Samenvatting

Financiële samenvatting 2022 - 2025

Terug naar navigatie - Financiële samenvatting 2022 - 2025

  

Exploitatie Realisatie 2020 Actuele Begroting 2021 Begroting 2022 Meerjarenbegroting 2023 Meerjarenbegroting 2024 Meerjarenbegroting 2025
Lasten -38.672.206 -42.280.415 -41.098.876 -41.776.727 -42.172.985 -42.615.430
Baten 37.767.309 36.126.680 38.700.153 39.479.011 40.120.375 40.873.010
Saldo van baten en lasten voor bestemming -904.897 -6.153.736 -2.398.723 -2.297.716 -2.052.610 -1.742.420
Stortingen -1.950.416 -1.061.000 -860.000 -860.000 -860.000 -860.000
Onttrekkingen 3.342.695 6.787.455 3.400.945 3.378.207 3.199.801 2.982.140
Mutaties reserves 1.392.279 5.726.455 2.540.945 2.518.207 2.339.801 2.122.140

Beleidsmatige samenvatting

Terug naar navigatie - Beleidsmatige samenvatting

Inleiding
De begroting 2022 zoals die voor u ligt is structureel in evenwicht, evenals de jaarschijven 2023 t/m 2025. Dat wil zeggen dat de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. 

Begrotingssaldi
De uitkomst van de begroting en meerjarenraming is als volgt:

Begrotingssaldo per jaar 2022 2023 2024 2025
Begrotingssaldo 142 V 220 V 287 V 380 V
(x €1.000 - N = Nadelig, V = Voordelig)

Het begrotingssaldo geschoond voor de incidentele baten en lasten is als volgt:

Begrotingssaldo zonder incidentele baten en lasten 2022 2023 2024 2025
Begrotingssaldo 142 V 220 V 287 V 380 V
Begrotingssaldo onderdeel incidentele baten en lasten 142 V 68 V 245 V 261 V
Begrotingssaldo onderdeel structurele baten en lasten 0 152 V 42 V 119 V
(x €1.000 - N = Nadelig, V = Voordelig)

Zoals u in bovenstaande tabel kunt zien is er sprake van een meerjarig structureel sluitende begroting.

Reserve
Ontwikkeling vrij besteedbare reserves
De vrij besteedbare reserves bestaan uit: de algemene reserve, de reserve zonder bestemming en de reserve grondexploitatie. Echter, de algemene reserve ad € 3,4 miljoen vormt de buffer voor opvang van incidentele nadelen en het weerstandsvermogen. Zie hiervoor ook de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement. Voor de reserve grondexploitatie geldt de bepaling dat deze minimaal een stand moet hebben van 30% van de waarde van de gronden die niet in exploitatie zijn genomen. Feitelijk is de reserve zonder bestemming vrij beschikbaar.

Jaar Algemene reserves Reserve zonder bestemming Reserve begrotingstekort Reserve grondexploitatie
Stand begin 2022 3.400 4.104 847 2.734
Toevoegingen/onttrekkingen   -1.164 -847 -36
Vorming reserve begrotingstekort        
Geraamd begrotingstekort 2022        
Stand eind 2022 3.400 2.940 0 2.698
(x €1.000)

Weerstandsvermogen
De belangrijkste risico's staan vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen.

Voor een beoordeling van de financiële positie is ook een beeld nodig van de balanspositie. Dit wordt uitgedrukt in de kengetallen netto schuldquote, solvabiliteitsratio en het weerstandsvermogen. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen wordt uitgedrukt in het balanstotaal. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de financiële weerbaarheid van de gemeente. De VNG adviseert een minimale ratio van 20%. De gemeente Staphorst zit meerjarig boven de 80%. Het kengetal netto schuldquote, ook wel bekend als de netto schuld als percentage van de inkomsten, geeft een indicatie van de financiële vermogenspositie van een gemeente. Met deze indicator wordt de netto schuld, zoals die zichtbaar is op de balans, uitgedrukt als een percentage van de inkomsten (exploitatie). De adviesgrens is maximaal 130%. De gemeente Staphorst zit voor 2022 op -15%. De weerstandscapaciteit is nog steeds goed. Dit blijkt uit de verhouding tussen het risicoprofiel en het aanwezige weerstandsvermogen (algemene en risicoreserve). Dat is meer dan 8,0. Dit betekent dat voor iedere euro aan risico’s er ruim acht euro aan reserves (algemene reserve en reserve grondexploitatie), post onvoorzien en de nog niet benutte belastingcapaciteit tegenover staan. Per 31 december 2022 bedraagt de stand hiervan: € 10.9 miljoen. Het risicoprofiel bedraagt € 1,2 milj. oftewel: 8,8 en daarmee is het weerstandsvermogen ruim voldoende om alle risico's af te dekken.

Algemene uitkering van het gemeentefonds
De meicirculaire 2021 is verwerkt in de begroting.  Daarnaast is in deze begroting een voorschot op de bijdrage vanwege de jeugdzorgtekorten meegenomen gebaseerd op de uitspraak van de Commissie van Wijzen, de definitieve bedragen worden beschikbaar gesteld in de septembercirculaire 2021. Voor het jaar 2022 betreft het een bijdrage van € 1,314 miljard in de algemene uitkering van het gemeentefonds, voor de jaren 2023 tot en met 2025 mag 75% van de bedragen van de Arbitragecommissie worden meegenomen. In de begroting 2021 is rekening gehouden met een negatieve herijking van het gemeentefonds, deze negatieve herijking is in de begroting 2022 aangepast

De meicirculaire 2021 en de jeugdzorgbijdrage leiden ten opzichte van de begroting 2021 tot de volgende uitkomsten:

  2022 2023 2024 2025
Begroting 2021 22.864 22.911 23.259  
Begroting 2022 24.810 24.721 25.067 25.557
Verschil 1.946 1.810 1.808  
(x €1.000)

Taakstellingen
Schaarse middelen leiden tot ingrijpende en ongewenste maatregelen. Want nood breekt wet, als het geld er niet is kan het ook niet worden uitgegeven. Om de begroting meerjarig sluitend te krijgen zijn er in de afgelopen jaren taakstellingen opgenomen in de meerjarenbegroting waarvan we wisten dat die pijn zouden gaan doen. In 2019 is in de begroting een taakstelling van € 200.000 besparing vanaf 2022 op het budget voor jeugdzorg opgenomen. In 2020 kwam daar de opgave bij om vanaf 2022 € 150.000 te besparen op efficiëntere inrichting en samenwerking welzijn en cultuur en € 60.000 op de uitgaven voor sport(accommodaties).

In juni jl. is bekend geworden dat het rijk eindelijk over de brug zal komen met extra geld voor jeugdzorg, hierdoor ontstaat er ruimte om de uit nood ontstane taakstellingen kritisch tegen het licht te houden en andere keuzes te maken. Vooral ook omdat deze taakstellingen dan wel tot een sluitende meerjarenbegroting hebben geleid, maar op de langere termijn het doel om de kosten in het sociaal domein terug te dringen in het gedrang brengen. Om het verder oplopen van de kosten in te dammen is het nodig om het voorveld te versterken en te investeren in preventie.
In de begroting 2022 worden daarom de volgende taakstellingen er structureel uit gehaald:

  • Begroting 2020: taakstelling jeugdzorg € 200.000
  • Begroting 2021: instellen ruimtelijk kwaliteitsfonds € 90.000, efficiëntere inrichting van sport € 60.000, efficiëntere inrichting en samenwerking welzijn en cultuur € 150.000
  • Zomernota 2021: restant taakstelling diverse budgetten betreft € 237.000. (€ 163.000 is structureel gerealiseerd).

Sociaal domein
Eén van de risicofactoren met potentieel groot financieel effect wordt gevormd door de reeds jaren stijgende kosten voor jeugdzorg en, sinds 2019 met de invoering van het abonnementstarief, ook hard oplopende kosten voor de wmo. Sinds begin 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor (extra) taken vanuit de wet maatschappelijke ondersteuning, de jeugdwet en de participatiewet. De tekorten op de begrote bedragen voor de uitvoering van deze taken, werden tot voor kort opgevangen door de reserve sociaal domein. Deze buffer is er inmiddels niet meer, de reserve sociaal domein is leeg. Met de recentelijk toegezegde extra middelen voor jeugdzorg konden de taakstellingen voor de tot voor kort noodzakelijke besparingen worden geschrapt. Staphorst is tot nu toe één van de weinige gemeenten die de stijgende lijn van de kosten in het sociaal domein in evenwicht heeft met de daarvoor ontvangen gelden vanuit het rijk.

Onroerendezaakbelastingen en lastendruk
Voorgesteld wordt om het komende jaar 2022 een aantal gemeentelijke belastingen en heffingen, naast het inflatiepercentage van 1,5%, aanvullend te verhogen. Het gaat samengevat om:

  • de onroerende zaakbelastingen met + 10%, dit conform het besluit bij de begroting 2020 om de OZB opbrengst (excl. areaal) met 10% per jaar te verhogen t/m 2023;
  • de toeristenbelasting stijgt met € 0,10 van € 0,90 per overnachting in 2021 naar € 1 in 2022;
  • de afvalstoffenheffing stijgt met € 28 van € 209 in 2021 naar € 237 in 2022.

De rioolheffing en het rioolaansluitrecht blijft ongewijzigd.

De gemiddelde lastendruk inclusief inflatiecorrectie (1,5%) per huishouden neemt komend jaar toe met € 63.