Omschrijving |
Voordeel |
Nadeel |
Het saldo van dit programma is gemuteerd van € 28.074 naar € 28.941. De mutatie betreft meerjarenschijf 2023 uit de begroting 2022 versus huidige begroting 2023. De belangrijkste afwijkingen zijn: |
Hogere algemene uitkering In de meicirculaire 2022 is de nieuwe verdeling van het gemeentefonds, de actualisatie van het accres op basis van de Voorjaarsnota 2022 en het incidenteel schrappen van de oploop van de opschalingskorting 2023 tot en met 2025 verwerkt. Vanwege de hoge inflatie is het accres in deze meicirculaire bijgesteld/gecorrigeerd, dit extra geld (€ 900.000) is in deze begroting ingezet ter compensatie van de prijsstijgingen. Het accres voor het jaar 2026 is niet berekend, maar vastgezet op een taakstellende plus ten opzichte van de septembercirculaire 2021. Het accres wordt tot 2025 grotendeels op basis van bestaande afspraken berekend, vanaf het jaar 2026 zal het gemeentefonds niet langer via de normeringssystematiek geindexeerd worden. Door het bevriezen van het accres en het opnieuw in werking treden van de opschalingskorting in 2026 is een zeer forse teruggang van de algemene uitkering te zien in 2026, daarom ook al wel ‘het ravijnjaar 2026’ genoemd. Inmiddels is bekend geworden dat het kabinet in de septembercirculaire eenmalig 1 miljard euro beschikbaar heeft gesteld voor 2026. Door de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel verschuift de verantwoordelijk voor de (jeugd)zorg naar een andere gemeente, dit heeft geen negatieve invloed gehad op de financiële middelen. Om die reden kunnen de extra ontvangen middelen bij de meicirculaire 2021 vrijvallen ten gunste van de algemene uitkering. |
3.056 |
|
Intrekken taakstellingen i.v.m. natuurlijk verloop Zoals in de voorjaarsbrief is aangegeven kan deze taakstelling niet ingevuld worden. Bij het aangaan van deze taakstelling was de gedachte dat er een professionaliseringsslag zou kunnen plaatsvinden vanwege het aantrekken van nieuwe medewerkers voor het groeiende takenpakket. Hierin worden problemen voorzien, omdat de professionalseringsslag wel heeft plaatsgevonden, maar de groei van het takenpakket groter is dan verwacht. Ook merken we dat er in het verleden een uitbreiding van formatie heeft plaatsgevonden, maar dat hier de ondersteunende afdelingen niet in mee zijn gegroeid (bijv. personeelszaken, financiën, juridische zaken, gegevensbeheer, etc.). Hier knelt het nu al, nog zonder de betreffende taakstelling door natuurlijk verloop. En juist binnen deze teams ontstaan de vacatures vanwege natuurlijk verloop. |
|
250 |
Prijsindexatie Voor de begroting 2023 is een stelpost van € 1,4 miljoen voor extra prijsindexatie opgenomen, onder andere vanuit het bijgestelde/gecorrigeerde accres (€ 900.000) in de meicirculaire. Deze post kan bij de voortgangsrapportage 2023 ingezet worden om overschrijdingen te dekken die zijn ontstaan door prijsstijgingen. Zodoende kan er meer specifiek ingespeeld worden op hoge prijsstijgingen op bepaalde posten i.p.v. een hogere algemene index toe te passen op alle budgetten. |
|
1.422 |
Loonindexatie Voor de begroting 2023 is een stelpost opgenomen van € 410.000. Deze bestaat uit een verwachte stijging van de sociale lasten van € 150.000 en een extra stelpost van € 260.000, gebaseerd op 2% extra loonstijging in afwachting van de nieuwe CAO. |
|
410 |
Gemeentelijke samenwerking Zoals aangegeven in de voortgangsrapportage wordt door het zelf invullen van de vacatureruimte van een inkoopadviseur en een uitbreiding van deze functie minder gebruik gemaakt van de expertise op dit gebied van de andere gemeenten waarmee we samenwerken bij inkoopvraagstukken. |
37 |
|
Aframen post onvoorzien naar € 0 De afgelopen jaren is de post onvoorzien niet tot nauwelijks gebruikt, resulterend in een voordeel op de post onvoorzien in de afgelopen jaarrekeningen. Veelal wordt ervoor gekozen om in de jaarlijkse voortgangsrapportage kleine onvoorziene uitgaven (eenmalig) bij te stellen. De reservepositie van de gemeente Staphorst is dusdanig gezond dat eventuele eenmalige onvoorziene kosten opgevangen kunnen worden in de voortgangsrapportage of in jaarrekening. |
34 |
|
Lagere renteopbrengsten leningen Zoals aangegeven in de voortgangsrapportage 2022 ontvangen we door een aflossing van een lening structureel minder renteopbrengsten. |
|
17 |
Bijstellingen dividendopbrengsten Rendo en BNG De dividendopbrengst van Rendo wordt met € 42.000 lager geraamd. In deze begroting gaan we uit van een totale geschatte dividenduitkering van € 5,5 miljoen voor de 9 aandeelhoudende gemeenten. Rendo verwacht voor 2023 net als in 2022 aan de onderkant van de geschatte bandbreedte (€ 5 - € 7 miljoen) uit te komen. In 2022 wordt in totaal € 5 miljoen uitgekeerd.
De dividendopbrengst vanuit de BNG is met € 6.000 positief bijgesteld, gelet op de laatste ontwikkelingen. |
|
36 |
Bijdrage fonds GGU Zoals in de voortgangsrapportage 2022 opgenomen is de bijdrage voor het fonds Gezamenlijk Gemeentelijke Uitvoering (GGU) aan de VNG te laag geraamd. |
|
10 |
Opbrengsten OZB In de meerjarenraming in voorgaande begrotingen is uitgegaan van een te positief geraamde areaaluitbreiding. Op basis van de opbrengsten van 2022 en de laatste tariefsberekening worden de meerjarige OZB opbrengsten aangepast. Het uitgangspunt 1% areaaluitbreiding is toegepast en leidt tot een bijstelling. |
|
241 |
Post onvoorzien Betreft ondersteuning initiatieven/instelling ontwikkelfonds (collegeprogramma), versterking dienstverlening en het vitaliteitsbeleid. |
|
117 |
Toenemende kosten afhandeling WOZ bezwaren Door een verwachte toename van de schadeloostellingen en nieuwe prijsafspraken met het taxatiebureau dat voor ons de bezwaren/beroepen afwikkelt is het budget met € 24.000 bijgesteld. |
|
24 |
Reservemutatie vennootschapsbelasting (technische wijziging) Dit betreft een verschuiving van de reservemutatie die betrekking heeft op de vennootschapsbelasting. Conform de Informatie voor Derden (Iv3) richtlijnen hoort ook de reservemutatie van de vennootschapsbelasting in programma 0, ondanks dat deze ontstaat door resultaten op grondexploitaties (programma 8). Per saldo betreft dit geen voor- of nadeel, maar een verschuiving tussen programma 0 en 8. |
31 |
|
Vrijval stelposten afschrijvingen (technische wijziging) De stelposten afschrijvingen zijn verplaatst naar de desbetreffende programma's, waarop de afschrijvingslasten betrekking hebben. |
23 |
|
Investeren in een toekomstbestendig personeelsbestand Er is een brede organisatiescan uitgevoerd, waarbij is beoordeeld wat een passende formatieomvang zou zijn voor een organisatie als de onze en de (op dit moment bekende) opgaven waar we voor staan. De uitkomsten, aanbevelingen en conclusies zijn vertaald in een aanbiedingsbrief en financieel verwerkt in deze begroting. Het wordt aanbevolen om de formatie op diverse onderdelen structureel uit te breiden, in totaal met € 320.000, dit is € 230.000 lager dan de ruwe inschatting die is gemaakt bij de voorjaarsbrief. Van het totaal wordt € 47.000 verantwoord in programma 0 en € 273.000 in programma 9. |
|
47 |
Diverse posten In programma 0 zijn diverse budgetten bijgesteld met een saldo van € 21.000 voordelig. |
21 |
|
Na vaststelling van de begroting 2022 zijn de volgende begrotingswijzigingen vastgesteld en doorgevoerd met een impact op 2023:
- Tariefsverhoging huishoudelijke hulp: 57 V
- Septembercirculaire 2021 + niet verhogen OZB: 182 V
|
239 |
|