Paragraaf 3 - Financiering

Algemene inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Algemene inleiding op de paragraaf

Algemeen
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut.

Uitvoering financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Uitvoering financieringsfunctie

Naast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 17 van de financiële verordening. In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. De gemiddeld in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening-courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. Op basis van de begroting 2021:

Omvang van de begroting per 1 januari 2021 €39.563
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag €3.362
Totaal vlottende schuld 0
Ruimte € 3.362
(x €1.000)

De gemeente Staphorst overschrijdt de kasgeldlimiet niet, er is een overschot.

B ) Renterisico norm

De renterisico norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2021.  De reguliere aflossing is voor 2021 geraamd op € 0,5 miljoen. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisico norm. Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit:

Berekende renterisiconorm 2021 2022 2023
2024
Begrotingstotaal 39.563 40.160 41.102 41.626
Percentageregeling 20 20 20 20
Renterisiconorm 7.912 8.032 8.220 8.325
(x €1.000) 

 

Renterisico op vaste schuld 2021 2022 2023
2024
Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0
Aflossingen 48 51 0 0
Renterisico 48 51 0 0
Renterisiconorm 7.912 8.032 8.220 8.325
Rente onder risiconorm 7.864 7.981 8.220 8.325
Overschrijding renterisiconorm n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
(x €1.000) 

C ) EMU-saldo
In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU-saldo:

  Begroting 2021
Begroting 2022
Begroting 2023
Begroting 2024
+ 1 Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves -3.438 -2.229 -1.414 -1.271
+ 2
Afschrijvingen t.l.v. exploitatie
1.839 1.937 1.886 1.934
+ 3
Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie 97 98 100 100
- 4
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd 962 236 397 102
+ 5
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bedragen van het Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen
- - - -
+ 6A
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) - - - -
- 6B
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - - - -
- 7
Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 119 74 180 208
+ 8A
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) 1.200 1.340 440 0
- 8B
Boekwinst op grondverkopen 800 900 400 205
- 9
Betalingen t.l.v. voorzieningen 100 100 100 100
- 10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder een van de andere genoemde posten - - - -
11 A
Gaat u deelnemingen verkopen? nee nee nee nee
-11B
Zo ja; boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen - - - -
  Berekend EMU Saldo -2.283 -164 -65 148
  Individuele referentie waarde 1.505 1.505 1.505 1.505
  Tekort of overschot EMU saldo -3.788 -1.669 -1.570 -1.357
(x €1.000) 

In de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte zijn alleen die investeringen meegenomen waarvoor de raad een krediet beschikbaar heeft gesteld. Ook zijn er geen winsten op grondverkopen verwerkt. Deze te verwachten winsten mogen niet in de begroting als (incidentele) baten worden meegenomen.

D ) Liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte

Overzicht van de verwachte financiële positie voor de jaren 2021 tot en met 2024

  Financiële positie
2021 2022 2023  2024
1 Beginsaldo 7.530 5.050 5.219 5.295
Mutaties in financieringssaldo 
2 Saldo mutaties vaste activa 866 1.717 1.659 1.852
3 Mutatie nog te bestemmen exploitatiesaldo 0 0 0 0
4 Saldo mutaties reserves en voorzieningen 3.498 2.228 1.683 1.283
5 Saldo mutaties langlopende schulden 48 51 0 0
6 Mutaties financieringssaldo (2-3-4-5)
-2.680 -562 -24 569
7 Saldo mutaties vlottende activa 200 731 100 100
8 Saldo mutaties vlottende passiva 0 0 0 0
9 Mutaties netto werkkapitaal (7-8)
200 731 76 100
10 Mutaties in liquide middelen (-6 - 9)
-2.480 169 76 669
11 Eindsaldo (1 + 10)
5.050 5.219 5.295 5.964
(x €1.000) 

E ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden zoals deze meegenomen zijn in de begroting van 2021.

Soort Ultimo 2021 Ultimo 2022 Ultimo 2023 Ultimo 2024
Uitgezette gelden op lange termijn 1.571 1.551 1.531 1.511
Uitgezette gelden op korte termijn 5.663 6.137 6.784 8.174
Aandelenbezit 184 184 184 184
Opgenomen gelden lange termijn -51 0 0 0
Opgenomen gelden korte termijn 0 0 0 0
Totaal 7.367 7.872 8.499 9.869
(x €1.000) 

F) Renteschema
Met ingang van 2020 wordt er geen rente meer toegerekend omdat de omslagrente negatief is

G) Rentevisie
Door de huidige onrust op de financiële markten is het lastig een goede verwachting uit te spreken over de ontwikkeling van de rentekosten en rentebaten.