Programma 8 - Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening

Beleidsverantwoording

Terug naar navigatie - Beleidsverantwoording

8.1 Ontwikkeling Woningbouw (De Slagen, Rouveen-zuid, Poeleweg) incl. Vechthorst

Terug naar navigatie - 8.1 Ontwikkeling Woningbouw (De Slagen, Rouveen-zuid, Poeleweg) incl. Vechthorst

Doelstelling begroting 2022
Een passende woning voor iedereen

Ontwikkeling woningbouw

  • De bouwwerkzaamheden in De Slagen 2e fase (max 114 woningen) zijn in het eerste kwartaal van 2021 gestart
  • Het bestemmingsplan ‘Poeleweg IJhorst’ is op 11 mei 2021 vastgesteld. De verkoop van de eerste fase (13 vrije kavels en 7 rijwoningen) is gestart op 14 juni. De verkoop van de tweede fase (11 vrije kavels en 5 rijwoningen) start waarschijnlijk in de tweede helft van 2021. Door ingesteld beroep is het nog niet bekend wanneer het project van start kan gaan.
  • Het stedenbouwkundigplan (circa 80 woningen) voor Rouveen-Zuid is in voorbereiding en wordt na de zomer 2021 aan de raad aangeboden. De bestemmingsplanprocedure wordt naar verwachting eind 2021 en begin 2022 doorlopen.

Voor 2022 worden er nieuwe prestatieafspraken gemaakt met wooncorporatie VechtHorst, o.b.v. de (geactualiseerde) Woonvisie 2020-2024. Hierin komt onder andere de sociale huurwoningenopgave aan bod.

Verantwoording 2022
De Slagen
In 2022 is gestart met de verkoop van kavels in het 1e gedeelte van de 2e fase. In het 1e kwartaal van 2023 kan begonnen worden met de bouw van de eerste woningen. 
In overleg met Staphorst Ontwikkeling werken we aan de invulling en fasering van de volgende fases. Hierbij kijken we  hoe invulling gegeven kan worden aan de wens van de raad om tot een versnelde aanleg van een ontsluitingsweg naar de Achthoevenweg te komen.

Het bestemmingsplan ‘Poeleweg IJhorst’ is op 11 mei 2021 vastgesteld en maakt de nieuwbouw van maximaal 39 woningen mogelijk. De locatie is inmiddels bouwrijp gemaakt. De verkoop van de eerste fase (13 vrije kavels en 7 rijwoningen) is nagenoeg afgerond. De verkoop van de tweede fase (11 vrije kavels en 5 rijwoningen) start in het eerste kwartaal 2023.

Het bestemmingsplan ‘Rouveen Zuid – Fase 1’ is op 25 oktober 2022 vastgesteld en maakt de nieuwbouw van maximaal 80 woningen mogelijk. De locatie wordt in de eerste helft van 2023 bouwrijp gemaakt. De verkoop van de kavels (28 vrijstaande woningen, 34 twee-onder-één kap woningen en 18 rijwoningen) start in het eerste kwartaal 2023.

Op 7 december 2022 zijn de nieuwe prestatieafspraken voor 2023 met wooncorporatie VechtHorst ondertekend. Hierin komt onder andere de sociale huurwoningenopgave en flexwoningen aan bod.

8.2 Invoering Omgevingswet (incl. gevolgen kostendekkendheid leges)

Terug naar navigatie - 8.2 Invoering Omgevingswet (incl. gevolgen kostendekkendheid leges)

Doelstelling begroting 2022
De omgevingsvisie als uitgangspunt

Doorontwikkeling programma Omgevingswet
Wat betreft het programma Omgevingswet zullen de lopende projecten, zoals voortvloeiend uit het Programmaplan 2020-2029, verder worden uitgevoerd. Vanuit EPOS zijn vergunningverlening en RO qua bedrijfs- en werkprocessen al grotendeels ingericht op de nieuwe wet. Naast de aanpak om ‘de basis op orde’ te krijgen wordt er komend jaar vanuit het programma gewerkt aan een doorontwikkeling. Daarbij wordt ingezet op het (verder) gereed maken van (informatie)voorzieningen, en het daadwerkelijk tot leven brengen van de Omgevingswet. Hiermee wordt voornamelijk gedoeld op het vullen van de (informatie)voorzieningen, het oefenen met de voorzieningen en het werken en denken in de letter en geest van de wet. Het programma zal, naast wat wettelijk gezien moet gebeuren, toewerken naar een optimaal rendement van de verbeterdoelen van de Omgevingswet voor onze dienstverlening en lokale ambities en opgaven. Daarnaast blijven we samen met inwoners en professionals verder werken, zodat steeds meer processen in de Fysieke Leefomgeving ‘Omgevingswetproof’ worden. 
Op dit moment wordt voor het bestaande budget voor het programma Omgevingswet geen onderschrijding verwacht.

Omgevingsplan
Er zijn extra gelden uitgevraagd om de komende jaren een gemeente breed omgevingsplan te kunnen ontwikkelen. Hiervan is € 80.000 opgenomen in de zomernota, waarbij de budgetten doorschuiven. Dit heeft een aantal redenen. In verband met de aanhoudende drukte bij met name de afdeling RO, onvoldoende capaciteit om het project omgevingsplan op te starten en de coronamaatregelen die deels de eerste twee punten veroorzaken. 
Dit jaar is gestart met een actieplan omgevingsplan, samen met bureau BugelHajema. Dit plan wordt momenteel door het bureau ontwikkeld. Hierbij ligt de eerste focus op de korte termijn: wat moet er gereed zijn om per inwerkingtreding van de Omgevingswet met het tijdelijke omgevingsplan te kunnen werken? Van daaruit wordt gekeken hoe het tijdelijke omgevingsplan zal worden omgezet in (een eerste versie van) een gemeentebreed omgevingsplan.
Kosten die gemaakt worden voor de ontwikkeling van het actieplan worden gedekt uit het reeds bestaande budget Omgevingswet.

Gevolgen kostendekkendheid leges 
De inwerkingtreding van de Omgevingswet (medio 2022) brengt veranderingen met zich mee. Mogelijkerwijs heeft de invoering van deze wet gevolgen voor het aantal aanvragen omgevingsvergunningen en vervolgens voor de door de gemeente te leveren diensten en legesopbrengsten. Met betrekking tot de leges streven we naar 100% kostendekkendheid. 
Met de komst van de Omgevingswet moeten we er rekening mee houden dat dit gevolgen heeft: gaan er straks zaken vergunningsvrij plaatsvinden, komen er meer/minder aanvragen? En wat blijft er uiteindelijk over? Voor deze gevolgen moet komend jaar aandacht zijn. We zullen - vanuit verschillende hoeken in de organisatie - gezamenlijk moeten onderzoeken en inzichtelijk maken welke keuzes de gemeente heeft rekening houdend met de kostendekkende leges, de uitvoering en borging daarvan in onder andere EPOS.

Verantwoording 2022
Invoering  Omgevingswet is uitgesteld
Het programma Implementatie Omgevingswet wordt in sterke mate beïnvloed door het (herhaalde) uitstel van de invoering van deze wet. Oorzaak van het uitstel wordt voornamelijk veroorzaakt door de problemen rond het DSO, de digitale omgeving van de Omgevingswet.
Na het opschuiven van de invoeringsdatum naar 1 januari 2023, is deze datum nu doorgeschoven naar minimaal 1 juli 2023. De signalen worden echter steeds sterker dat deze datum ook niet haalbaar zal zijn. De Eerste Kamer gaat op 14 maart stemmen over de invoeringsdatum van de Omgevingswet per 1 januari 2024.

Dit herhaalde uitstel heeft de nodige negatieve consequenties. Denk bijvoorbeeld aan het interne scholingstraject dat specifiek gekoppeld was aan invoering van de wet op 1 januari 2023. De nu verworven kennis dreigt straks “weg te zakken”, waardoor herhaling van scholing wellicht noodzakelijk is. Met alle extra kosten van dien. Maar denk ook aan minder goed meetbare aspecten als motivatie, vertrouwen in een goede afloop (lees: invoering Omgevingswet) en het negatieve sentiment dat omtrent deze wet ontstaat en voor de tegenstanders gevoed wordt door het herhaalde uitstel. 

Binnen de organisatie gaan de voorbereidingen op de wet gewoon door, zodat Staphorst klaar is op het moment dat de wet inwerking treedt. In dit kader dient de raad nog besluiten te nemen over diverse onderwerpen, zoals bijv. de Legesverordening, Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Staphorst en de Verordening uitvoering en handhaving Staphorst.  De datum waarop de Omgevingswet inwerking gaat treden, is bepalend voor het moment waarop deze stukken aan de raad worden voorgelegd.

Wel is vooruitlopend op de Omgevingswet de lijst met ruimtelijke initiatieven, waarvoor de raad geen verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb) meer behoeft af te geven, uitgebreid. Na in werkingtreding van de Omgevingswet zal er geen vvgb van de raad meer nodig zijn, maar kan de raad zich waar nodig beroepen op het adviesrecht. De ervaringen die opgedaan worden met de (verkorte) lijst van vvgb’s, zullen t.z.t. meegenomen worden bij het formuleren van het adviesrecht.

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Exploitatie Begroting 2022 Wijzigingen 2022 Actuele begroting 2022 Realisatie 2022 Voordeel/Nadeel 2022
Lasten -2.462.836 -475.508 -2.938.345 -2.671.797 266.547
Baten 1.702.603 0 1.702.603 3.606.292 1.903.689
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -760.233 -475.508 -1.235.741 934.495 2.170.236
Stortingen 0 0 0 -1.442.453 -1.442.453
Onttrekkingen 30.907 408.277 439.184 161.113 -278.071
Mutaties reserves 30.907 408.277 439.184 -1.281.340 -1.720.524

Belangrijkste verschillen tussen realisatie en begroting na wijziging (x € 1.000)

Terug naar navigatie - Belangrijkste verschillen tussen realisatie en begroting na wijziging (x € 1.000)
Omschrijving Nadeel Voordeel
Hogere opbrengsten bouwleges
In 2022 zijn er meer leges opgelegd dan begroot, de hoeveelheid aan aanvragen was vergelijkbaar met voorgaande jaren maar er zijn enkele grote aanvragen ingediend. De aanvraag waar de meeste leges zijn opgelegd, betreft het plan Rieverst in IJhorst, het realiseren van 150 recreatiewoningen. 
  227
Hogere opbrengsten omgevingsvergunningen voor afwijkende bouwplannen
In 2022 is sprake geweest van een groter aantal aanvragen dan begroot. Dit heeft geresulteerd in een hogere legesopbrengst. Verhoudingsgewijs zijn er meer verzoeken afgedaan door de Omgevingskamer, waardoor de kosten voor afwijkende bouwplannen ook lager waren dan begroot.
  76
Hogere opbrengsten en hogere kosten voor bestemmingsplannen
Aan de overschrijding van de kosten liggen voornamelijk de volgende oorzaken ten grondslag:
a. er zijn meer zittingen van de Omgevingskamer geweest (90  in plaats van de geschatte 70). Dit brengt hogere kosten met zich mee en
b. de onkosten voor de afhandeling van planschadeclaims en de uitgekeerd planschadebedragen zijn ten laste van deze post gebracht. Met initiatiefnemers van ruimtelijke plannen wordt overigens contractueel vastgelegd, dat uitgekeerde planschades worden doorberekend aan initiatiefnemers.

In 2022 ligt het aantal aanvragen fors hoger dan verwacht. Dit heeft geresulteerd in hogere inkomsten (leges) van € 81.000. Per saldo een voordeel van ongeveer € 40.000.
41 81

Voor een gedetailleerde verklaring van de verschillen wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening.