Paragraaf 1 - Weerstandsvermogen en risicomanagement

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Algemeen
De paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement geeft aan hoe solide de financiële huishouding van de gemeente is. Een financieel weerstandsvermogen is van belang wanneer zich financiële tegenvallers voordoen. Als beleidsuitgangspunt is gekozen dat het beleid wordt vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement (raad 26 september 2017). Vervolgens vindt in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement van de begroting en rekening een actualisatie en een verantwoording plaats.

Bepaling weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen van de gemeente over de risicogevoeligheid is de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van een opgetreden risico op te vangen. Dit is de verhouding van de hierboven beschreven beschikbare en noodzakelijke weerstandscapaciteit (om mogelijk risico´s af te dekken). Hierbij is de impact van de risico’s vastgesteld op een zekerheidspercentage van 90%. Uit deze verhouding komt een ratio, waar een kwalificatie aan wordt gegeven. Deze is als volgt benoemd in de beleidsnota:

  Ratio weerstandsvermogen Kwalificatie
A ≥ 2,0 Uitstekend
B ≥ 1,4 en < 2,0 Ruim voldoende
C ≥ 1,0 en < 1,4 Voldoende
D ≥ 0,8 en < 1,0 Matig
E ≥ 0,6 en < 0,8 Onvoldoende
F ≤ 0,5

Ruim onvoldoende

We moeten minimaal aan kwalificatie A voldoen. Dit is vastgesteld in de beleidsnota. Voor het begrotingsjaar 2020 komt het weerstandsvermogen uit op 4,3

Conclusie: Als gevolg van de vermindering van de vrij beschikbare reserves daalt het weerstandsvermogen aanzienlijk, maar is nog voldoende 'robuust' om eventuele risico's op te vangen.
Opbouw paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement

Om de paragraaf leesbaar te houden, wordt de problematiek slechts in grote lijnen behandeld. Een meer gedetailleerde analyse is terug te vinden in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement. In deze paragraaf wordt een berekening gemaakt van het weerstandsvermogen (onderdeel A), waarbij de weerstandscapaciteit (onderdeel B) opnieuw is bepaald aan de hand van actualiteit en de risico´s (onderdeel C), zoals deze zijn benoemd in de nieuwe nota . Tenslotte de set met verplichte kencijfers (onderdeel D). Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De kengetallen en de beoordeling geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht aan raadsleden over de financiële positie van hun gemeente.

A | Ontwikkeling weerstandsvermogen 2020

Terug naar navigatie - A | Ontwikkeling weerstandsvermogen 2020

Grafisch weergegeven leidt het weerstandsvermogen tot onderstaande opstelling voor het jaar 2020:

WEERSTANDSCAPACITEIT RISICO'S
Algemene reserve Programma 1
Reserve Grondexploitatie Programma 2
Post onvoorzien  enz.
Onbenutte belastingcapaciteit  enz.
   

€ 8.013

€1.856

 

WEERSTANDSVERMOGEN =
BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT / IMPACT RISICO’S BIJ 90% ZEKERHEID

Weerstandsvermogen 4,3

Passen we deze ratio toe op de tabel, zoals benoemd in de beleidsnota, dan is de kwalificatie:

A - (meer dan) uitstekend

Ontwikkeling
De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is als volgt:

Bedragen x € 1.000 Rekening 2016 Nota 2017
Rekening 2017 Rekening 2018 Begroting 2019
Begroting 2020
Weerstandscapaciteit 11.945 21.623 15.451 16.369 11.483
 8.013
Risico's 1.646 1.506 1.581 1.796 1.766
1.856
Weerstandsvermogen 7,3 14.3 9.8  9.1 6,5
 4,3

De daling in 2020 wordt mede veroorzaakt door het instellen van de in 2020 nieuw te vormen reserve dekking nadelig begrotingssaldo 2020 -2022 ( € 3,7 milj), welke daardoor geen deel meer uitmaakt van de vrij beschikbare reserves.

B | Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - B | Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt bepaald:

Incidentele weerstandscapaciteit Begroting
1 | Algemene reserve 3.400
2 | Reserve zonder bestemming 1.428
3 |Reserve Grondexploitatie 1.362
4 | Post onvoorziene uitgaven 34
Totaal incidentele weerstandscapaciteit 6.224
(x €1.000)

 

Structurele weerstandscapaciteit Begroting
5 | Post onvoorziene uitgaven p.m.
6 | Onbenutte belastingcapaciteit 1.789
7| Begrotingsruimte 0
8 | Bezuinigingen 0
Totaal structurele weerstandscapaciteit  1.789
(x €1.000)

 

Totaal bedrag weerstandscapaciteit 8.013
(x €1.000)

Toelichting
AD 1 | Algemene reserve
De stand van de algemene reserve is aan het eind van het jaar 3,4 miljoen euro.
Dit is conform het vastgestelde beleid zoals vastgesteld in de nota reserves en voorzieningen: per inwoner € 200.

Per 1 januari 2019 heeft de gemeente ruim 17.000 inwoners.

De reserve is dan ook overeenkomstig nota reserves en voorzieningen 2019 verhoogd met 0,1 miljoen van 3,3 miljoen tot 3,4 miljoen.

AD 2 | Reserve zonder bestemming
De reserve zonder bestemming geeft aan het einde van 2020 een verwacht saldo van € 1.428.000 (zie tabel 1). De daling wordt mede veroorzaakt door het instellen van de in 2020 nieuw te vormen reserve dekking nadelig begrotingssaldo 2020 -2022.

AD 3 / Reserve Grondexploitatie
De reserve grondexploitatie geeft naar verwachting aan het einde van 2020 een saldo van € 1.362.000 ( zie tabel 2). De reserve wordt in 2020 afgeroomd tot bijna 30% (minimaal volgens nota reserves en voorzieningen) van de strategische gronden ten gunste van de reserve zonder bestemming.

AD 4| Post onvoorziene uitgaven

Bij het begin van het begrotingsjaar wordt deze gesteld op € 2,- per inwoner ( totaal € 34.000).

AD 5 | Post onvoorziene uitgaven

Is al verwerkt bij 4, leidt anders tot dubbeltellingen

AD 6 | Onbenutte belastingcapaciteit

Gemeente Staphorst kan haar belastingen verhogen en heffingen kostendekkend maken om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale heffings- en belastingtarieven en de begrote opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit richt zich op de gemeentelijke heffingen: de OZB, de afvalstoffen¬heffing, het reinigingsrecht en het rioolrecht. Voor Staphorst geldt dat riool- en afvalrecht kostendekkend is. Er is sprake van onbenutte belastingcapaciteit wanneer het gemeentelijke OZB-tarief lager is dan het normtarief voor artikel 12-gemeenten en/of wanneer de ander genoemde tarieven niet kostendekkend zijn. Dit normtarief wordt elk jaar in de meicirculaire bekend gemaakt en bedraagt voor het jaar 2020 0.1853 Tot en met rekening 2018 werd de ruimte binnen de OZB gepresenteerd zijnde het verschil tussen de tarieven van de gemeente Staphorst en het zgn rekentarief van het ministerie in de algemene uitkering. Dit was echter niet correct, waardoor de ruimte in de OZB afgelopen jaren als te laag is gepresenteerd.

De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit staat in tabel 3.

AD 7 | Begrotingsruimte

De begroting 2020 sluit met een negatief saldo van € 2.003.000. Voor dit saldo is al een onttrekking gedaan uit de Algemene Reserve ( instellen bestemmingsreserve nadelig begrotingsresultaat 2020-2022). Dit saldo is dus al verwerkt bij 2 en leidt anders tot dubbeltellingen.

AD 8 | Bezuinigingen

De begroting 2020 sluit met een negatief saldo van € 2.003.000. In dit saldo zijn reeds bezuinigingsmaatregelen opgenomen ter grote van €1.012.000 (ombuigingen € 460.000 en inkomstenverhoging € 552.000, zie dekkingsplan). Deze zijn dus al verwerkt in het begrotingssaldo en hier niet weer meenemen, leidt anders tot dubbeltellingen.

Tabel 1: Berekening saldo reserve zonder bestemming
  Saldo 01-01-2019 4.840
Eenmalige dekking investeringen 2019 -4.345
Toevoegingen jaar 2019 (rekeningsaldo 2018)
+85
Saldo 31-12-2019 580
Eenmalige dekking investeringen 2020 -1.438
Onttrekking in 2020 t.g.v. reserve dekking nadelig begrotingssaldo 2020 -2022
-3.885
Toevoegingen 2020 van andere reserves
+6.171
Saldo 31-12-2020 1.428
(x €1.000)
Tabel 2: Berekening saldo reserve grondexploitatie (x €1.000)
  Saldo 01-01-2019 6.452
Onttrekkingen 2019 -338
Toevoegingen jaar 2019 -
Saldo 31-12-2019 6.114
Onttrekkingen 2020 -4.752
Toevoegingen 2020 0
Saldo 31-12-2020 1.362
(x €1.000)
Tabel 3:
Soort belasting  Norm opbrengst
 Opbrengst Staphorst  Onbenutte belastingcapaciteit
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  Totale waarde (x €1.000) Norm Tarief landelijk
Tarief Staphorst
     
OZB 2.421.909 0,1853 0,1351 4.487 3.273 *1.214 
Leges Burgerzaken
513 258 255
Begrafenisrechten 401 340 61 
Volkshuisv / RO procedures 877 618 259
Totaal bedrag 6.278 4.489 1.789

(x €1.000)

*De onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd op de OZB in 2020 inclusief de verhoging. Wanneer de OZB in de jaren 2021-2023 ook met jaarlijks 10% worden verhoogd, is de onbenutte belastingcapaciteit ultimo 2023 nagenoeg nihil.

C | Risicobeheersing

Terug naar navigatie - C | Risicobeheersing

Om de risico’s van Gemeente Staphorst in kaart te brengen is eind 2017 nieuw risicoprofiel opgesteld, welke deel uitmaakt van de opnieuw vastgestelde nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing ( eind 2017). Aan de hand van een risicosimulatie kunnen bij een zekerheid van 90% alle risico’s worden afgedekt met een bedrag van € 1.508.810 (benodigde weerstandscapaciteit). Dit is een van de uitgangspunten in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement. Voor een uitgebreide uitleg van bovenstaande systematiek en de berekening hiervan inclusief het complete overzicht van alle risico’s, verwijzen wij u naar de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing van eind 2017. Voor deze begroting dient bovenstaande nota als "input". Jaarlijks vindt er vervolgens een "update" plaats van alle benoemde risico's en mogelijk worden nieuwe risico's benoemd. Dit leidt tot onderstaande indeling:

1 | Mutaties geïdentificeerde risico´s in de nota;
2 | Periodiek overleg MT / Risicomanager / benoemen nieuwe risico’s;
3 | Opgenomen risico’s met meeste impact na aanpassing.

Samenvatting:

Risicobedrag / weerstandscapaciteit na vaststellen rekening 2018:   € 1.796.310
Mutaties geïdentificeerde risico's nota  +€60.000
 
Nieuwe risico's €0
 
 Toename risicobedrag   €60.000
Totaal nieuw risicobedrag/ weerstandscapaciteit begroting 2020 € 1.856.310

Dit bedrag wordt opgenomen bij het bepalen van weerstandsvermogen.

1 | Mutaties geïdentificeerde risico’s in de nota

Conform de nota Weerstandsvermogen heeft er tussen het MT en de risicomanager een overleg plaatsgevonden over mogelijke risico’s. Dit heeft geleid tot aanpassing van onderstaande, bestaande risico's met bijbehorend risicobedrag.

Programma Risico Toelichting Nieuw risico? Risico-bedrag
Netto bedrag
Mogelijke beheersmaatregelen

0 Algemeen Bestuur en Organisatie

De geraamde ruimte in het BCF plafond valt lager uit dan geraamd is bij het opstellen van de begroting. Tot en met 2018 is de ruimte onder het BCF-plafond, meegenomen als onderdeel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Met ingang van 2019 wordt in de circulaires voorafgaand aan het begrotingsjaar geen rekening meer gehouden met bevoorschotting via de algemene uitkering. In de toekomst wordt jaarlijks bij de septembercirculaire van dat jaar een nieuw voorschot gegeven. Dat voorschot wordt vervolgens afgerekend bij de meicirculaire in het volgend jaar. In de begroting wordt wel rekening gehouden met een overschot, mocht dit een stuk lager uitvallen, dan ontstaat er een tekort nee
€385.000
-€192.500
De geraamde ruimte onder het BCF plafond wordt niet meegenomen als mogelijke opbrengst in de begroting, gezien de onzkerheid ervan. Daardoor geen risico meer.

0 Algemeen Bestuur en Organisatie

Het verliezen van de grip op of tegenvallende exploitatieresultaten van de verschillende samenwerkingsvormen of gesubsidieerde instellingen ( dienstverlening moet wel op peil blijven) kan leiden tot extra kosten of minder dividend. Het kan hier gaan om de verschillende deelnemingen in Reestmond, Rendo, Vitens, Essent Rova enz, maar ook om de muziekschool, bibbliotheek museumboerderij. De verkoop van een deelneming leidt tot lagere renteopbrengsten ipv dividendopbrengsten. Een andere verdeelsleutel binnen een verbonden partij kan leiden tot een hogere bijdrage aan deze verbonden partij. Denk hierbij aan verdeelsleutel bij de Veiligheidsregio of Reestmond (inkoopcombinatie) Ook kan gedacht worden aan het opzetten van de RUD, de nieuw opgerichte organisatie Veilig Thuis IJsselland en de RSJ Jeugdzorg. Ook kan het verkopen van mogelijke gezonde onderdelen van een bedrijf leiden tot andere verhoudingen met deze partijen, waardoor de grip verloren gaat wat resulteert in (te) laat kunnen bijsturen nee
 €300.000 0
Dit is een risico wat continue speelt. In de begroting 2020 en verder worden de bedragen opgenomen, zoals deze door de GR's worden aangeleverd. Daardoor is bijv de bijdrage aan Reestmond in de begroting aanzienlijk verhoogd. Het risico blijft bestaan. Het beheersen van dit risico blijft lastig. Dit is voor de secretarissenkring IJsselland aanleiding geweest om als 11 gemeenten een gecoördineerde actie op te zetten richting verbonden partijen om ook van hen een financiële inspanning te vragen en een bijdrage aan deze bezuinigingen te laten leveren (het betreft de Veiligheidsregio, de Omgevingsdienst, de GGD en de RSJ). Risico blijft bestaan.

6 Sociaal Domein

Het ontbreken van een plafond of maximum voor een aantal uitgaven wat leidt tot sterk stijgende uitgaven (open einde regelingen). 1. Leerlingenvervoer
2. Wet maatschappelijke ondersteuning 3. Jeugdzorg
4. Wet Werk en Bijstand
5. Wet inburgering" ( extra opvang vluchtingen leidt ook tot extra belasting voor gemeente en vluchtingenwerk)
nee €250.000 0 De kosten voor Jeugdzorg nemen toe in de toekomst en worden dan ook als zodanig begroot, waarbij wel rekening is gehouden met de toegang van 0 tot 100, wat in de toekomst moet leiden tot een vermindering van de kosten. Een overschrijding van de budgetten WMO/Jeugd gaat voorlopig nog ten laste van de reserve sociaal domein, echter deze is niet onuitputtelijk. Risico blijft bestaan.

Overhead

De kans bestaat dat stortingen onvoldoende zijn om de onttrekkingen voor het onderhoud van kapitaalgoederen niet in evenwicht zijn bij uitvoering van (groot) onderhoud/vervanging van huidige kapitaalgoederen wat leidt tot uitstel waardoor derden schadeclaims indienen. Tevens zijn door bezuinigingen de stortingen/ onttrekkingen aangepast, waardoor risico loopt van onvoldoende gelden voor uitvoering. De gemeente Staphorst beschikt momenteel over 4 beheerplannen om het risico beperkt te houden:
1. rioolbeheerplan
2. wegenbeheerplan
3. gebouwenbeheerplan
4. groenbeheerplan
nee was €75.000
wordt €150.000
+€97.500 In de toekomstige begrotingen is sprake van het verlagen van het onderhoudsniveau groen, waardoor de kans op dit risico aanzienlijk toe kan nemen: achterstallig onderhoud, zwaardere onderhoudsmaatregelen, renovaties) Ook het uitstellen van investeringen in eigen gebouwen ( gemeentewerf/gemeentehuis) kan leiden tot extra onderhoudskosten. De kans dat dit risico zich gaat voordoen willen we dan ook verhogen tot 90% en het bedrag tot € 150.000 De toename van het risicobedrag bedraagt dan € 97.500 ( was 50% van € 75.000, wordt 90% van € 150.000)

9 Overhead

Het niet voldoende functioneren van personeel of onvoldoende personeel, wat leidt tot extra kosten. Er bestaat een risico dat beslissingen niet op tijd worden genomen door capaciteitstekort ivm bezuinigingen op personeel. Te late beslissingen, termijnoverschrijdingen zou kunnen leiden tot extra bezwaar/beroepsschriften. Ook zouden er mogelijke wachtgeldverplichtingen kunnen ontstaan, rentegratietrajecten of schadeclaims door beroepsziekte bij uitvoerend personeel. Ook zou een kwantitatief en kwalitatief tekort van personeel kunnen leiden tot extra inhuur van externen, wat leidt tot extra kosten nee was €100.000
wordt €250.000
+€155.000 Er is op dit moment sprake van een aantal formatieve knelpunten, waardoor dit risico zeer actueel is. Het bedrag kan dan ook weer verhoogd worden tot het oorspronkelijke bedrag van € 250.000,- , de kans dat dit voorkomt wordt verhoogd tot 90% Dit leidt tot toename risicobedrag met € 155.000 ( was 70% van €100.000, wordt 90% van €250.000).
Totaal mutaties bestaande risico's begroting 2019      +€60.000
 

2 | Periodiek overleg tussen MT en risicomanager
Conform de nota Weerstandsvermogen heeft er tussen het MT en de risicomanager een overleg plaatsgevonden over mogelijke risico’s. Naast aanpassing van de bestaande risico's zijn er geen nieuwe risico's gesignaleerd.

3 | Op genomen risico’s met meeste impact na aanpassing risicoprofiel
Na verwerking van voorgaande mutaties in nieuwe en bestaande risico’s, ontstaat onderstaand overzicht. Hierin presenteren we u de 10 risico’s met de meeste impact, als die zich voordoen.

Nr Programma Risico Kans Max. financieel gevolg
1 0 | Algemeen bestuur en organisatie Het verliezen van de grip op of tegenvallende exploitatieresultaten van de verschillende samenwerkingsvormen of gesubsidieerde instellingen
( dienstverlening moet wel op peil blijven) kan leiden tot extra kosten of minder dividend.
70% €300.000
2
9 | Overhead Het niet voldoende functioneren van personeel of onvoldoende personeel, wat leidt tot extra kosten. 90%
€250.000
3 0 | Algemeen bestuur en organisatie Het ontbreken van een stabiel perspectief van de algemene uitkering uit het gemeentefonds kan leiden tot een vermindering van inkomsten 70% €250.000
4 Overig Grote projecten kunnen leiden tot risico’s die niet afgedekt zijn. 50% €300.000
5 6 | Sociaal domein Invoering decentralisaties leidt tot hogere kosten dan begroot. Door het Rijk zijn deze decentralisatie gepaard gegaan met een bezuiniging van 25% 90% €150.000
6
9 | Overhead De kans bestaat dat stortingen onvoldoende zijn om de onttrekkingen voor het onderhoud van kapitaalgoederen niet in evenwicht zijn bij uitvoering van (groot) onderhoud/vervanging van huidige kapitaalgoederen wat leidt tot uitstel waardoor derden schadeclaims indienen. Tevens zijn door bezuinigingen de stortingen/ onttrekkingen aangepast, waardoor risico loopt van onvoldoende gelden voor uitvoering 90%
€150.000
7 6 | Sociaal domein Het ontbreken van een plafond of maximum voor een aantal uitgaven wat leidt tot sterk stijgende uitgaven ( open end regelingen) 70% €150.000
8 9 | Overhead De complexiteit van informatievoorziening/beveiliging kan leiden tot hogere kosten dan voorzien 50% €200.000
9 0 | Algemeen bestuur en organisatie Politieke beslissingen van het Rijk, die leiden tot lagere inkomsten of hogere afdrachten 50% €200.000
10 0 | Algemeen bestuur en organisatie Het onjuist gebruiken maken van persoonsgegevens/privacygegeven i.k.v. de nieuwe AVG kan leiden tot een boete die kan oplopen tot 4% van de omzet 30% €300.000
Totaal aantal grote risico's
€2.250.000

D | Kengetallen financiële positie

Terug naar navigatie - D | Kengetallen financiële positie

Interpretatie van de financiële positie is voor gemeenteraden lastig. Veel gemeenten willen zich daarom onderling vergelijken, maar dat was tot op heden niet mogelijk door het ontbreken van een standaard-definitie of een set van financiële kengetallen. Gezien het stijgende belang van toekomstbestendigheid van gemeenten, een grotere druk op doelmatigheid en een steeds diverser wordende context (ontwikkeling van financiële producten, meer verbonden partijen, meer taken zoals bijvoorbeeld in het sociaal domein, is het belang van inzicht in de financiële positie toegenomen.
Het BBV heeft voorgeschreven dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen.

Naast het opnemen van de tabel met de basisset moet een beoordeling gegeven worden van de onderlinge verhoudingen van de kengetallen, in relatie tot de financiële positie van onze gemeente.
De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie van de medeoverheid is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Zonder normering zijn de kengetallen moeilijk te duiden. In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is de volgende normering opgenomen. Bij de normering is aansluiting gezocht bij de normering zoals voortgevloeid is uit onder meer de stresstest van 100.000+ gemeenten.

Hierdoor ontstaat onderstaande tabel, waarbij categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Kengetallen financiële positie Categorie
A B C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsrisico >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte Begr. en mrj >0% Begr. of mjr >0% Begr. en mjr<0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%
Als beleidsuitgangspunt wordt genomen dat getracht wordt alle kencijfers te laten voldoen aan het minst risicovolle profiel is A.

Signaleringsoverzicht
Bovenstaande kerncijfers en de ontwikkeling ervan in de gemeente Staphorst leidt tot onderstaand signaleringsoverzicht:

Kengetallen financiële positie Werkelijk Begroting
2016
2017 2018
2019 2020 2021 2022
2023
Netto schuldquote -61
-67 -70
-38 -19 -12 -9 -9
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen -58
-64 -67
-36 -18 -10 -9 -8
Solvabiliteitsrisico 88
89 89
87 88 87 87 86
Grondexploitatie 21
17 18
20 18 17 16 15
Structurele exploitatieruimte 8
1 8
0 0 0 0 0
Belastingcapaciteit 91
91 91
94 95      

Op deze wijze is de ontwikkeling van de kencijfers goed te monitoren en zie je ontwikkeling ook in samenhang met elkaar. 

Aan het beleidsuitgangspunt dat alle kencijfers moeten voldoen aan het minst risicovolle profiel wordt voldaan.

Toelichting:
De netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen (negatief teken is geen schuld) Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Staphorst is één van de weinige gemeenten in Nederland die per saldo geen schuld heeft. Dit zijn er per eind 2016 van de 388 gemeenten 53 (bron Waar staat je gemeente). De afname in 2019 en 2020 t.o.v. de voorgaande jaren komt door geplande grote investeringen, die nog geen aanvang hebben genomen od nog niet zijn afgerond en waar geen rekening is gehouden met mogelijke te ontvangen subsidies. De afname in 2020 en 2021 komt ook door de verwachte begrotingstekorten over de jaren 2020 tot en met 2022

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter in staat om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Het percentage voor de gemeenten per 31 december 2016 loopt van -37% tot 87% (bron Waar staat je gemeente). Vijf gemeenten hadden een negatief solvabiliteitsratio. Van alle gemeenten heeft de gemeente Staphorst de beste solvabiliteitsratio. Vier gemeenten hebben een solvabiliteitsratio van boven de 80% (bron Waar staat je gemeente). De solvabiliteitsratio is voor onze gemeente dan ook bijzonder goed.

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Deze waarde moet in de komende jaren worden terugverdiend bij de verkoop van de gronden. De stijging in 2016 is veroorzaakt doordat er geïnvesteerd is in met name het industrieterrein Bullingerslag (aankoop gronden en bouwrijp maken). De daling vanaf 2017 komt door de grondverkopen en lage kosten bouwrijp maken.

Het kengetal structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn (een sluitende begroting met geen of een klein saldo op onvoorzien).

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente of provincie zich verhoud ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De gemiddelde lastendruk per woning is in onze gemeente in 2020 € 698. Dit is lager het landelijk gemiddelde in 2019 van € 740. (bron: Coelo - Waar staat je gemeente).


Overige kengetallen
In de nieuw vastgestelde financiële verordening 2017 is in artikel 18 opgenomen dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement bij de begroting en de jaarstukken, het college, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (zijn de kencijfers van bovenstaande tabel) in ieder geval opneemt:

- de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner;
- het saldo van de baten en lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves als percentage van de inkomsten;
- de onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting als percentage van de inkomsten.

Dit leidt tot onderstaande tabel:

Indicator Rek. 2017
Rek. 2018 Begr. 2019 Raming 2020 Raming 2021
Raming 2022
Raming 2023
Netto schuld per inwoner -1.315
-1.426 -704 -270 -121 -101 -93
Saldo baten lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van de reserves als percentage van de inkomsten +0,91%
 -3,40% -10,39% -12,08 -9,56 -5,78 -2,21
Onbenutte belastingcapaciteit ozb als percentage van de inkomsten 0.07%
0.27%
-0,17%
3,55%