Paragraaf 3 - Financiering

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 - Financiering - Inleiding op de paragraaf

Algemeen 
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut.

Uitvoering financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 - Financiering - Uitvoering financieringsfunctie

Naast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 16 van de financiële verordening. In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op

A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De gemiddeld in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening-courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. Op basis van de begroting 2026:

Omvang van de begroting per 1 januari 2026 € 64.015
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag € 5.441
Totaal vlottende schuld 0
Ruimte € 5.441

De gemeente Staphorst overschrijdt de kasgeldlimiet niet, er is een overschot.

B ) Renterisiconorm
De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2026.  De reguliere aflossing is voor 2026 geraamd op € 0. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisiconorm. Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit: 

Berekende renterisiconorm (x €1.000) 2026 2027
2028
2029
Begrotingstotaal 64.015 62.183 61.999 62.363
Percentageregeling 20 20 20 20
Renterisiconorm 12.803  12.437  12.400 12.473
   
Renterisico op vaste schuld (x €1.000) 2026 2027
2028
2029
Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0
Aflossingen 0 0 0
Renterisico 0 0 0
Renterisiconorm 12.803 12.437 12.400 12.473
Rente onder risiconorm 12.803 12.437 12.400 12.473
Overschrijding renterisiconorm n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t 
   

C ) EMU-saldo
In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU-saldo: 

(x €1.000) 2026 2027 2028 2029
+ 1 Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves -3.660 -3.175 -1.291 -990 
+ 2
Afschrijvingen t.l.v. exploitatie 
2.705 3.137 3.552 3.635
+ 3
Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie 251 251 251 251 
- 4
Investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd 10.029 6.069 3.383 626
+ 5
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bedragen van het Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen
- - -  
+ 6A
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) - 630 -  
- 6B
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - - -  
- 7
Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 3.924 821 145 308 
+ 8A
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)  1.297 1.297 1.297
- 8B
Boekwinst op grondverkopen  174 - - 942 
- 9
Betalingen t.l.v. voorzieningen 506 101 321 465 
- 10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder een van de andere genoemde posten - - -  
11 A
Gaat u deelnemingen verkopen? nee nee nee nee 
-11B
Zo ja; boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen - - -  
  Berekend EMU Saldo -14.040 -4.851 -40 556
  Individuele referentie waarde  -1.799 -1.799 -1.799 -1.799 
  Tekort (-) of overschot (+) EMU saldo -12.241 -3.052 1.759 2.355
   

D ) Liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte 
De Liquiditeitsplanning voor de jaren  2026 tot en met 2029 is als bijlage opgenomen.

E ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden, zoals deze meegenomen zijn in de begroting van 2026.

Soort (x €1.000) Ultimo 2026 Ultimo 2027 Ultimo 2028 Ultimo 2029
Uitgezette gelden op lange termijn 972 972 972 972 
Uitgezette gelden op korte termijn 8.938 809 0 2.268
Aandelenbezit 184 184 184 184 
Opgenomen gelden lange termijn 0 0 0
Opgenomen gelden korte termijn (= tekort schatkistbankieren) 0   -226  
Totaal 10.094 1.965 930 3.424
   

F) Renteschema
Er wordt geen rente toegerekend, omdat de omslagrente voor het jaar 2026 negatief is.

G) Rentevisie
Door de huidige onrust op de financiële markten is het lastig een goede verwachting uit te spreken over de ontwikkeling van de rentekosten en rentebaten.