In het collegeprogramma 2022 -2026 is opgenomen dat we de agrarische sector vitaal willen houden. Ten aanzien van de financiën is hierover in de begroting 2023 het volgende genoemd: “Voor ondersteuning van pilots die vanuit of samen met de Provincie Overijssel worden uitgevoerd, zijn incidentele middelen nodig. Financiële gevolgen van wat we willen bereiken worden, voor zover die in beeld zijn, verwerkt in de begroting van 2023 en in de meerjarenramingen 2024-2026”.
PPLG, GGA en coöperatief tienpuntenplan Staphorsterveld
Uiterlijk op 1 juli 2023 dienen Gedeputeerde Staten van Overijssel het voorontwerp PPLG in bij het Rijk. Onderdeel van dit PPLG is een gebiedsplan noordwest Overijssel. Voor het deelgebied Staphorsterveld wordt daarin verwezen naar het – onder regie van Staphorst opgestelde - coöperatief tienpuntenplan. Doel van dit plan is om, samen met boeren, terrein beherende organisaties, water-schap, provincie en andere stakeholders, integrale oplossingen te zoeken voor grote maatschappelijke opgaven zoals klimaatverandering, bodemdaling, achteruitgang van biodiversiteit en vraagstukken rondom voedselzekerheid en energievoorziening. Daarbij gaan wij ervan uit dat boeren niet het probleem, maar juist een deel van de oplossing kunnen zijn.
2024: Uitvoering geven aan coöperatief tienpuntenplan en GGA
In 2024 willen we concreet uitvoering gaan geven aan het coöperatieve tienpuntenplan en de ge-biedsgerichte aanpak. Hiervoor is tijdelijke uitbreiding in capaciteit nodig in 2024. Dit betreft:
1. Projectleider ter ondersteuning van (pilots in de) gebiedsgerichte aanpak (€ 86.400)
2. RO expertise (€ 86.400)
3. Ondersteuning / projectassistent (€ 27.000)
Voorgesteld wordt om deze kosten te dekken uit de bestemmingsreserve duurzaamheid.
Vooruitblik periode na 2025
Uit de vergaderstukken van het bestuurlijk netwerk landelijk gebied voor 6 april 2023, blijkt dat de VNG momenteel betrokken is bij een artikel-2-onderzoek via het ministerie van LNV door KMPG. Eind mei 2023 moet dit een beeld geven over capaciteits- en expertisebehoefte bij decentrale overheden en financiële middelen als het gaat om het NPLG. Reden hiervoor is dat gemeenten verwachten dat voor de transitieopgaven op het platteland veel ambtelijke capaciteit nodig is. Het is nog niet bekend of en wanneer gemeenten hier een vergoeding voor ontvangen. Ook is er nog geen duidelijkheid over o.a. het landbouwakkoord en de wijze waarop een nieuwe provinciale coalitie vorm wenst te geven aan de plattelandsopgaven. Vanwege deze onduidelijkheid is het nu niet mogelijk om een adequaat beeld te geven van de weerslag op de gemeentelijke begroting. Op voorhand veronderstellen we echter wel dat in de toekomst meer en hogere uitgaven benodigd zijn, met een looptijd tot 2030 – 2035. Het streven is om hier in de volgende zomernota een nauwkeuriger beeld van te kunnen schetsen.