7. Robuust maken begroting (opvolgen aanbevelingen provincie)

7. Robuust maken begroting (opvolging aanbevelingen provincie)

Terug naar navigatie - 7. Robuust maken begroting (opvolging aanbevelingen provincie)

Uit de financiële scan van de provincie blijkt dat gemeente Staphorst in de afgelopen jaren nieuw beleid en nieuwe investeringen voornamelijk heeft gedekt uit reserves. Het gevolg is dat de vrij beschikbare reserves beperkt zijn.

Om de begroting “robuust” te maken naar de toekomst stelt het College de volgende structurele budgetten voor:

Gebouwenbeheer: omzetten van reserve naar voorziening
Voor het groot onderhoud van de gebouwen is nu een jaarlijkse budget in de begroting opgenomen. Overschotten of tekorten worden jaarlijks verrekend met de reserve gebouwenbeheer. Er wordt gewerkt aan een nieuw gebouwenbeheerplan waarbij het plan is om de reserve om te zetten naar een egalisatievoorziening. Op dit moment kan nog niet ingeschat worden wat de financiële effecten daarvan precies zijn, mede doordat dit gekoppeld is aan de strategische visie op gebouwenbeheer. Daarbij blijven we binnen de bestaande budgetten.

Wegenbeheer
In de begroting is € 300.000 te weinig opgenomen voor het groot onderhoud van de wegen. Volgens het wegenbeheersplan 2017-2020 is jaarlijks € 1 miljoen nodig voor het groot onderhoud van de wegen. Dit wegenbeheersplan is gebaseerd op de vastgestelde kwaliteitsniveaus door de Raad. In de begroting is nu € 700.000 opgenomen. Structureel zit er dus € 300.000 te weinig in de begroting. In de afgelopen jaren is hierdoor bespaard op het groot onderhoud van de wegen en is het eventuele tekort gedekt uit de reserve wegen. We lopen hierdoor een risico op kapitaalvernietiging en verdere aantasting van de reservepositie wegen. Daarom wordt voorgesteld om de exploitatie nu bij te stellen en extra structureel budget in de begroting op te nemen voor wegenbeheer.

Kapitaallasten (investeringsbudget voor nieuw beleid)
In de begroting van gemeente Staphorst zijn structureel geen kapitaallasten opgenomen voor vervangingsinvesteringen en investeringen in de toekomst. We dekken nu veel investeringen uit reserves die bij vervanging in de toekomst uit het begrotingssaldo gedekt moeten worden. Het is dus belangrijk om de begroting naar de toekomst “robuust” te maken en nu al budget te gaan opnemen voor toekomstige vervangingsinvesteringen.

Het College stelt een jaarlijks kapitaallastenbudget voor van € 25.000 jaar. Op basis van een gemiddeld afschrijvingstermijn van 20 jaar is er hiermee jaarlijks een investeringsbudget beschikbaar van € 500.000. Het kapitaallastenbudget is nu verwerkt als een soort stelpost. Dekking uit deze stelpost kan alleen plaatsvinden na goedkeuring door de Raad, dus op basis van een raadsvoorstel en raadsbesluit. De financiële verordening wordt hierop in het najaar 2020 aangepast.

Meerjaren investeringsprognose
Vervanging van materieel, onderwijshuisvesting en renovatie van gebouwen is niet structureel geborgd in de begroting. Vervanging van materieel wordt nu jaarlijks via de lijst van investeringen verwerkt. Het College wil dit structureel gaan borgen in de begroting en bij het opstellen van de begroting 2021 een meerjaren investeringsprognose opstellen voor materieel, onderwijshuisvesting en renovatie van gebouwen. De opgenomen bedragen worden dus in aanloop naar de begroting 2021 nader onderbouwd met een meerjaren investeringsprognose die in de begroting 2021 wordt opgenomen. Het budget wat we nu opnemen aan kapitaallasten is € 10.000 per jaar wat jaarlijks met € 10.000 oploopt. De investeringscapaciteit is hiermee nog beperkt maar dit is een eerste aanzet die nader wordt onderbouwd in de begroting 2021.