziening | - | - | - | - |
Nieuw beleid Robuust maken begroting advies provincie zomernota 2020 | 335 | 270 | 305 | 340 |
Programma 3: Verhoging toeristenbelasting | -9 | -19 | -19 | -19 |
Nieuw beleid begroting 2021 | -9 | -19 | -19 | -19 |
Totaal nieuw beleid begroting 2021 | 692 | 802 | 837 | 712 |
( bedragen x € 1.000 , positief=nadeel, negatief=voordeel) |
In de toelichting op de diverse programma's worden de mutaties nader toegelicht.
6. Bezuinigingsmaatregelen
Bezuinigingsmaatregelen | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Programma 3: Adoptie van rotondes door derden | 1 | 1 | 1 | 1 |
Programma 8: Instellen ruimtelijk kwaliteitsfonds | 90 | 90 | 90 | 90 |
Programma 2: Zakelijke omgaan met vergunningen K+L | 3 | 3 | 3 | 3 |
Programma 9: Verlagen extern (juridisch) advies | 15 | 15 | 15 | 15 |
Programma 0: Vacature stop (periode van drie maanden geen invulling) | 135 | 135 | 135 | 135 |
Programma 0: 2,5 % bezuinigen op formatie door natuurlijk verloop | - | - | 250 | 250 |
Programma 0: Verlagen inhuur buiten vacatureruimte met 10 % | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 |
Programma 9: Documentatie en vakliteratuur | 5 | 5 | 5 | 5 |
Programma 9: Postverwerking/porti | 5 | 5 | 5 | 5 |
Programma 9: Voorlichting en advertenties | 5 | 5 | 5 | 5 |
Programma 9: Inbesteding schoonmaak gemeentehuis: besparing | 7 | 11 | 11 | 11 |
Programma 6: Adviesraad sociaal domein | 4 | 4 | 4 | 4 |
Programma 0: Besparing wethouder / vergaderkosten / verzekeringen | 98 | 44 | 3 | 3 |
Programma 0: Werkkostenregeling (raad, college organisatie) | 27 | 27 | 27 | 27 |
Programma 0: Burgerinitiatieven | 5 | 5 | 5 | 5 |
Bezuinigingsmaatregelen zomernota 2020 | -407 | -357 | -566 | -566 |
Totaal bezuinigingsmaatregelen | -407 | -357 | -566 | -566 |
(x €1.000) |
In de toelichting op de diverse programma's worden de mutaties nader toegelicht.
7. Meerjaren Investeringsprognose
In aanloop naar de begroting 2021 is een Meerjaren Investeringsprognose opgesteld. Deze prognose bevat vervangingsinvesteringen. In eerste instantie bestaat deze uit de vervangingsinvesteringen in het kader van tractiemiddelen en vervangingsinvesteringen uit de lijst met investeringen cf de systematiek zoals deze t/m de begroting 2020 is gehanteerd. In de lijst met investeringen begroting 2020 zijn meerjarig ook vervangingsinvesteringen opgenomen. Deze zijn in onderstaande tabel verwerkt.
Omschrijving van de investering | Incidenteel (I) | Meerjarenbegroting 2021-2024 | Last begroting 2021 | ||||
of | |||||||
Structureel (S) | |||||||
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||||
Programma 2 | Verkeer en openbare ruimte | |||||||
Herinrichting Staphorst Noordoost fase 4: nieuw materiaal herinrichting | Structureel | 145.000 | res.afs.maats.nut | ||||
Herinrichting Staphorst Noordoost fase 5: nieuw materiaal herinrichting | Structureel | 150.000 | res.afs.maats.nut | ||||
Opzetstrooier nr. 5 (t.b.v. VW crafter) | Structureel - 6 jr. | 38.000 | 6.333 | ||||
Programma 7 | Volksgezondheid en milieu | |||||||
GRP-V 2016-2020 - Jaarschijf 2021 - Jaarschijven 2022 en verder volgen uit nieuw GRP-VI | Structureel | 671.000 | reserve riolering | ||||
Programma 9 | overhead | |||||||
Nieuw t.o.v. LVI 2020: bestelbus met open laadbak | Structureel | 47.000 | |||||
Nieuw t.o.v. LVI 2020: kleine pick-up auto | Structureel |
37.000 |
|||||
Nieuw t.o.v. LVI 2020: Pickup- Bus met laadkraan | Structureel | 55.000 | |||||
Nieuw t.o.v. LVI 2020: Maaiarm grote trekker | Incidenteel | 20.000 | reserve z. bes./grondexpl. |
Het is de bedoeling dat deze lijst met vervangingsinvesteringen in de toekomst verder wordt gevuld zodat ook structureel inzicht wordt verkregen in de vervangingsinvesteringen.
8. Verloop reservepositie 2020-2024
2020 | 2021 | 2022 |
2023 |
2024 |
|
Algemene reserves | |||||
Algemene reserve | 3.400 | 3.400 | 3.400 | 3.400 | 3.400 |
Reserve zonder bestemming | 2.857 | 1.936 | 1.224 | 1.118 | 1.144 |
Reserve voor grondexploitatie | 1.889 | 1.859 | 1.828 | 1.796 | 1.765 |
Saldo algemene reserves | 8.147 | 7.195 | 6.453 | 6.315 | 6.309 |
Bestemmingsreserves | |||||
Reserves dekking afschrijving investeringen | |||||
Reserve afschrijving investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut | 6.975 | 6.686 | 6.391 | 6.118 | 5.840 |
Reserve afschrijving gemeentelijke gebouwen | 11.564 | 10.784 | 10.026 | 9.321 | 8.616 |
Reserve afschrijving vervoermiddelen | 756 | 618 | 467 | 316 | 165 |
Subtotaal reserves dekking afschrijving investeringen | 19.295 | 18.088 | 16.884 | 15.755 | 14.621 |
Reserves t.b.v. kostendekkende tarieven |
|||||
Reserve rioolbeheer | 3.374 | 3.328 | 3.328 | 3.328 | 3.328 |
Reserve matiging afvalstoffenheffing | 128 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal reserves t.b.v kostendekkende tarieven | 3.502 | 3.328 | 3.328 | 3.328 | 3.328 |
Reserves ter egalisatie van kosten |
|||||
Reserve wegenbeheer (verkeersinfra) a. betonwegen b. asfalt- en elementenverharding |
4.000 |
4.000 1.805 |
4.000 1.626 |
4.000 1.431 |
4.000 1.221 |
Reserve gebouwenbeheer | 1.501 | 1.590 | 1.623 | 1.673 | 1.723 |
Reserve automatisering | 71 | 96 | 119 | 139 | 156 |
Subtotaal reserves ter egalisatie van kosten |
7.541 | 7.491 | 7.368 | 7.243 | 7.100 |
Overige reserves met bestemming | |||||
Reserves met bestemming | 590 | 590 | 590 | 310 | 310 |
Reserve dekking nadelig begrotingssaldo '20 - '22 | 821 | 148 | 0 | 0 | 0 |
Reserve zandput Hooidijk | 104 | 104 | 104 | 104 | 104 |
Reserve met bestemmingen | 141 | 129 | 116 | 104 | 103 |
Reserve verkeersontsluiting | 499 | 499 | 499 | 499 | 499 |
Reserve volkshuisvesting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve EPOS | 120 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve duurzaamheid | 226 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve sociaal domein | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve achtergestelde lening Vitens | 81 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve onderhoud combischool Staphorst | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subtotaal overige bestemmingsreserves |
2.582 | 1.470 | 1.309 | 1.017 | 1.016 |
Saldo bestemmingsreserves | 32.923 | 30.377 | 28.890 | 27.343 | 26.066 |
Totaal reserves | 41.070 | 37.573 | 35.343 | 33.658 |
32.375 |
(x €1.000)
Algemene reserves
De algemene reserves betreft de vrij besteedbare reserve. In de nota reserves en voorzieningen is vastgelegd dat de algemene reserve minimaal 3,4 miljoen moet bedragen. De reserve zonder bestemming en de reserve voor grondexploitatie betreffen "vrij besteedbare reserves". De ruimte is echter beperkt om deze reserves nog verder aan te spreken. Door de terugloop van de vrij besteedbare reserves in de afgelopen jaren is het uitgangspunt bij de begroting 2021 dat de vrij besteedbare reservepositie niet verder mag verslechteren. T.o.v. de begroting 2020 is de reserve positie verbetert, met name door het terugdringen van de begrotingstekorten en het overschot in de meerjarenraming van 2023 en 2024.
Reserves dekking afschrijving investeringen
De reserves ter dekking van afschrijving investeringen betreffen reserves die zijn ingesteld om kapitaallasten van investeringen uit afgelopen jaren te dekken. Deze reserves lopen terug doordat de jaarlijkse kapitaallasten van diverse investeringen worden onttrokken uit deze reserve. Als alle investeringen zijn afgeschreven, zijn deze reserves leeg. In de exploitatie is er dan geen budget voor vervangingsinvesteringen doordat de kapitaallasten van de investeringen worden gedekt door een onttrekking uit deze reserves. Bij vervangingsinvesteringen in de toekomst moet dus in de exploitatie ruimte vrij gemaakt worden om deze investeringen ten laste van het begrotingssaldo te brengen. In de begroting 2021 is meerjarig een post opgenomen voor vervangingsinvesteringen in de toekomst om zo ruimte te creëren voor vervangingsinvesteringen die nu nog gedekt worden uit de reserve dekking afschrijving investeringen. Hiermee wordt de begroting meer solide naar de toekomst.
Reserves t.b.v. kostendekkende tarieven
De reserves t.b.v. de kostendekkende tarieven zijn egalisatiereserves. De egalisatiereserve afval is bijna leeg. In de afgelopen jaren zijn de lasten hoger geweest dan de baten waarbij het tekort is gedekt uit de reserve. Vanaf 2021/ 2022 kan dit niet meer waardoor het tarief voor afval gaat stijgen zoals in deze begroting is voorgesteld.
De reserve voor riolering is relatief hoog, in deze begroting is voorgesteld om de rioolheffing voor 2022 te verlagen waarbij deze reserve wordt aangesproken.
Reserves ter egalisatie van kosten
Dit betreffen de egalisatiereserves voor het groot onderhoud van de gebouwen, de egalisatiereserve voor het onderhoud van de wegen en de egalisatiereserve voor automatisering.
Overige reserves
Dit betreffen alle overige reserves met een specifieke bestemming. Aandachtspunt is de reserve sociaal domein. Er is vanaf 2021 geen buffer meer voor het sociaal domein doordat de reserve volledig is gebruikt om o.a. de tekorten in afgelopen jaren op te vangen.