Paragraaf 8 - Sociaal domein

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Met ingang van 2015 zijn de gemeenten op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. De decentralisaties zijn  in 2015 gepaard gegaan met een toevoeging van ruim € 10 miljard aan het gemeentefonds. Hiertoe is het deelfonds sociaal domein in het leven geroepen, een tijdelijke bijzondere uitkeringsvariant binnen het gemeentefonds. Vanuit het deelfonds komen er middelen beschikbaar voor de gemeente. De ontwikkeling hiervan is:

Soort Werkelijk 2018
Begroot 2018
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
 WMO  1.668 1.651
1.844
2.147
 Jeugd  2.810 2.742
2.563
2.463
 Participatiewet  1.329 1.264
1.374
1.315
Totaal 5.807
5.715
5.781
5.926

Vanaf het jaar 2019 is er geen sprake meer van een apart deelfonds sociaal domein en zullen de budgetten voor WMO, Jeugd en Participatie integraal onderdeel uitmaken van het gemeentefonds, waarbij diverse verdeelsleutels worden gebruikt.

Het zorglandschap is de afgelopen jaren sterk veranderd. Dat vraagt dan ook een nieuwe oriëntatie op welke wijze de gemeente om wil gaan met de organisaties in het maatschappelijk middenveld ofwel de eerstelijn. Het versterken van de eerstelijn is een belangrijke voorwaarde om de verandering van ‘zwaar naar licht’ te kunnen waarmaken. Ook het resultaatgericht inkopen en het samenvoegen van het CJG en het CWO draagt bij aan die transformatie. Het jaar 2018 heeft in het teken gestaan van verbinding tussen de verschillende domeinen, verandering in de manier van denken en het werken aan slimme oplossingen.  Thema's die in 2018 opgepakt zouden worden voor verder uitwerking zijn:
- Integraal budget sociaal domein
- Harmonisatie beleid sociaal domein
- Integrale aanpak statushouders
- Integrale aanpak 16 – 27 jarigen
- Integraal preventieplan


Deze onderdelen komen terug bij de uitwerking per decentralisatie, waarbij ingegaan wordt op:

»     Wat is er gerealiseerd

»     Wat heeft het gekost?

Verder zullen we ingaan op het reserve sociaal domein: Wat is de stand en hoe is deze gedurende het jaar 2017 gevoed.  Dit leidt tot de volgende indeling van deze paragraaf:
A          Decentralisatie Wmo
B          Decentralisatie Jeugd
C          Decentralisatie Participatiewet
D         Reserve sociaal domein



A | Decentralisatie Wmo

Terug naar navigatie - A | Decentralisatie Wmo

Wat is er gerealiseerd?
Onafhankelijke cliëntondersteuning
Voor 2018 zijn concrete afspraken gemaakt met MEE-IJsseloevers over hun personele inzet en expertise binnen het CJG en CWO én het onderdeel onafhankelijke cliëntondersteuning. Met betrekking tot dit laatste wordt bedoeld informatie en advies alsmede algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie. Daarnaast wordt bijgedragen aan het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.

Een deel van bovengenoemde werkzaamheden ook valt binnen de reguliere taken van het CJG en CWO waardoor een smalle vorm van cliëntondersteuning overblijft, te weten voorbereiding/inventarisatie, bijwonen van het gesprek en een nagesprek. In 2018 is gestart met de toegang 0-100, samenvoeging CJG en CWO, waarbij ook MEE nauw betrokken is. 

Mantelzorg
De uitvoering van de beleidsnota Mantelzorg in Staphorst 2016-2020 verloopt volgens planning. Het aantal mantelzorgers dat een beroep doet op ondersteuning door Carinova neemt nog steeds toe. Dit houdt in dat inwoners Carinova steeds beter weten te vinden. Dat was ook een speerpunt uit de beleidsnota. De proef met lokale spreekuren is in de kernen IJhorst en Rouveen gestopt vanwege te weinig/geen bezoekers. In 2018 is ingezet op het thema Werk & Mantelzorg. Boer Staphorst is de eerste werkgever in onze gemeente die de erkenning “wij werken mantelzorgvriendelijk” heeft verkregen. De verschillende bedragen van het mantelzorgcompliment zijn in 2018 gelijkgetrokken onder de verschillende leeftijdscategorieën. In 2018 hebben meer mensen een compliment aangevraagd, maar van de verwachte explosieve groei was geen sprake.

OZO-verbindzorg
Ook OZO-verbindzorg is besproken. Het doel van Stichting OZO-verbindzorg is dat de medische en sociale zorg voor kwetsbare mensen (ouderen, gehandicapten, jongeren) optimaal wordt verricht door alle betrokken partijen in het Virtuele Verzorgingshuis OZOverbindzorg.nl. De cliënt staat centraal en heeft de regie. OZO-verbindzorg staat voor samenwerking en delen van zorg. De huisartsen vervullen hierbij een prominente rol. Zij zijn echter aangesloten bij VIP-Live een soortgelijk systeem van de Huisartsen Zorg Drenthe. Om die reden is niet gekozen om thans over te gaan tot een ander systeem.

Klankbordgroep Informele Zorg
De Klankbordgroep Informele Zorg heeft in 2018 tweemaal vergaderd. Verschillende onderwerpen/thema’s m.b.t. de informele zorg zijn besproken. Kennis en ervaring worden gedeeld en steeds meer wordt de samenwerking gezocht. Door de deelnemende organisaties (Carinova mantelzorgondersteuning, Carinova Vrijwillige Thuiszorg, Impluz, S1-verpleegkundige Icare, Praktijk Ondersteuner Huisartsen Staphorst, St. Welzijn Staphorst, diaconaal platform, Adviesraad Sociaal Domein, NPV en het Rode Kruis) wordt het overleg als zeer zinvol ervaren.

Welzijn
Met de Stichting Welzijn Staphorst worden jaarlijks een groot aantal prestatieafspraken gemaakt, gericht op de producten: gebiedsgericht werken/opbouwwerk, eenzaamheid, seniorenwerk, vrijwilligerswerk/participatie en het vrijwilligerssteunpunt. Op al deze terreinen wordt vanuit een voornamelijk faciliterende en stimulerende rol de samenwerking gezocht met andere organisaties. Gebleken is dat niet alle prestatieafspraken binnen een jaar opgepakt kunnen worden; daarom is ingaande 2018 een prioritering hierin aangebracht.
Voor 2018 waren de speerpunten: stimuleren ontmoetingsactiviteiten (Buurtkamer Rouveen), bestrijding eenzaamheid, wederkerigheid, mede opzetten Vitaal & Veilig Thuis en mogelijkheden onderzoeken van het opzetten van een algemene vrijwillige hulpdienst (hulpnetwerk IJhorst).

Voorliggende/algemene voorzieningen
In 2018 is ingezet op het verder verkennen, ontwikkelen en stimuleren van het gebruik van algemene en collectieve voorzieningen. Dit kan de zelfredzaamheid/eigen kracht van de burgers stimuleren en langer zelfstandig blijven wonen bevorderen. Tevens wordt voorkomen dat gebruik gemaakt wordt van duurdere geïndiceerde voorzieningen. Dus investeren aan de voorkant bespaart aan de achterkant. Voorbeelden hiervan zijn de digitale sociale kaart Staphorst en het project MEE Op Weg. In 2018 zijn de projecten Vitaal & Veilig Thuis ontwikkeld en is een start gemaakt met de verkenning van een combinatie van ontmoeting, (niet)geïndiceerde dagbesteding en respijtzorg. Ook de eerdergenoemde Buurtkamer Rouveen en Hulpnetwerk IJhorst zijn passende voorbeelden. Voor de ontwikkeling van dergelijk voorzieningen zijn in ieder geval voor de jaren 2018 en 2019 bedragen beschikbaar gesteld van € 50.000 per jaar.

MEE Op Weg

In 2018 is het project MEE Op Weg geëvalueerd. Helaas moest de conclusie getrokken worden dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om trajecten stelselmatig in te zetten. Oorzaak hiervoor zien we vooral in de ongunstige OV-verbinding tussen Staphorst en de scholen van de leerlingen in het doelgroepenvervoer. Daarnaast is er sprake van relatief zware problematiek onder de leerlingen die gebruik maken van het leerlingenvervoer. Voor het Wmo-vervoer lijkt OV ook geen goed alternatief te kunnen bieden, omdat de bestemmingen van de doelgroep vooral lokaal zijn. We zien MEE Op Weg nog steeds als een goede mogelijkheid om aangepast vervoer te voorkomen. Vandaar dat er afspraken zijn gemaakt om trajecten wel incidenteel in te kunnen zetten.

Dementievriendelijke openbare ruimte
Het is de verwachting dat het aantal inwoners met dementie de komende jaren flink zal stijgen. Ouderen, en ook ouderen met dementie, blijven steeds langer thuis wonen. Dat heeft ook effect op de openbare ruimte. Er is een onderzoek gedaan wat belangrijke zaken zijn om in het achterhoofd te houden bij het inrichten van de openbare ruimte. Dementievriendelijke omgeving zullen we aanhaken op het thema toegankelijkheid, waar we op basis van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap mee aan de slag zullen gaan.

Toezicht kwaliteit Wmo
De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de ingekochte Wmo-voorzieningen. De GGD IJsselland voert het toezicht uit voor de gemeenten in de regio IJsselland (Dalfsen, Deventer, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen-Hardenberg, Raalte Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle. De GGD voert onderzoeken uit naar aanleiding van calamiteiten (11 stuks), signaal gestuurde onderzoeken (8 stuks) en preventief toezicht (18 stuks). Tevens zijn er nog 9 overige/vervolg onderzoeken uitgevoerd. De onderzoeksverslagen worden gedeeld met de gemeenten die betrokken zijn bij de onderzoeken. Dit betreft gemeenten waarvan cliënten zorg ontvangen bij de desbetreffende aanbieder.

Toezicht rechtmatigheid Wmo
Vanuit de Wmo zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor het toezien op de rechtmatigheid van de Wmo-voorzieningen. Het gaat hierbij om het waarborgen van de bestedingen vanuit het Wmo-budget. Eind 2018 is besloten om de Sociale Recherche in de regio IJssel-Vechtstreek aan te wijzen als toezichthouder Wmo als het gaat om rechtmatigheid. Met ingang van 2019 wordt hiermee gestart.

Maatwerkvervoer 
In 2018 is de regionale aanbesteding voor het maatwerkvervoer afgerond. Vanaf medio 2019 zal de nieuwe vervoerder invulling geven aan het Wmo-, leerlingen- en jeugdvervoer. Begin 2019 zal daarom in het teken staan van de implementatie om de overgang naar een nieuwe vervoerder en de nieuwe spelregels zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Beschermd wonen/maatschappelijke opvang
Beschermd wonen en maatschappelijke opvang zijn een lokale verantwoordelijkheid die in samenwerking met regiogemeentes en centrumgemeente wordt ingevuld. Binnenkort zal er een convenant worden getekend om ook voor de komende jaren de samenwerking te bekrachtigen. Binnen de samenwerking in de regio zijn er belangrijke stappen gezet om te werken aan ambitie op de thema’s:

1. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen
2. Zo snel mogelijk weer zelfstandig wonen
3. Samenwerking in de keten

Daarnaast zijn we in 2018 begonnen met de voorbereidingen op 2021. Zoals het nu lijkt zal per 2021 beschermd wonen namelijk niet meer gefinancierd worden via de centrumgemeenteconstructie. Individuele gemeentes zijn dan naast inhoudelijk verantwoordelijk ook financieel verantwoordelijk voor beschermd wonen. Verder is in 2018 besloten om een deel van de regionaal opgebouwde reserves beschermd wonen/maatschappelijke opvang vrij te laten vallen naar individuele gemeentes. Het is de bedoeling dat deze gelden worden geïnvesteerd in de lokale maatschappelijke ondersteuning zodat beschermd wonen niet ingezet hoeft te worden.

Begeleiding
Voor de maatwerkvoorzieningen begeleiding is in 2018 op regionaal niveau (Staphorst,  Meppel, Hoogeveen en de Wolden) een inkoopproces doorlopen. De samenwerkende gemeenten hebben op basis van hun ervaring van de afgelopen jaren en hun visie op de Wmo begeleiding gekozen voor een Open House procedure. Bij deze procedure mogen alle aanbieders inschrijven en wordt bij het voldoen aan de gestelde eisen met de aanbieders  een overeenkomst gesloten. Met ingang van 1 januari 2019 is met 87 aanbieders een contract gesloten met einddatum 31 december 2021. De gemeenten hebben de mogelijkheid om de looptijd met telkens 1 jaar te verlengen tot uiterlijk 31 december 2025. Tevens bestaat de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de overeenkomst aanbieders toe te laten mits ze voldoen aan de gestelde eisen.

Ondersteuning in het huishouden (Huishoudelijke hulp)
In 2016 hebben wij in regionaal verband: Meppel, Westerveld, Hoogeveen/De Wolden en Staphorst een inkoopprocedure opgestart voor de inkoop van de maatwerkvoorziening ondersteuning in het huishouden. Dit heeft er toe geleidt dat met ingang van 1 januari 2017 in totaal 10 aanbieders gecontracteerd zijn. Deze contracten hebben een looptijd van 2 jaar met de mogelijkheid tot twee keer een verlenging met één jaar.
De tarieven voor ondersteuning in het huishouden zijn aangepast met ingang van het verlengingsjaar van het contract, te weten per 1 januari 2019.

Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), in werking getreden op 1 juni 2017, heeft de toenmalige staatssecretaris bepaald dat gemeenten de tarieven moeten baseren op reële kostprijzen. De vaste Regionale werkgroep inkoop Wmo heeft zelf een onderzoek gedaan naar reële kostprijzen. Daarbij is gebruik gemaakt van de rekentool ‘Hulp bij Huishouden (HbH)’ die tot stand is gekomen met medewerking van onder anderen de bracheorganisaties BTN en Actiz, de FNV en de VNG. De aanbieders is gevraagd om deze rekentool in te vullen. Op basis van deze uitkomsten zijn de gemiddelde kostprijzen berekend. De uitkomsten hiervan hebben geleid tot het verhogen van de tarieven voor ondersteuning, te weten ondersteuning basis te verhogen van € 23,40 naar € 27,31 per uur en de ondersteuning plus van € 25,80 naar € 27,69 per uur.

Overige maatwerkvoorzieningen
Voor het leveren van rolstoelen, vervoersvoorzieningen (scootmobielen, aangepaste fietsen etc) en woonvoorzieningen heeft de gemeente een contract met RSR uit Nieuwleusen. Dit contract had een looptijd tot 31 mei 2018, maar er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het contract met een jaar te verlengen.

Invoering van het abonnementstarief  Wmo
In het Regeerakkoord is afgesproken dat voor Wmo-voorzieningen een maximale periodebijdrage van € 17,50 zal worden ingevoerd. Voor de invoering van het abonnementstarief is een wetswijziging vereist en daarom kan de maatregel pas per 1 januari 2020 volledig worden ingevoerd. Voor 2019 wordt er gekozen voor een tussenvorm in de vorm van het aanpassen van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In artikel 3.8 eerste lid van het Uitvoeringsbesluit is bepaald dat de oorspronkelijke bedragen per periodebijdrage zijn vervallen en vervangen worden door de maximale periodebijdrage van € 17,50. Deze wijziging is verwerkt in artikel 14 van de verordening.

 

Werkelijke uitgaven 2018 (x € 1.000)
Het takenpakket WMO heeft geleid tot onderstaande indeling, waarbij aangesloten is bij de landelijke functie-indeling, zoals die voorgeschreven is:

Omschrijving Taakveld

Rekening 2018

Begroting 2018

Rekening 2017 Rekening 2016
Mantelzorg 6.1 95 72 79 55
Toegang (hieronder vallen ook  doventolk, crisisbeheer, onafhankelijk cliëntondersteuning, volledig pakket thuis)
6.2 136 204 143 209
Minimafonds (= fonds deelname maatschap. activiteit, bijdrage wtcg.collect zorgv, compensatie eigen risico 6.3 63 115 58  12
Groepsbegeleiding, incl. vervoer en personeel 6.71 508 466 607 531
Individuele begeleiding (zorg in natura) 6.71

493

350 476 362
Ontvangst CAK 6.71 0 -45 0 0
PGB begeleiding 6.71 218 335 189 418
Totaal   1.513 1.472 1.552  1.587
Personeelslasten +10%   151 147 99  
TOTAAL   1.664 1.619 1.651 1.587
Opbrengst/ uitkering Sociaal Deelfonds    1.668 -1.651 -1.844 -2.147
SALDO    -4     -32 -193 -560

Toelichting
De invoering van het objectieve verdeelmodel WMO leidt tot een achteruitgang van ruim € 1 milj,  aan opbrengst  gedurende de jaren 2015-2019( van € 2.3 milj naar € 1.3 milj) Door indexatie  is dit bedrag voor 2018 toegenomen tot € 1.650.000.  De verwachting was dat de kosten zullen stabiliseren rondom de € 1,6 milj - 1.7 milj. vanaf het jaar 2017. Voor het jaar 2018 blijkt deze aanname uit te komen.  De totale kosten ad € 1.668.000  liggen in lijn met de begroting. Er vindt een verschuiving plaats van PGB's naar Zorg in Natura.


B | Decentralisatie jeugd

Terug naar navigatie - B | Decentralisatie jeugd

Wat is er gerealiseerd?
In 2018 hebben we gewerkt aan het door ontwikkelen van de jeugdhulp. De decentralisatie biedt ons een unieke kans om de jeugdhulp anders, beter en minder kostbaar in te richten. In 2015 en 2016 stond vooral de transitie van de jeugdhulp centraal. Afgelopen twee jaar hebben we vooral ingezet op de transformatie van de jeugdhulp.

We krijgen steeds meer inzicht welke vormen van jeugdhulp veel voorkomen en waar mogelijk een andere lokale aanpak iets in kan betekenen. Eenvoudige, integrale, preventieve en laagdrempelige ondersteuning dichtbij vinden we hierbij erg belangrijk. Het Centrum voor Jeugd en Gezin Staphorst heeft hierin een belangrijke regiefunctie v. We hebben dit samen met partners gedaan zoals scholen, kerken, (sport)verenigingen, huisartsen en andere instellingen. We hebben ook afgelopen jaar ingezet op individuele- en groepstrainingen in het preventieve domein, ter voorkoming op instroom in zwaardere vormen van jeugdhulp.
We willen komen tot een laagdrempelige toegang en een meer integrale aanpak zodat op alle leefgebieden inzichtelijk is wat nodig is en de inwoner goed, snel en doelmatig wordt geholpen. In 2018 is gewerkt aan een projectplan dat over de samenvoeging van het CJG en het CWO.

Vanaf 1 januari 2018 werken we binnen regio IJsselland  met een nieuw bekostigingsmodel. Hierin gaan we werken met resultaatgerichte bekostiging. De lokale toegang bepaalt samen met de ouders en de jeugdigen het ‘wat’ en de zorgaanbieder ‘hoe’ ze de doelen van het hulpverleningstraject gaan bereiken. Hierbij staat het resultaat centraal en is het niet (meer) relevant welke producten daarvoor worden ingezet.

Welke prestaties kun je monitoren?
Preventie en signalering
- Met de verloskundigen hebben we ook in 2018 prenatale voorlichting georganiseerd in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Door hierin gezamenlijk op te trekken, wordt er al vroeg ingezet op voorlichting en vindt voor ouders van hieruit een eerste laagdrempelige kennismaking met het CJG plaats.
- Het CJG heeft in 2018 aan een aantal thema’s aandacht gegeven. Zo zijn er in 2018 twee themabijeenkomsten geweest met de WMO kerken. De thema’s die hier centraal stonden waren en ‘Zorgen en stress in gezinnen’ en ‘Bespreekbaar maken van zorgsignalen’. Er is een thema-avond geweest waar onder andere leren omgaan met emoties en het vergroten van eigenwaarde centraal stonden. Ook heeft de gemeente Staphorst actief bijgedragen aan het de wervingscampagne voor pleegouders in Overijssel “mag ik dan bij jou” door zorgaanbieder Trias. Er is een grote bijeenkomst geweest in het gemeentehuis met als doel meer aandacht voor het wervene van pleeggezinnen.
- Belangrijk is dat elk kind een voorlichting aangeboden krijgt ten aanzien van alcohol, genotsmiddelen en/of andere mogelijke verslavingen. Juist bij kinderen in de oudste groep van de basisschool blijken deze preventielessen effectief te zijn. De gemeente stelde voor iedere school een bedrag beschikbaar om de voorlichting te kunnen geven. In 2018 zijn de middelen die beschikbaar zijn voor scholen om voorlichting te geven ingezet ten behoeve van het project Gaaf Gezond. Daarnaast is het CJG  in 2018 aangesloten bij het platform preventie alcohol en drugs.
- In 2018 werd actief uitvoering gegeven aan het programma Boekenbas. Het programma was van oorsprong gericht op de taalontwikkeling van kinderen. Tijdens de bijeenkomsten met ouders bleek dat er vooral ook vraag was naar het bespreekbaar maken van opvoedthema´s die met het opvoeden van alledag te maken hebben. Voorbeelden zijn: slapen, eten, zindelijk worden. Daarnaast blijft het stimuleren van de taal bij de kinderen een belangrijke ingang.
- Ook is in 2018 ingezet op workshops voor en door ouders (Family Factory) op allerlei relevante opvoedingsthema´s. Voorbeelden van onderwerpen zijn: communiceren met kinderen, timemanagement voor gezinnen, mediawijsheid, etc. De workshops zijn informeel, oplossingsgericht en interactief van karakter.
- In 2018 hebben 14 kinderen via het CJG een Sociale vaardigheidstraining gevolgd.
- De Zorg-&adviesteams in het basisonderwijs hebben de beschikking over een maximum CJG budget van € 2.000,- die zij in mogen zetten voor individuele zorgtrajecten of groepstrajecten van leerlingen. Dit flexibele budget voor de individuele leerling en/of groep is prettig om snel en effectief te kunnen handelen.).
In 2018 is dit budget onder andere ingezet voor PMT (1 leerling), Houvastgesprekken (1leerling), ambulante begeleiding (1 leerling) en begeleiding in de klas (1 leerling) 

Ondersteuning van gezinnen
- Het grootste deel van de hulpverlening heeft een ambulante ondersteuning. Dat wil zeggen dat de ondersteuning gehaald wordt bij een organisatie of dat de ondersteuning gebracht wordt naar de thuissituatie. Daarnaast heeft ook een deel van de jeugdigen jeugdhulp met verblijf, dit kan zijn in een pleeggezin, opname in een instelling of wonen in een residentiële setting.

In onderstaande tabel zijn het aantal toewijzingen in 2015, 2016 en 2017 weergegeven:

Aantal toewijzingen Staphorst 2018 2017
Toewijzingen ambulante jeugdhulp 330* 300
Toewijzingen Jeugdhulp met verblijf 50 29
Totaal aantal toewijzingen in Staphorst 380 329

*Van  het aantal toewijzingen ambulante jeugdhulp zijn er 162 toewijzingen afgegeven binnen de profielen en 168 binnen het topsegment.

Het aantal jongeren dat jeugdhulp heeft ontvangen is lager dan het aantal trajecten welke zijn ingezet. Een aantal jongeren hebben in 1 jaar gebruik gemaakt van meerdere vormen van jeugdhulp. Dat betekent dat zij gebruik hebben gemaakt van meerdere jeugdhulptrajecten. De grootste aanbieders voor jeugdhulp in Staphorst zijn De Ruyter’s Hoeve, Accare, Eleos en Dimence, Trias en Driestar. Hulp en ondersteuning kan in sommige gevallen ingezet worden middels een Persoonsgebonden Budget (PGB). In 2018 zijn 22 PGB’s verstrekt.

Risico’s
De risico’s voor het dossier jeugd liggen op het gebied van financiën. Het betreffen de mogelijke overschrijding van het budget. Deze zijn opgenomen in de financiële paragraaf.

Wat heeft het gekost?
In onderstaande tabel zijn de kosten opgenomen van de nieuwe decentralisatie Jeugd.

Omschrijving Taakveld
Rekening 2018
Begroting 2018
Rekening 2017
Rekening 2016
 Lokale invulling toegang Jeugd 6.2  307  255 272 443
 Landelijke transitie specialistische zorg 6.72     0  60 0 8
 PGB 6.72  113  250 153 293
 Zorg in natura (ZIN) 6.72  2.860  1.900 2.230 1.804
Totaal    3.280  2.465 2.655 2.458
Personeelslasten    246  246 100  
Totaal Lasten  

 3.526

 2.711 2.755 2.458
           
 Opbrengst/ uitkering Sociaal Deelfonds   2.810
2.742
2.563 2.463
           
Saldo   716
-31
192 85

Toelichting: 
Het huidige tekort van € 716.000 ligt in lijn met het raadsmemo waarmee u tussentijds op de hoogte bent gesteld van een mogelijke tekort binnen de Jeugdzorg ( € 675.000,-)

Uit de uitgevoerde analyse blijken de volgende oorzaken van de kostenoverschrijding:
-  Complexere problematiek: we zien dat de zorgvraag complexer wordt. De toenemende complexiteit is een algemeen maatschappelijke ontwikkeling. We zien binnen het gehele jeugddomein een toenemende omvang van zwaardere casuïstiek en multi-problematiek.
-  Onderbezetting toegang: het CJG was begin dit jaar tijdelijk onderbezet. Door deze onderbezetting werd er sneller zwaardere vormen van hulp in gezet. Door de aanstelling van twee extra jeugdconsulenten hebben we sinds de zomer een kentering in kunnen zetten.


C | Decentralisatie participatiewet

Terug naar navigatie - C | Decentralisatie participatiewet

Wat is er gerealiseerd?
De Participatiewet (in werking getreden op 1 januari 2015) geldt niet alleen voor mensen met een regulier arbeidsvermogen. Ook inwoners met een beperking die arbeidsvermogen hebben vallen onder de reikwijdte van  deze wet; de gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet.  Burgers zonder arbeidsvermogen hebben/krijgen een Wajonguitkering en vallen daarmee onder de verantwoordelijkheid van het UWV. De groep met een beperking maakt een steeds groter aandeel uit van onze cliëntenpopulatie.

Regionaal Werkbedrijf
Binnen het Regionaal Werkbedrijf (RWB) wordt in netwerkverband samengewerkt door werkgevers, werknemers, onderwijs, gemeenten en UWV. Belangrijke taakstelling van het RWB voor de komende jaren blijft het realiseren van de Banenafspraak. Deze taakstelling is gericht op het realiseren van banen voor mensen uit de zg. doelgroep, dat zijn mensen die minder dan 100 % arbeidsvermogen hebben. Voor de registratie van deze groep is het doelgroepregister in het leven geroepen. Inwoners met een Wajonguitkering (en arbeidsvermogen), met een WSW status en scholieren uit speciaal – en praktijkonderwijs zijn/worden automatisch opgenomen in het register. Daarnaast geldt opname voor inwoners die daarvoor door UWV worden geïndiceerd.  UWV is belast met het bijhouden van de registratie  en van de realisatie banenafspraak.

Personen uit het doelgroepregister komen bij het verkrijgen van werk in aanmerking voor loonkostensubsidie. Ultimo 2018 werd (aan werkgevers) voor 16 personen loonkostensubsidie verstrekt. Voor Staphorst gaat het daarbij om € 97.169 per jaar.

Een belangrijk product dat vanuit het RWB wordt aangestuurd is de werkgeversdienstverlening. In RWB-verband zijn in 2018 afspraken gemaakt om tot verdere uniformering van de werkgeversbenadering te komen via het werkgeversservicepunt. In onze subregio stemmen we de benadering af met de gemeenten Steenwijkerland, Westerveld, Meppel en het UWV; onder andere is er elke maandagochtend een afstemmingsoverleg tussen de accountmanagers. In dat gesprek komt ook de gezamenlijke taakstelling  aan de orde. Onze accountmanager blijft het lokale gezicht van de werkgeversdienstverlening.

De coöperatie StaphorstWerkt! heeft eind 2018 moeten besluiten haar acticviteiten op te schorten. De instroom van nieuwe deelnemers was te gering om de activiteit permanent in bedrijf te houden. Het college blijft alert waar het gaat om het gebruiken van de kracht van het lokale bedrijfsleven bij het terugbrengen van inwoners op de arbeidsmarkt.


Het totaal aantal klanten dat een bijstandsuitkering ontvangt, vanuit Participatiewet (121 personen) of IOAW (10 personen) is in 2018 gedaald van 144 naar 131; die tendens zet zich momenteel door. De eerstgenoemde groep bestaat nog steeds voor bijna de helft uit personen met een ander geboorteland dan Nederland (waaronder de personen met een vluchtelingenstatus). Deze groep heeft (met succes) specifieke aandacht gekregen door een geëigend leer-werktraject.

Ook het aantal ww-uitkeringen in de gemeente Staphorst (UWV-verantwoordelijkheid) is in 2018 sterk gedaald: van 166 naar 89. Dit is een weerspiegeling van de economische situatie

Sociale werkvoorziening
Met betrekking tot Reestmond zijn meerdere thema’s aan de orde geweest. Staphorst vindt het belangrijk dat de huidige governance van het bedrijf tegen het licht gehouden wordt. Hiervoor is een stappenplan opgesteld; er kon niet overeenkomstig dat plan worden gewerkt. De re-organisatie van Reestmond op basis van de strategische beleidsvisie Reestmond in Ontwikkeling (RiO) is per 1 oktober d2018 doorgevoerd. De komende tijd zal in het teken staan van de gewening aan de nieuwe structuuren werkwijze.

In 2018 is het binnen Reestmond mogelijk gemaakt om Beschut werken nieuw (geregeld vanuit de Participatiewet) in te kopen. Hiervan is in 2018 nog geen gebruik gemaakt.

Minimabeleid
Het minimabeleid van de gemeente Staphorst kent 3 basisonderdelen: de collectieve zorgverzekering, de bijzondere bijstand en het Fonds Deelname Maatschappelijke Activiteiten (FDMA) De collectieve zorgverzekering is beschikbaar voor iedereen tot 120 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. In 2018 namen gemiddeld 131 mensen deel aan deze verzekering.

De totale uitgaven bijzondere bijstand bedroegen in 2018 ruim € 115.304, waarvan ruim € 33.000 gerelateerd aan bewindvoering. 

Om de deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen is in 2016 het Fonds Deelname Maatschappelijke Activiteiten (FDMA) in het leven geroepen. In 2018 zijn totaal  103 aanvragen gedaan voor een bijdrage gedaan; daarvan zijn er 8 afgewezen/niet in behandeling genomen. en 2 gedeeltelijk toegekend.  De totale uitgaven voor de 95 gehonoreerde aanvragen bedroegen € 24.137, waarvan € 12.259 voor minderjarigen.

Wat heeft het gekost?
In onderstaande tabel zijn de kosten opgenomen van de decentralisatie Participatie

Omschrijving Taakveld
Rekening 2018
Begroting 2018
Rekening 2017 Rekening 2016
 Bijdrage oud "WSW"medewerkers 6.4  1.179

1.086

1.188 1.240
 Reïntegratietrajecten/ loonwerkbepaling/ Beschut werk 6.5     130 114
64 79
Totaal
   1.309 1.200
1.488 1.319
Personeelslasten       120 120    
TOTAAL
  1.429
1.320
1.488
1.319
           
Opbrengst/Uitkering sociaal deelfonds   1.329
1.322
1.374 1.316
           
Saldo   100
-2
114 -3

Toelichting:
De uitgaven zijn iets hoger dan begroot. Dit heeft te maken met het feit dat meer reïntegratietrajecten zijn ingezet en loonkostensubsidies  aan werkgevers zijn verstrekt. De kans dat hierdoor mensen uitstromen uit de bijstand en uit de doelgroep mensen met minder dan 100% arbeidsvermogen neemt hierdoor verder toe, wat zal leiden tot onder meer lagere bijstandslasten.



D | Reserve sociaal domein

Terug naar navigatie - D | Reserve sociaal domein

Gemeente Staphorst heeft besloten bij het samenstellen van de nota reserves en voorzieningen 2015  de reserve WVG om te zetten naar de reserve sociaal domein om mogelijke tegenvallers van de decentralisaties op deze wijze te kunnen opvangen. Mochten de werkelijke uitgaven in enerlei jaar hoger zijn dan de opgenomen bedragen in de begroting, wordt een mogelijk tekort gedekt uit deze reserve. De reserve kent begin 2018 een saldo van € 2.875.000

Voor het bepalen van de reserve Sociaal Domein nemen we alle uitgaven en ontvangsten mee die te maken hebben met de afgifte van voorzieningen binnen het sociaal domein. Naast de nieuwe 3 decentralisaties zijn dit de voorzieningen in kader van de oude WVG en hulp bij het huishouden. Het verschil tussen de begrote en werkelijke bedragen komt ten laste of ten gunste van de reserve sociaal domein. Dit levert het volgende overzicht op:

Onderdelen (bedragen x €1.000) Tekort 2018 Overschot 2018  
Stand reserve begin 2018 2.875
WMO
28    
Jeugd 747    
Participatie 102    
Loonkosten ( sociaal domein breed)
200    
"Oude WVG" voorzieningen, inclusief hh   25  
Diversen  

113

 
Per saldo onttrokken in 2018 -939
       
Saldo Reserve Sociaal Domein 1.936

Toelichting:
De reserve sociaal domein neemt vooral af door het tekort  binnen de Jeugdzorg.  

Binnen de post diversen is o.a. sprake van de ontvangst van de provincie van de opgebouwde reserve beschermd wonen ad € 135.000. Daarnaast zijn de kosten gemaakt in verband met de beschikbare kredieten  hier in mindering gebracht ( € 225.000). Ook zijn er verschillende kleinere positieve verschillen ten opzichte van de begroting, die ten gunste komen van de reserve (€ 203.000).

Ontwikkeling reserve sociaal domein naar de toekomst toe  
Stand reserve eind 2018
1.936
Beschikbaar gestelde kredieten 2018 550  
Uitgaven -225  
Restant   -325
Beschikbaar gestelde kredieten 2019   -350
Verwachting beschikbaar te stellen kredieten 2020   -350
Verwachte stand reserve  Sociaal Domein eind 2020
911

Mocht de ontwikkeling in het kader van de Jeugdzorg zich doorzetten en dit wordt niet opgevangen binnen de huidige begrotingen, dan zal de reserve eind 2020 uitgeput zijn. Dit is al herkent in paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement.