Samenvatting

Financiële samenvatting 2023 - 2026

Terug naar navigatie - Financiële samenvatting 2023 - 2026

  

Exploitatie Realisatie 2021 Actuele begroting 2022 Begroting 2023 Meerjarenbegroting 2024 Meerjarenbegroting 2025 Meerjarenbegroting 2026
Lasten -41.540.398 -47.660.316 -55.739.089 -50.527.786 -47.377.490 -47.372.687
Baten 41.209.747 42.351.010 52.880.331 49.073.172 47.170.924 45.538.149
Saldo van baten en lasten voor bestemming -330.651 -5.309.306 -2.858.758 -1.454.614 -206.566 -1.834.538
Stortingen -1.904.922 -860.000 -1.095.000 -1.125.000 -1.155.000 -1.185.000
Onttrekkingen 4.017.285 6.458.332 4.083.858 3.652.546 3.417.707 2.617.255
Mutaties reserves 2.112.363 5.598.332 2.988.858 2.527.546 2.262.707 1.432.255

Beleidsmatige samenvatting

Terug naar navigatie - Beleidsmatige samenvatting

Inleiding
De begroting 2023 zoals die voor u ligt is structureel (en reëel) in evenwicht. Dat wil zeggen dat de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De jaarschijven 2024 en 2025 tonen tevens ruim positieve saldi. De jaarschijf 2026 is negatief, de voornaamste oorzaak is de algemene uitkering voor het jaar 2026 in de meicirculaire. Er wordt daarom ook wel gesproken van een ravijnjaar. Het Rijk werkt met gemeenten en provincies aan een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026. Inmiddels is bekend geworden dat in de aanloop daarnaartoe, het kabinet voor gemeenten in 2026 eenmalig € 1 miljard extra beschikbaar stelt in de septembercirculaire. In overleg met onze toezichthouder wordt de septembercirculaire middels de 1e begrotingswijziging 2023 (die gelijktijdig met de begroting 2023 in de raadsvergadering van 8 november wordt vastgesteld), waardoor de jaarschijf 2026 ook positief uitpakt.

Begrotingssaldi
De uitkomst van de begroting en meerjarenraming is als volgt:

Begrotingssaldo per jaar 2023 2024 2025 2026

Het begrotingssaldo geschoond voor de incidentele baten en lasten is als volgt:

Begrotingssaldo zonder incidentele baten en lasten 2023 2024 2025 2026
Begrotingssaldo 130 V 1.073 V 2.056 V 402 N
Begrotingssaldo onderdeel incidentele baten en lasten 8 N 18 N 20 N 22 N
Begrotingssaldo onderdeel structurele baten en lasten 138 V 1.091 V 2.076 V 380 N
(x €1.000 - N = Nadelig, V = Voordelig)

Zoals u in bovenstaande tabel kunt zien is er sprake van een meerjarig structureel sluitende begroting.

Reserves
Ontwikkeling vrij besteedbare reserves
De vrij besteedbare reserves bestaan uit: de algemene reserve, de reserve zonder bestemming en de reserve grondexploitatie. Echter, de algemene reserve ad € 3,5 miljoen vormt de buffer voor opvang van incidentele nadelen en het weerstandsvermogen. Zie hiervoor ook de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement. Voor de reserve grondexploitatie geldt de bepaling dat deze minimaal een stand moet hebben van 30% van de waarde van de gronden die niet in exploitatie zijn genomen (strategische gronden/gronden gebiedsontwikkeling). Feitelijk is de reserve zonder bestemming vrij beschikbaar.

Jaar Algemene reserves Reserve zonder bestemming Reserve grondexploitatie
Stand begin 2023 3.500 7.882 3.011
Toevoegingen/onttrekkingen   329 -36
Stand eind 2023 3.500 8.211 2.975
(x €1.000)

Weerstandsvermogen
De belangrijkste risico's staan vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen.

Voor een beoordeling van de financiële positie is ook een beeld nodig van de balanspositie. Dit wordt uitgedrukt in de kengetallen netto schuldquote, solvabiliteitsratio en het weerstandsvermogen. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen wordt uitgedrukt in het balanstotaal. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de financiële weerbaarheid van de gemeente. De VNG adviseert een minimale ratio van 20%.
De gemeente Staphorst zit meerjarig boven de 80%. Het kengetal netto schuldquote, ook wel bekend als de netto schuld als percentage van de inkomsten, geeft een indicatie van de financiële vermogenspositie van een gemeente. Met deze indicator wordt de netto schuld, zoals die zichtbaar is op de balans, uitgedrukt als een percentage van de inkomsten (exploitatie). De adviesgrens is maximaal 130%. De gemeente Staphorst zit voor 2023 op -20%. De weerstandscapaciteit is nog steeds goed. Dit blijkt uit de verhouding tussen het risicoprofiel en het aanwezige weerstandsvermogen (algemene en risicoreserve). Dat is meer dan 13,0. Dit betekent dat voor iedere euro aan risico’s er ruim dertien euro aan reserves (algemene reserve, reserve zonder bestemming en reserve grondexploitatie) en de nog niet benutte belastingcapaciteit tegenover staan. Per 31 december 2023 bedraagt de verwachte stand hiervan: € 16,7 miljoen. Het risicoprofiel bedraagt € 1,2 milj. oftewel: 13,7 en daarmee is het weerstandsvermogen ruim voldoende om alle risico's af te dekken.

Algemene uitkering van het gemeentefonds
De meicirculaire 2022 is verwerkt in de begroting.  In deze circulaire is er sprake van een behoorlijke opwaartse bijstelling van het accres als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling. Voor het jaar 2026 wordt gesproken over een "ravijnjaar" door o.a. normeringssystematiek en opschalingskorting. Inmiddels is bekend geworden dat er voor het jaar 2026 extra geld in het gemeentefonds komt. Deze septembercirculaire is zoals gebruikelijk niet verwerkt in de begroting. De meicirculaire 2022 leidt ten opzichte van de begroting 2022 tot de volgende uitkomsten:

  2023 2024 2025 2026
Begroting 2022 24.810 24.721 23.259  
Begroting 2023 28.093 29.741 31.517 29.657
Verschil 3.283 5.020 8.258 n.v.t.
(x €1.000)

Onroerende zaakbelastingen en lastendruk
Voor 2023 stellen we voor de belastingen en heffingen met een inflatie van 1,5% te verhogen. Hiervoor gelden een paar uitzonderingen:

  • De opbrengst OZB wordt met 10% verhoogd. Dit conform het besluit begroting 2020 waarin de OZB-opbrengst jaarlijks tot en met 2023 met 10% wordt verhoogd.
  • Afvalstoffenheffing (€ 237 vast recht + gemiddelde ledigingen), rioolheffing (€ 208 woningen) en rioolaansluitrecht (€ 4.156) blijven gelijk.
  • Toeristenbelasting blijft gelijk voor 2023 en 2024. 
  • Voor de legesverordening is pas in november meer duidelijkheid over de invoering van de Omgevingswet. Daarom wordt eerst voorgesteld om de bestaande leges met 1,5% te verhogen. Wanneer de Omgevingswet wel doorgevoerd wordt, volgt een afzonderlijk voorstel waarin meer zaken aan de orde komen en de daarbij behorende tarieventabel.