Paragraaf 3 - Financiering

Algemene inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Algemene inleiding op de paragraaf

Algemeen
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut.

Uitvoering financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Uitvoering financieringsfunctie

Naast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 17 van de financiële verordening. In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. De gemiddeld in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening-courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. Op basis van de begroting 2022:

Omvang van de begroting per 1 januari 2022 41.099
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag € 3.493
Totaal vlottende schuld 0
Ruimte € 3.493
(x €1.000)

De gemeente Staphorst overschrijdt de kasgeldlimiet niet, er is een overschot.

B ) Renterisico norm

De renterisico norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2022.  De reguliere aflossing is voor 2022 geraamd op € 51.000. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisico norm. Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit: 

Berekende renterisiconorm 2022 2023 2024
2025
Begrotingstotaal 41.099 41.777 42.173 42.615
Percentageregeling 20 20 20 20
Renterisiconorm 8.220 8.355 8.435 8.523
(x €1.000) 
Renterisico op vaste schuld 2022 2023 2024
2025
Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0
Aflossingen 51 0 0 0
Renterisico 51 0 0 0
Renterisiconorm 8.220 8.355 8.435 8.523
Rente onder risiconorm 8.169 8.355

8.435

8.523
Overschrijding renterisiconorm n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
(x €1.000) 

C ) EMU-saldo
In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU-saldo:

  Begroting 2022
Begroting 2023
Begroting 2024
Begroting 2025
+ 1 Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves -2.399 -2.298 -2.053 -1.742
+ 2
Afschrijvingen t.l.v. exploitatie
1.797 2.034 2.167 2.199
+ 3
Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie 401 367 369 370
- 4
Investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd 4.477 2.742 502 543
+ 5
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bedragen van het Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen
- - - -
+ 6A
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) - - - -
- 6B
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - - - -
- 7
Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.  625 612 - -
+ 8A
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)  1.026 1.032 - -
- 8B
Boekwinst op grondverkopen 401 420 - -
- 9
Betalingen t.l.v. voorzieningen 175 997 137 304
- 10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder een van de andere genoemde posten - - - -
11 A
Gaat u deelnemingen verkopen? nee nee nee nee
-11B
Zo ja; boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen - - - -
  Berekend EMU Saldo -4.853 -3.636 -156 -20
  Individuele referentie waarde 1.501 1.501 1.501 1.501
  Tekort of overschot EMU saldo -6.354 -5.137 -1.657 -1.521
(x €1.000) 

In de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte zijn alleen die investeringen meegenomen waarvoor de raad een krediet beschikbaar heeft gesteld. Ook zijn er geen winsten op grondverkopen verwerkt. Deze te verwachten winsten worden niet in de begroting als (incidentele) baten worden meegenomen.

D ) Liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte

Overzicht van de verwachte financiële positie voor de jaren 2022 tot en met 2025:

  Financiële positie
2022 2023 2024  2025
1 Beginsaldo 5.050 1.721 -1.906 -575
Mutaties in financieringssaldo 
2 Saldo mutaties vaste activa -2.466 -607 1.727 1.772
3 Mutatie nog te bestemmen exploitatiesaldo 0 0 0 0
4 Saldo mutaties reserves en voorzieningen -2.111 2.903 1.790 1.668
5 Saldo mutaties langlopende schulden 51 0 0 0
6 Mutaties financieringssaldo (2-3-4-5)
-406 -3.510 -63 104
7 Saldo mutaties vlottende activa -2.898 -117 1.394 50
8 Saldo mutaties vlottende passiva 25 0 0 0
9 Mutaties netto werkkapitaal (7-8)
-2.923 -117 1.394 50
10 Mutaties in liquide middelen (6-9)
-3.329 -3.627 1.331 154
11 Eindsaldo (1 + 10)
1.721 -1.906 -575 -421
(x €1.000) 

E ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden zoals deze meegenomen zijn in de begroting van 2022.

Soort Ultimo 2022 Ultimo 2023 Ultimo 2024 Ultimo 2025
Uitgezette gelden op lange termijn 1.651 1.627 1.570 1.501
Uitgezette gelden op korte termijn 1.711 0 0 0
Aandelenbezit 184 184 184 184
Opgenomen gelden lange termijn 0 0 0 0
Opgenomen gelden korte termijn 0 -1.916 -585 -431
Totaal 3.546 -105 1.169 1.254
(x €1.000) 

F) Renteschema
Met ingang van 2020 wordt er geen rente meer toegerekend omdat de omslagrente negatief is.

G) Rentevisie
Door de huidige onrust op de financiële markten is het lastig een goede verwachting uit te spreken over de ontwikkeling van de rentekosten en rentebaten.