Algemeen
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut.
Paragraaf 3 - Financiering
Uitvoering financieringsfunctie
Terug naar navigatie - Uitvoering financieringsfunctieNaast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 16 van de financiële verordening. In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De gemiddeld in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening-courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. Op basis van de begroting 2024:
| Omvang van de begroting per 1 januari 2025 | € 54.002 |
| Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag | 8,5% |
| Kasgeldlimiet in bedrag | € 4.607 |
| Totaal vlottende schuld | 0 |
| Ruimte | € 4.607 |
De gemeente Staphorst overschrijdt de kasgeldlimiet niet, er is een overschot.
B ) Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2024. De reguliere aflossing is voor 2024 geraamd op € 0. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisiconorm. Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit:
| Berekende renterisiconorm | 2025 | 2026 | 2027 |
2028 |
| Begrotingstotaal | 64.206 | 61.187 | 55.893 | 55.906 |
| Percentageregeling | 20 | 20 | 20 | 20 |
| Renterisiconorm | 12.841 | 12.237 | 11.179 | 11.181 |
| (x €1.000) | ||||
| Renterisico op vaste schuld | 2025 | 2026 | 2027 |
2028 |
| Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aflossingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Renterisico | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Renterisiconorm | 12.841 | 12.237 | 11.179 | 11.181 |
| Rente onder risiconorm | 12.841 | 12.237 | 11.179 | 11.181 |
| Overschrijding renterisiconorm | n.v.t | n.v.t | n.v.t | n.v.t |
| (x €1.000) | ||||
C ) EMU-saldo
In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU-saldo:
| Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | ||
| + 1 | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves | -3.304 | -3.598 | -3.168 | -2.532 |
| + 2 |
Afschrijvingen t.l.v. exploitatie |
2.577 | 3.166 | 3.280 | 3.533 |
| + 3 |
Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie | 202 | 202 | 202 | 202 |
| - 4 |
Investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd | 4.483 | 2.982 | 2.283 | 400 |
| + 5 |
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bedragen van het Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen |
45 | - | - | - |
| + 6A |
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) | - | - | 630 | - |
| - 6B |
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa | - | - | - | - |
| - 7 |
Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. | 1.684 | 1.457 | - | - |
| + 8A |
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) | 3.579 | - | - | - |
| - 8B |
Boekwinst op grondverkopen | 5.167 | 1.441 | 1.441 | - |
| - 9 |
Betalingen t.l.v. voorzieningen | 33 | 187 | 567 | 90 |
| - 10 |
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder een van de andere genoemde posten | - | - | - | - |
| 11 A |
Gaat u deelnemingen verkopen? | nee | nee | nee | nee |
| -11B |
Zo ja; boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen | - | - | - | - |
| Berekend EMU Saldo | -8.268 | -6.297 | -3.347 | 713 | |
| Individuele referentie waarde | -1.799 | -1.799 | -1.799 | -1.799 | |
| Tekort (-) of overschot (+) EMU saldo | -6.469 | -4.498 | -1.548 | 2.512 | |
| (x €1.000) | |||||
D ) Liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte
Overzicht van de verwachte financiële positie voor de jaren 2025 tot en met 2028:
| Financiële positie |
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
| 1 | Beginsaldo | 11.918 | 5.618 | -1.818 | -3.966 |
| Mutaties in financieringssaldo | |||||
| 2 | Saldo mutaties vaste activa | -2.646 | -980 | -202 | -2.065 |
| 3 | Mutatie nog te bestemmen exploitatiesaldo | -356 | 2.175 | 71 | 287 |
| 4 | Saldo mutaties reserves en voorzieningen | 3.332 | 3.944 | 3.158 | 2.855 |
| 5 | Saldo mutaties langlopende schulden | 0 | -1.838 | -2.148 | -5.689 |
| 6 | Mutaties financieringssaldo (2-3-4-5) |
-5.621 | -5.262 | -1.283 | 482 |
| 7 | Saldo mutaties vlottende activa | -679 | -337 | 1.283 | -484 |
| 8 | Saldo mutaties vlottende passiva | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 9 | Mutaties netto werkkapitaal (7-8) |
-679 | -337 | 1.283 | -484 |
| 10 | Mutaties in liquide middelen (6-9) |
-6.300 | -5.599 | 0 | -2 |
| 11 | Eindsaldo (1 + 10) |
5.618 | 19 | 19 | 18 |
| (x €1.000) | |||||
E ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden, zoals deze meegenomen zijn in de begroting van 2025.
| Soort | Ultimo 2025 | Ultimo 2026 | Ultimo 2027 | Ultimo 2028 |
| Uitgezette gelden op lange termijn | 945 | 919 | 914 | 908 |
| Uitgezette gelden op korte termijn | 5.598 | 0 | 0 | 0 |
| Aandelenbezit | 184 | 184 | 184 | 184 |
| Opgenomen gelden lange termijn | 0 | -1.838 | -3.986 | -9.675 |
| Opgenomen gelden korte termijn | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 6.727 | -735 | -2.888 | -8.583 |
| (x €1.000) | ||||
F) Renteschema
Er wordt geen rente toegerekend, omdat de omslagrente voor het jaar 2025 negatief is.
G) Rentevisie
Door de huidige onrust op de financiële markten is het lastig een goede verwachting uit te spreken over de ontwikkeling van de rentekosten en rentebaten.