Algemeen
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut. Bovenstaande uitgangspunten zullen hieronder nader worden toegelicht.
Paragraaf 3 - Financiering
1 | Uitvoering financiering
Terug naar navigatie - 1 | Uitvoering financieringNaast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 15 van de financiële verordening. Bij de rekening zal in de paragraaf financiering in ieder geval verslag gedaan worden van:
A ) Kasgeldlimiet
B ) Renterisiconorm
C ) EMU saldo
D ) Rentekosten en renteopbrengsten
A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. De gemiddelde in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening-courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. De gemeente Staphorst heeft geen kasgeldleningen.
B ) Renterisiconorm
De renterisico norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2019 (€37 miljoen) In 2019 bedraagt de renterisico norm daarmee € 7,4 miljoen. De reguliere aflossing is voor 2019 € 0,47 miljoen. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisico norm.
C ) EMU saldo
In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU saldo:
(x €1.000) | Rekening 2018 | Rekening 2019 |
Begroting 2020 | |
1 | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves | -1.154 | -3.370 | -4.193 |
+ 2 | Afschrijvingen t.l.v. de exploitatie | 1.540 | 1.623 | 1.797 |
+ 3 | Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie | 51 | 582 | 96 |
- 4 | Uitgaven aan investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd | -2.452 | -3.507 | - 2.574 |
+ 5 | De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen | - | 168 | - |
+ 6A | Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) | - | 52 | - |
- 6B | Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa | - | -6 | - |
- 7 | Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. | -187 | -331 | - 214 |
+ 8A | Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) | 1.690 | 2.033 | 1.161 |
- 8B | Boekwinst op grondverkopen | -950 | -430 | - 800 |
- 9 | Betalingen t.l.v. voorzieningen | -74 | -168 | - 100 |
- 10 | Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder één van de andere genoemde posten |
- | - | - |
11 A | Gaat u deelnemingen verkopen? | Nee | nee | Nee |
-11B | Zo ja, boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen | - | ||
Berekend EMU saldo | -1.536 | -3.354 | -4.827 | |
Individuele referentiewaarde | n.v.t. | n.v.t | 1.505 | |
Tekort of overschot EMU saldo | -1.536 | -3.354 | -3.322 |
D ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden zoals deze opgenomen zijn in de rekening 2019.
Soort (bedragen x € 1.000) |
Begin 2019 | Mutatie 2019 | Eind 2019 | Opbrengst 2019 | Begroot 2019 |
Uitgezette gelden op lange termijn | 1.730 | 24 | 1.754 | 57 | 107 |
Uitgezette gelden op korte termijn | 19.287 | -383 | 18.904 | 0 | 0 |
Aandelenbezit | 184 | 184 | 570 | 526 | |
Opgenomen gelden lange termijn | -614 | 470 | -144 | -21 | -21 |
Opgenomen gelden korte termijn | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 20.587 | 111 | 20.698 | 606 | 612 |
2 | Risicoprofiel
Terug naar navigatie - 2 | RisicoprofielDe komende jaren zal het financieringsresultaat onder druk blijven staan, gezien de huidige rentestand. Dit is en blijft een risico en er zal met de nodige zorg naar gekeken worden welke mogelijkheden er zijn om een hoger rendement te behalen. Hieronder zullen we verder ingaan op mogelijke kredietrisico’s bij de gewaarborgde geldleningen, koersrisico’s bij de verschillende beleggingsproducten en een mogelijk valutarisico.
A ) Kredietrisico
Binnen de huidige portefeuille is nauwelijks sprake van enig kredietrisico. .
B ) Koersrisico
De afgesloten producten kennen allemaal een gegarandeerde eindwaarde, waarbij alleen bij tussentijdse verkoop van een obligatielening eventueel een koersrisico wordt gelopen. Bij de jaarlijkse verkoop in het kader van schatkistbankieren van 1/7 deel BNG Financial Bond Fonds en de BNG Government Bond Fonds Fido is dit risico beperkt. Afgelopen jaar was de waarde nog ruim boven de 100%, wat mede voortkomt door de lage rentestand, dit heeft een gunstig effect op de obligaties. Per eind 2019 zijn deze Financial Bonds in zijn geheel ingelost.
C ) Valutarisico
De huidige beleggingen zijn allemaal in Nederlandse bedrijven en producten, waardoor er geen sprake is van valutarisico’s. Uiteraard kunnen de partijen waar de gemeente een belang in heeft overtollige gelden beleggen in buitenlandse beleggingsproducten. Dit zou dan ten koste (of ten gunste) kunnen gaan van de dividendopbrengst. Echter ook deze partijen hebben zich te houden aan de regels die hiervoor binnen het bestuur zijn afgesproken.
3 | Rentetoerekening
Terug naar navigatie - 3 | Rentetoerekening
Soort |
2019 |
Externe rentelasten over kort en lang geld | 21 |
Externe rentebaten (leningenindustrie) | 47 |
Totaal door te berekenen externe rente | -26 |
Doorberekende rente | 0 |
Boekwaarde v.d. materiële vaste activa 1 jan: | 30.041 |
Boekwaarde v.d. financiële vaste activa 1 jan: | 1.914 |
Mutatie | |
Omslagrente (alleen van materiële vaste activa) | -0,089% |
Omslagrente (van materiële en financiële vaste activa) | -0,0836% |
Doorberekende omslagrente | 0% |