Jaarverslag - Paragrafen

Jaarverslag - Paragrafen

Terug naar navigatie - Jaarverslag - Paragrafen

In dit hoofdstuk is opgenomen:
Paragraaf 1 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Paragraaf 2 | Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf 3 | Financiering
Paragraaf 4 | Bedrijfsvoering
Paragraaf 5 | Verbonden partijen
Paragraaf 6 | Grondbeleid
Paragraaf 7 | Lokale heffingen
Paragraaf 8 | Sociaal domein

Klik hieronder op een paragraaf voor meer informatie.

Paragraaf 1 | Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Algemeen
De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing  geeft aan hoe solide de financiële huishouding van de gemeente is. Een financieel weerstandsvermogen is van belang wanneer er zich financiële tegenvallers voordoen. Als beleidsuitgangspunt is gekozen dat het beleid wordt vastgelegd in de nota weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en rekening wordt vervolgens een actualisatie en verantwoording vermeld van het weerstandsvermogen en risicomanagement.


Nota weerstandsvermogen en risico-management
In de vergadering van uw raad d.d. 26 september 2017 is de nota Weerstandsvermogen & Risicomanagement opnieuw vastgesteld, conform nieuwe financiële verordening. Belangrijkste wijzigingen zijn:

Risico´s worden ingedeeld volgens de programma-indeling
Door de risico´s in te delen volgens de huidige programma-indeling is er sprake van aansluiting bij de documenten uit de P&C cyclus ( begroting, jaarrekening en zomernota).

Reserve Grondexploitatie maakt deel uit van reservepositie i.k.v. weerstandsvermogen
Grondexploitatie is een risicovol onderdeel van de gemeentelijke werkzaamheden. Het gaat veelal om grote bedragen. Daarom is er ook een reserve grondexploitatie ingesteld. Het is logisch om deze reserve onderdeel te laten vormen van het weerstandsvermogen, ook de risico’s worden hier namelijk benoemd.

Financiële kencijfers laten voldoen aan het minst risicovolle profiel
In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over een vijftal kencijfers. In de nota zijn een aantal beleidsuitgangspunten geformuleerd voor deze kencijfers. Zonder deze uitgangspunten zijn de kengetallen namelijk moeilijk te duiden, ook zullen de kengetallen in samenhang moeten worden bezien. Gezien de huidige ratio’s is besloten om aan te sluiten bij de ratio’s van minst risicovol = A. In onderdeel D van deze paragraaf zal uitgebreid worden ingegaan op de hoogte van de kencijfers.


Bepaling weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen van de gemeente betreffende de risicogevoeligheid is de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van een opgetreden risico op te vangen. Dit is weer te geven als de verhouding van de hierboven beschreven beschikbare weerstandscapaciteit en de noodzakelijke weerstandscapaciteit (om mogelijk risico´s af te dekken). Hierbij is de impact van de risico’s vastgesteld op een zekerheidspercentage van 90%. Uit deze verhouding komt een ratio, waar een kwalificatie aan kan worden gegeven. Deze is als volgt benoemd in de beleidsnota:

  Ratio weerstandsvermogen Kwalificatie
A > 2,0 Uitstekend
B > 1,4 en < 2,0 Ruim voldoende
C > 1,0 en < 1,4 Voldoende
D > 0,8 en < 1,0 Matig
E > 0,6 en < 0,8 Onvoldoende
F < 0,5 Ruim onvoldoende

 

Als beleidsuitgangspunt is in de nota gesteld dat minimaal aan kwalificatie A moet worden voldaan.
Voor het jaar 2017  komt het weerstandsvermogen uit op  9.8

Conclusie: Het weerstandsvermogen is voldoende 'robuust' om eventuele risico's op te vangen.

Opbouw Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Om de paragraaf leesbaar te houden, zal de problematiek slechts in grote lijnen worden behandeld. Een meer gedetailleerde analyse is terug te vinden in de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. . In deze paragraaf wordt een berekening gemaakt van het weerstandsvermogen (onderdeel A), waarbij de weerstandscapaciteit (onderdeel B) opnieuw is bepaald aan de actualiteit. De risico´s (onderdeel C) zijn overgenomen uit de vastgestelde nota, wel zal kort ingegaan worden in hoeverre bepaalde risico’s zich hebben voorgedaan gedurende het jaar 2017.


Tenslotte is in onderdeel D de verplichte set met kencijfers opgenomen, inclusief beoordeling aan de hand van de vastgestelde ratio's. De kengetallen en de beoordeling ervan geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht over de financiële positie van de gemeente.

A | Ontwikkeling weerstandsvermogen 2017

Terug naar navigatie - A | Ontwikkeling weerstandsvermogen 2017

Weerstandscapaciteit:

Algemene reserve;

Reserve Grondexploitatie
Post onvoorzien;
Onbenutte belastingcapaciteit

 

Risico's:

Programma 1
Programma 2
Etc.
Etc.

€ 15.451
  € 1.581
Weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit / impact risico's bij 90% zekerheid
  Weerstandsvermogen
9.8
 

Passen we deze ratio op de tabel, zoals benoemd in de beleidsnota, dan komende we uit op de kwalificatie:

                                                                              A - (meer dan) uitstekend


Ontwikkeling weerstandsvermogen door de jaren heen:

Bedragen x €1.000 Rekening 2014
 Rekening 2015
Rekening 2016 Begroting 2017
nota 2017*
Rekening 2017**
Weerstandscapaciteit  12.528  12.015 11.945 5.675 21.623
15.451
Risico's *  1.651  1.676  1.646  1.583 1.506
1.581
Weerstandsvermogen  7.6  7.2  7.3  3.6 14.3
 9.8

*De stijging van het weerstandsvermogen vanaf 2017 vloeit voort door de opname van de reserve grondexploitatie als onderdeel van de weerstandscapaciteit (ruim 9 milj). Ook de risico's die met grondexploitatie gepaard gaan zijn hier opgenomen. De verwachting is dat uit deze reserve in 2017-2018 diverse bedragen worden onttrokken: fietsroute ZSM, fietspadenplan Kanlaan/Evenboersweg en het fietspad Heerenweg. Het weerstandsvermogen zal hierdoor  weer gaan dalen en op het niveau komen van 2015-2016.

De daling van de weerstandscapaciteit verloopt minder snel dan was gepland:
- minder onttrekkingen aan de algemene reserve dan was gepland in de begroting. Investeringen zijn voor het volledige bedrag begroot in 2017 of eerder, terwijl een groot deel van de uitgaven nog moet plaatsvinden (o.a. fietsroute ZSM  en fietspad Kanlaan/Evenboersweg) of zelfs het krediet nog moet worden geaccordeerd door de Raad. 
- zoals begroot heeft er een onttrekking plaatsgevonden ad € 1.65 miljoen. van de reserve zonder bestemming en € 4,1 miljoen van de reserve grondexploitatie voor de nieuw gevormde reserve afschrijving investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut. Door enkele winstnemingen op grondexploitaties heeft er toevoeging plaatsgevonden van de reserve grondexploitatie met ruim 2,6 miljoen, vervolgens heeft er ook een onttrekking plaatsgevonden van € 2 miljoen ten gunste van de reserve wegenbeheer.

B | Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - B | Beschikbare weerstandscapaciteit

 De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt bepaald:

Incidentele weerstandscapaciteit Rekening (x €1.000)
1 | Algemene reserve 3.300
2 | Reserve zonder bestemming 5.017
3 Reserve Grondexploitatie  6.099
4 Winstsaldo 2017  349
5 | Post onvoorziene uitgaven  0
Totaal incidentele weerstandscapaciteit 14.765
Structurele weerstandscapaciteit Rekening (x €1.000)
5 | Post onvoorziene uitgaven 0
6 | Onbenutte belastingcapaciteit 686
7 | Begrotingsruimte  0
8 | Bezuinigingen 0
Totaal structurele weerstandscapaciteit 686
Totaal bedrag aan weerstandscapaciteit 9,8

Ad 1             Algemene reserve
De stand van de algemene reserve is aan het begin en het eind van het jaar € 3,3 miljoen. Dit is conform het vastgestelde beleid zoals vastgesteld in de nota reserves en voorzieningen: per inwoner € 200.

Ad 2             Reserve zonder bestemming
De reserve zonder bestemming geeft eind 2016 een saldo van € 5.017.000 (zie tabel 1)

Ad 3            Reserve Grondexploitatie
De reserve grondexploitatie geeft eind 2017 een saldo van € 6.099.000 (zie tabel 1)

Ad 4           Winstsaldo 2017
De rekening 2017 sluit af met een positief saldo van € 349.000.  Toevoeging aan de reserve zonder bestemming zal leiden tot en vermeerdering van de weerstandscapaciteit.

Ad 5           Post onvoorziene uitgaven
Is verwerkt in het rekeningsaldo 2017

Ad 6           Onbenutte belastingcapaciteit
Gemeente Staphorst kan haar belastingen verhogen en heffingen kostendekkend maken om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale heffings- en belastingtarieven en de begrote opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit. 
Gemeente Staphorst kan haar inkomsten structureel met € 464.000 verhogen. De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit staat in tabel 2.

Ad 7+8     Begrotingsruimte /Bezuinigingen
De begroting inclusief bezuinigingen sloot neutraal. Indien alle inkomsten en uitgaven zouden zijn gerealiseerd, zou het winstsaldo € 0.00 zijn geweest over het jaar 2017, zie 2a. Het daadwerkelijke winstsaldo is opgenomen bij 2. Daarom zijn hier geen bedragen meer opgenomen.

Tabel 1:    Reserve Zonder bestemming x €1.000  Reserve Grondexploitatie (x € 1.000)
  Saldo 01-01-2017 8.023 9.678
Toevoeging resultaat  2016 +158  
Onttrekkingen 2017
-3.164
-6.186
Toevoegingen 2017 0  2.607
Saldo 31-12-2017 5.017  6.099

Er heeft een onttrekking plaatsgevonden ad € 1.6 miljoen van de reserve zonder bestemming en € 4,1 miljoen van de reserve grondexploitatie voor de nieuw gevormde reserve afschrijving investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut. Daarnaast is er € 2 miljoen uit de reserve grondexploitatie gehaald ter dekking van de reserve wegenbeheer. Door enkele winstnemingen op grondexploitaties heeft er toevoeging plaatsgevonden van de reserve grondexploitatie met ruim 2,6 miljoen.

Tabel 2: Onbenutte belastingcapaciteit
Soort belasting (bedragen x €1.000)
Norm opbrengst Opbrengst Staphorst Onbenutte belastingcapaciteit
    Waarde (x €1.000) Tarief landelijk Tarief Staphorst      
Woonruimte (eigenaar)  1.368.015 0.1107 0.1038 1.514  1.420  
Niet woonruimte (eigenaar)  470.624  0.1563 0.1651 735  777  
 Niet woonruimte (gebruiker)  366.993  0.1260  0.1327 462  487  
Totaal OZB  2.711 2.684 27
Leges Burgerzaken/ overige belastingen 477 366 111
Begrafenisrechten 282 332 -50
Volkshuisvesting/RO procedures 1.801 1.203 598
Totaalbedrag 5.271 4.585 686

C | Risicobeheersing

Terug naar navigatie - C | Risicobeheersing

Om de risico’s van Gemeente Staphorst in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit profiel maakt onderdeel uit van de nieuw vastgestelde nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Aan de hand van een risicosimulatie volgde toen dat bij een zekerheid van 90% alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 1.505.810 miljoen (benodigde weerstands-capaciteit). Dit is een van de uitgangspunten in de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Voor een uitgebreide uitleg van bovenstaande systematiek en de berekening hiervan inclusief het complete overzicht van alle risico’s, verwijzen wij dan ook graag naar de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing van september 2017. Vervolgens heeft er bij het opstellen van de begroting 2018 een update plaatsgevonden van de risico's, waardoor er een nieuw risicobedrag is ontstaan van € 1.580.810.

In dit onderdeel zullen we ingaan op de belangrijkste ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan in 2017 en worden eventuele nieuwe risico´s benoemd:
1 | Mutaties geïdentificeerde risico´s in de nota;
2 | Benoemen nieuwe risico’s;
3 | Opgenomen risico’s met meeste impact na aanpassing

Samenvatting:

Risicobedrag/weerstandscapaciteit bij aanvang opstellen rekening 2017
(= laatst bekende stand bij de begroting 2018)
  € 1.580.810
Mutaties geïdentificeerde risico's nota € 0  
Nieuwe risico's € 0  
Toename risicobedrag   € 0
Totaal nieuw risicobedrag/ weerstandscapaciteit rekening 2016   € 1.580.810

Dit bedrag wordt opgenomen bij het bepalen van het weerstandsvermogen bij onderdeel A.

1 | Mutaties geïdentificeerde risico’s in de nota
Hieronder zullen we kort ingaan op de risico’s die zich hebben voorgedaan in 2017 en op welke wijze deze in de toekomst kunnen worden beheerst. Tevens zullen we aangeven in hoeverre dit gevolgen heeft voor het risicoprofiel.


Let op: daar waar in de kolom “bedrag aan risico dat zich heeft voorgedaan' een min- bedrag staat, betekent dit dat dit een voordeel is.

Risicogebied Risico's ten laste of ten gunste van het resultaat 2017 Opgenomen bedrag in nota Bedrag aan risico dat zich heeft voorgedaan Toelichtingen en mogelijke beheersmaatregelen Extra benodigd bedrag risicoprofiel?

0

Algemeen Bestuur en Organisatie

Te lage storting van pensioenrechten voor wethouders wat leidt tot extra kosten voor de gemeente. 50.000    (50%) -205.000 Door de jaarlijkse berekening van de pensioenvoorziening wethouders was er sprake van een te hoge voorziening, waardoor er een vrijval ontstond ad € 106.000, in plaat van een storting ad € 99.000. Verschil derhalve € 205.000, welke ten gunste van het resultaat 2017 is gekomen. Risico blijft bestaan en behoeft niet te worden aangepast.

0

Algemeen Bestuur en Organisatie

 

 Negatief bijstellen van de Algemene uitkering uit het gemeentefonds wat leidt tot vermindering van inkomsten 250.000  (70%)  -437.000 De algemene uitkering valt voor het jaar 2017 hoger uit dan begroot . Bij de zomernota was al rekening gehouden met een hogere bijdrage ad € 400.000 Nee, risico blijft wel bestaan.

0

Algemeen Bestuur en Organisatie

Onrechtmatige besteding van specifieke uitkeringen/subsidies die leiden tot een terugbetaling aan het Rijk en/of Provincie 50.000    (30%) -105.000 Er heeft een vrijval plaatsgevonden van een aantal subsidies, waar geen terugbetalingsverplichting meer tegenover staat.  Nee, risico blijft wel bestaan

6

Sociaal Domein

 Het ontbreken van een plafond of maximum voor een aantal producten, wat leidt tot sterk stijgende uitgaven ( open einde regelingen)  150.000 (70%) 93.000

Afgelopen jaar zijn de bijstandsuitgaven fors hoger dan begroot. Echter er kan een beroep worden op de vangnetregeling als de kosten > 105% van de ontvangsten, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden.  

De kosten bedroegen € 2.016.000, de ontvangsten van ministerie € 1.610.000. Verschil €406.000.

Middels een bepaalde staffel wordt vervolgens de vangnetregeling bepaald.  Voor Staphorst gaat het om een bedrag van € 313.000

Resteert aan kosten die voor rekening van de gemeente Staphorst blijven € 93.000

 Nee, risico blijft wel bestaan

8

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

 Het niet tijdig kunnen ontwikkelen en in exploitatie brengen van gronden,  wat leidt tot afboeken van de boekwaarde van de grond 250.000 (30%) -2.600.000  De grondverkopen verlopen voorspoedig, waardoor op diverse projecten winst genomen kan worden: Rouveen West € 910.000  De Esch 3 € 170.000, Bullingerslag € 1.070.000 en 2x een exploitatie bijdrage Bullingerslag € 450.000 Dit bedrag is bijgeschreven op de reserve grondexploitatie. Risico blijft bestaan, echter de gemeente Staphorst heeft hiervoor een goed gevulde reserve grondexploitatie.

9

Personeel &  Organisatie

Hogere personeelslasten door langdurig ziekte, niet ingevulde vacatures.      250.000 (70%)

530.000

 

 

 

 

 

 

 

Gedurende het jaar 2017 waren er extra gelden benodigd. Dit komt door:
- ziekte;
- niet ingevulde vacatures;
- een flexibele schil om in te kunnen spelen op organisatorische ontwikkelingen.

Bij de zomernota was al een bedrag extra geraamd van € 900.000

De evaluatie van de reorganisatie en mogelijke aanpassingen in de organisatie zullen er voor moeten zorgen dat dit risico zal worden beheerst.

Risico blijft altijd bestaan. In toekomstige begrotingen is een bedrag opgenomen voor deze flexibele schil en niet ingevulde vacatures, waardoor dit risico is verkleind.

9

Overhead

Reorganisatie kan leiden tot eenmalige kosten ( instellen van voorziening/wachtgelden) 300.000 (10%) 677.000 Er is een voorziening gevormd voor voormalig personeel. Bedrag is ten laste gegaan van resultaat 2017 Nee, risico blijft bestaan, maar door het vormen van deze voorziening wordt risico in toekomst wel beperkt.

9

Overhead

 Inschakelen advocaat: Door toenemende bezwaar en beroepskwesties zal de inschakeling van een advocaat vaker gaan plaatsvinden, Ook uitvoering geven van vonnis door rechter kan leiden tot extra kosten 50.000    (90%) 110.000 Gedurende het jaar 2017 zijn er diverse kosten gemaakt voor juridische en specialistische ondersteuning  In het kader van vergunningverlening. Nee. In de begroting 2017 zijn de kosten hiervoor al hoger geraamd, de gemaakte kosten zijn ook al weer een stuk lager dan in 2016. De kans dat dit risico zich voordoet blijft  echter altijd aanwezig.
Bedrag aan mutaties in reeds geïdentificeerde risico's 0

2 | Mogelijke nieuwe risico’s
Conform de nota Weerstandsvermogen heeft er tussen het MT en de risicomanager in 2017 een overleg plaatsgevonden over mogelijke risico’s.  Mogelijke beheersmaatregelen per risico  zijn  aan de orde geweest. Dit is verwerkt in de begroting 2018 en heeft geleid tot aanpassing van het risicoprofiel. Deze zullen we hier niet herhalen. Daarna hebben zich geen nieuwe risico’s voorgedaan die nog niet benoemd zijn.

3 | Opgenomen  risico’s met meeste  impact  na  aanpassing Risicoprofiel
Na verwerking van voorgaande mutaties in nieuwe en bestaande risico’s, ontstaat onderstaand overzicht, waarin we u de tien risico’s presenteren met de meeste impact, mochten die zich voordoen. Voor 2017 komt dit overeen met de tien belangrijkste risico's volgens de nieuw opgestelde nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.

Nr:

Programma

Risico

Kans

Max. financieel gevolg

1

0:  Algemeen bestuur en Organisatie

Het verliezen van de grip op of tegenvallende exploitatieresultaten van de verschillende samenwerkingsvormen of gesubsidieerde instellingen ( dienstverlening moet wel op peil blijven) kan leiden tot extra kosten of minder dividend.

70%

€ 300.000

2

9: Overhead

Het niet voldoende functioneren van personeel kan leiden tot extra kosten

70%

€ 250.000

3

0: Algemeen bestuur en Organisatie

Het ontbreken van een stabiel perspectief van de algemene uitkering uit het gemeentefonds kan leiden tot een vermindering van inkomsten

70%

€ 250.000

4

Overig

Grote projecten kunnen leiden tot risico’s die niet afgedekt zijn.

50%

€ 300.000

5

6: Sociaal Domein

Invoering decentralisaties leidt tot hogere kosten dan begroot. Door het Rijk zijn deze decentralisatie gepaard gegaan met een bezuiniging van 25%

90%

€ 150.000

6

6: Sociaal Domein

Het ontbreken van een plafond of maximum voor een aantal uitgaven wat leidt tot sterk stijgende uitgaven ( open end regelingen)

70%

€ 150.000

7

9: Overhead

De complexiteit van informatievoorziening/beveiling kan leiden tot hogere kosten dan voorzien 50%

€ 200.000

8

0: Algemeen bestuur en Organisatie

Politieke beslissingen van het Rijk, die leiden tot lagere inkomsten of hogere afdrachten

50%

€ 200.000

 

8: Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Onterecht verleende of ten onrechte geweigerde vergunningen en van rechtswege verleende vergunningen wat leidt tot schadeclaims van derden

50%

€ 150.000

10

8: Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Afboekingen grondexploitaties kan leiden tot een (politiek) risico

30%

€ 250.000

Totaal aan grote risico’s

€  2.200.000

D | Kengetallen financiële positie

Terug naar navigatie - D | Kengetallen financiële positie

Interpretatie van de financiële positie is voor gemeenteraden lastig. Veel gemeenten willen zich daarom onderling vergelijken, maar dat was tot op heden niet mogelijk door het ontbreken van een standaard-definitie of een set van financiële kengetallen. Gezien het stijgende belang van toekomstbestendigheid van gemeenten, een grotere druk op doelmatigheid en een steeds diverser wordende context (ontwikkeling van financiële producten, meer verbonden partijen, meer taken zoals bijvoorbeeld in het sociaal domein, is het belang van inzicht in de financiële positie toegenomen.
Het BBV heeft voorgeschreven dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen.

Naast het opnemen van de tabel met de basisset dient een beoordeling gegeven te worden van de onderlinge verhoudingen van de kengetallen, in relatie tot de financiële positie van onze gemeente.
De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie van de mede overheid is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Zonder normering zijn de kengetallen moeilijk te duiden. In de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing is  de volgende normering opgenomen. Bij de normering is aansluiting gezocht bij de normering zoals voortgevloeid is uit onder meer de stresstest van 100.00+ gemeenten.


Hierdoor ontstaat onderstaande tabel, waarbij categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Kengetallen (in procenten) Categorie
A B C
Netto schuldquote <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsrisico >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte Begr+meerj >0% Begr of mjr >0% Begr en mjr<0%
Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

 

Als beleidsuitgangspunt wordt genomen dat getracht wordt alle kencijfers te laten voldoen aan het minst risicovolle profiel is A.

Signaleringsoverzicht
Kijken we naar bovenstaande kencijfers en de ontwikkeling ervan in de gemeente Staphorst leidt dit tot onderstaand signaleringsoverzicht:

  Werkelijk Begroting
2015 2016 2017
2017 2018 2019 2020 2021
Netto schuldquote -59 -60 -67
-26 -30  -32  -31  -33
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen -52 -57  -64 -23 -27  -30  -29  -28
Solvabiliteitsrisico 87 88  89 90 89  90  90  89
Grondexploitatie 16 21  17 7 12  12  12  12
Structurele exploitatieruimte 2 8  1 3 0  0  0  1
Belastingcapaciteit 92 91  91 97 94  95  96  96

Op deze wijze is de ontwikkeling van de kencijfers goed te monitoren en zie je ontwikkeling ook in samenhang met elkaar. 

Aan het beleidsuitgangspunt dat alle kencijfers moeten voldoen aan het minst risicovolle profiel wordt voldaan.

Toelichting:
De netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de mede overheid ten opzichte van de eigen middelen (negatief teken is geen schuld). De toename in 2017 t.o.v. de voorgaande jaren  en t.o.v. de ramingen komt door geplande grote investeringen waar nog geen uitvoering is aan gegeven en de grondverkopen in de afgelopen jaren. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Staphorst is één van de weinige gemeenten in Nederland die per saldo geen schuld heeft. Dit zijn er per eind 2016  van de 388 gemeenten 53 (bron Waar staat je gemeente:  jaar 2016 meest recente cijfers).

De solvabiliteitsratio geeft een inzicht in de mate waarin de mede overheid in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter in staat om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Het percentage voor de gemeenten per 31 december 2016 loopt van -80% tot 90% (bron Waar staat je gemeente: jaar 2016 meest recente cijfers). Vier gemeenten hadden een negatief solvabiliteitsratio. Van alle gemeenten heeft de gemeente Staphorst de beste solvabiliteitsratio. Vier gemeenten hebben een solvabiliteitsratio van boven de 80% (bron Waar staat je gemeente).  De solvabiliteitsratio is voor onze gemeente dan ook bijzonder goed.

Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Deze waarde moet in de komende jaren worden terugverdiend bij de verkoop van de gronden. De stijging in 2015 en 2016 wordt veroorzaakt doordat er in die jaren geïnvesteerd is in met name het industrieterrein Bullingerslag (aankoop gronden en bouwrijp maken) . Ook werd er in 2015 rente bijgeschreven op de boekwaarde, vanaf 2016 niet meer. De daling vanaf 2017 komt door de grondverkopen en lage kosten bouw- en woonrijp maken.

Het kengetal structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een begroting/rekening waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting/rekening waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn (een sluitende begroting met geen of een klein saldo op onvoorzien).

De belastingcapaciteit geeft een inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente of provincie zich verhoud ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De gemiddelde lastendruk per woning in onze gemeente iets dan lager het landelijk gemiddelde. We staan op de 108e positie van de 388 gemeenten (bron Waar staat je gemeente).


Overige kengetallen
In de nieuw vastgestelde financiële verordening 2017 is in artikel 18 opgenomen dat in  de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken het college,  naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten  ( zijn de kencijfers van bovenstaande tabel) in ieder geval opneemt:

  • de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner;
  • het saldo van de baten en lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves als percentage van de inkomsten;
  • de onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting als percentage van de inkomsten;

Dit leidt tot onderstaande tabel:

Indicator Rekening 2016
Rekening 2017 Begroting 2017
Begroting 2018
Netto schuld per inwoner ( een min bedrag is een opbrengst per inwoner!)
-1.341 -1.527 -524 -1.003
Saldo baten lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van de reserves als percentage van de inkomsten 6.17% 4,15% -5,66% -6,26%
Onbenutte belastingcapaciteit ozb als percentage van de inkomsten 1.35% 0,07% 0,18%
-0,27%

Het saldo baten en lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van de reserves kent een positief saldo door de vele grondverkopen gedurende het jaar 2017. Hierdoor wordt de netto schuld per inwoner ook hoger ( = positief voor Staphorst)

Paragraaf 2 | Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Algemeen
In deze paragraaf gaan wij in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de grotere kapitaalgoederen in deze gemeente. Hierbij moet onder andere worden gedacht aan de kosten van instandhouding van: wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Een groot deel van het ‘vermogen’ van onze gemeente ligt in de grond of op het openbaar gebied. Het is dan ook van belang dat hierover een zorgvuldig beheer wordt gevoerd. Juist de kwaliteit van het openbaar gebied wordt door de inwoners vaak intensief beleefd.


Met het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Om die reden is het van belang dat de kosten van het in stand houden hun weerslag vinden in onderhoud- c.q. beheerplannen. De vaststelling hiervan is voorbehouden aan de raad. Hiermee wordt invulling gegeven aan het dualisme, namelijk dat de raad de kaders stelt voor het niveau van onderhoud van: wegen, riolering, gebouwen en openbaar groen. Deze kaderstellende rol is expliciet vastgelegd in de door uw raad vastgestelde financiële verordening.

Zoals opgemerkt maken investeringen in het openbaar gebied in onze gemeente een belangrijk deel uit bij het realiseren van de gemeentelijke programma’s. Deze paragraaf geeft hier invulling aan. Ter illustratie enkele cijfers. De totale oppervlakte van onze gemeente bedraagt 13.570 ha.

Het aantal m2 openbaar groen binnen de bebouwde kom bedraagt:

Soort groen Werkelijk 2017 Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Wijkgroen
66,5 ha
65,6 ha
65,1 ha
56,7 ha
Begraafplaatsen 6,2 ha 6,2 ha 6,2 ha 6,2 ha
Sportvelden 10,8 ha 10,8 ha 10,0 ha 11,4 ha
Buitengebied groen langs wegen 39,7 ha 39,7 ha 39,7 ha 39,7 ha
Bermen en sloten 166,3 ha 166,3 ha 166,3 ha 166,3 ha
Totaal 289,5 ha 288,6 ha 247,6 ha 240,6 ha

De totale lengte van de wegen exclusief recreatieve fiets-, ruiter-, en wandelpaden bedraagt:

Soort weg Werkelijk 2017 Werkelijk 2016 *)
Werkelijk 2015 *)1 Werkelijk 2014
Asfalt 192,8 km
192,8 km 186,7 km 192,8 km
Elementen 87,4 km
84,7 km 84,3 km 84,7 km
Beton 52.4 km
52,4 km 52,1 km 52,4 km
Semi-verhard
4,2 km
4,2 km
4,2 km
3,4 km
Zandwegen 66,9 km
67,6 km 68,2 km 67,6 km
Totaal 403,7 km
401,7 km
395,5 km
400,9 km

*) = de begrote cijfers zijn opgenomen doordat er een afwijking is geconstateerd die nog niet is herleid.               

Toelichting

Bovenstaand overzicht is gebaseerd op het wegenbeheerprogramma. In dit programma zijn de wegen op het bedrijventerrein de Esch-III nog niet opgenomen. De cijfers voor de wegen zijn overgenomen van de begroting 2014. Dit heeft te maken met het nieuwe software programma waarmee gewerkt zal gaan worden en de komst van Basiskaart Grootschalige Topografie (BGT). De kaart zal opnieuw worden opgebouwd door een hermeting en er zitten, dat is op voorhand al zeker, verschillen in.

De balanswaarde en de jaarlijkse afschrijving van de gemeentelijke gebouwen (exclusief onderwijs, x € 1.000) bedraagt per einde boekjaar:

Soort Werkelijk 2017 Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Balanswaarde 5.103 5.410 4.737 4.524
Afschrijving 318 293 264 270

De totale reële economische waarde is hoger omdat een aantal gebouwen inmiddels volledig zijn afgeschreven en of indertijd geheel of gedeeltelijk zijn gedekt uit reserves (v.b. het gemeentehuis). In totaal nemen deze kapitaalgoederen ongeveer 16% van de totale materiële vaste activa in beslag.

De balanswaarde en de jaarlijkse afschrijving van de schoolgebouwen exclusief grond, installaties  en inventaris (x € 1.000) bedraagt per einde boekjaar:

Soort Werkelijk 2017 Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Balanswaarde 8.242 8.720 9.173 9.087
Afschrijving 444 444 446 454

Samenvatting Beheerplannen:

Beheerplan Vastgesteld door Raad Looptijd t/m Financiële vertaling in de begroting Achterstallig onderhoud
Wegenonderhoudsplan 18-04-2017
2020
Ja
Nee
Rioolbeheer/waterbeheer
13-09-2016
2020
Ja
Nee
Groenbeheerplan
09-10-2012
2016 *)2
Ja
Nee
Gebouwenbeheer
27-01-2009
2016 *)1
Ja
Nee

*)1 In 2018  zal de bijgestelde nota gebouwenbeheerplan worden vastgesteld. Doordat de afgelopen jaren er een groot aantal gemeentelijke gebouwen zijn gereconstrueerd  en/of vergroot (m.n. school-  en sportgebouwen zoals W. Alexanderschool, sporthal, sportzaal) of volledig nieuw zijn gebouwd  (MCR en sportaccommodatie Rouveen) is jaarlijks besloten om de  besluitvorming uit te stellen. Dit om hiermee na afronding van deze projecten wordt beschikt over een actueel beheerplan. 
*)2 Raad heeft besloten het beheerplan te verlengen t/m 2017.
Planning:  - eind 2018 wordt een groenbeleidsplan ter vaststelling door de raad aangeboden.  
                       - op basis van boven genoemd groenbeleidsplan wordt in 2019 een nieuw groenbeheerplan ter vaststelling  aangeboden.  
                       -
in 2018 zal de raad worden gevraagd om het groenbeheerplan (2012) nog met 1 jaar te verlengen.         

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Artikel 12 van het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft expliciet voor dat van de volgende kapitaalgoederen moet worden aangegeven:
-
Het beleidskader;
- De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;
- De vertaling van de financiële consequenties in de begroting.

Wegenbeheer

Terug naar navigatie - Wegenbeheer

A | Beleidskader
Het wegenonderhoudsplan voor de periode 2017–2020 is door de raad vastgesteld op 18 april 2017. Het geeft een kader voor de invulling van de zorgplicht om haar wegen in een goede staat te onderhouden. Het geeft informatie over het beleid en beheer van de gemeentelijke verhardingen (areaal), de juridische kaders en het al eerder vastgestelde beleid ten aanzien van bermverhardingen, karakteristieke klinkerwegen en wegen zonder onderhoud. Het plan is gebaseerd op het kwaliteitgestuurd beheren ofwel welke kwaliteit wil de gemeente wil bereiken. Hiervoor zijn alle gebieden met een eigen karakter en functie in de openbare ruimte omgezet in structuurelementen en wordt gebruik gemaakt van een landelijke gestandaardiseerde meetlat ruimtelijke kwaliteit. 


Per structuurelement zijn daarbij de volgende kwaliteitsniveaus vastgelegd:

Bedrijventerreinen basis
Begraafplaatsen hoog
Buitengebied laag
Dorpskern hoog
Hoofdstructuur binnen de kom basis
Hoofdstructuur buiten de kom basis
Woongebieden basis

B | Financiële consequenties beleidsdoel
Op basis van het wegenonderhoudsplan is het jaarlijks budget bij het vastgestelde scenario 1 voor de uitvoering van groot onderhoud aan de asfalt- en elementenverharding € 965.000.

Dekking: 
- Uit de exploitatie een jaarlijkse storting van € 660.000;
- de niet gebruikte gereserveerde dekkingsmiddelen uit de lijst van investeringen;
- inverdieneffecten, aanbestedingsvoordelen, uitstel uitvoering en;
- eventueel teruglopen van de weg- kwaliteit naar streefkwaliteit.

Voor uitvoering groot onderhoud betonwegen is aanvullend € 2 milj. gereserveerd zodat deze reserve € 4 milj. bedraagt.

C | Financiële consequenties in de rekening
Wegenbeheer-plan
Het uitvoeringsplan (jaarschijf 2017) van het Wegenonderhoudsplan is in de productenrekening opgenomen.

Overzicht uitvoering wegenonderhoudsplan 2017

De volgende wegen/wegvakken zijn in uitvoering genomen:
1. Grindweg (wegvak gem. grens Zwolle – gem. grens Zwartewaterland)
2. Buitenstouwe (wegvak Maatslootweg – Lankhorsterweg)
3. Scholenweg (wegvak JJ Gorterlaan – Verbindingsweg)
4. Keppelweg (wegvak gem. grens Hardenberg – Haakse bocht)
5. Stadsweg (wegvak Klaas Kloosterweg West – Afschuttingsweg)
6. Hooidijk (wegvak Conradsweg – versmalling weg)
7. Schoolwijksweg (wegvak Oude Rijksweg – Molenhoeksweg)
8. Van Veenveldsweg (wegvak overgang asfalt/klinkers – Zwarteveenweg)
9. Koedrift (wegvak B. van Wijngaardenstraat – bocht)


D
e kosten van het wegenbeheersplan zoals deze opgenomen zijn in de rekening

 Bedragen x € 1.000
2017
2016 2015 2014
Begroting (= wegenbeheerplan)  1.070 1.070     1.070 1.070
Begrotingswijziging  255 200 200 200
Begroting na wijziging 815
870 870 870
Hiervan uitgegeven  628 627 703 640

Totale onderhoudskosten wegenbeheer
De totale kosten van onderhoud aan de wegen:
- inclusief de jaarschijf Wegenbeheerplan en kapitaalwerken (2010 t/m 2016);
- exclusief: bermen greppels en sloten, coördinatie kabels en leidingen en gladheidsbestrijding = beheerproducten 210.119, 210.121 en 210.122 bedroegen: 

  Begroting 2017 na wijziging Werkelijk 2017
Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Totale kosten x € 1.000 2.335 1.725
1.965  2.825 3.186
Aantal inwoners per 1-1 16.691 16.691
16.544  16.421 16.367
Bedrag per inwoner € 140 € 103
€ 119 € 172 € 195

De totale kosten onderhoud wegen zijn vanaf 2016 lager dan in de voorgaande jaren. Reden: in 2016 en 2017 zijn er geen kapitaalintensieve werken/renovaties/herinrichtingen uitgevoerd.
Met ingang van dit jaar moeten investeringen in de openbare ruimte w.o. wegen worden geactiveerd. Hierdoor ontstaat er een toename van de afschrijvingslasten. 

De stand van de reserve wegenbeheer per einde boekjaar (x € 1.000):

  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Betonwegen: 4.000
2.000 2.000 2.000
Asfalt- en klinkerwegen: 2.307
2.414 2.018 1.905
Werkelijke stand 6.307
 4.414  4.018  3.905
Stand reserve volgens wegennota      1.352  *)
        1.657   *) 329 726

De hogere stand van de reserve komt doordat jaarlijks de niet gebruikte gereserveerde kapitaallasten aan deze reserve worden toegevoegd en de werkelijke kosten lager zijn dan geraamd in de wegennota. Op basis van de nota wegenonderhoudsplan 2017 - 2020.

Stand reserve afschrijving investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut per einde boekjaar (x € 1.000)

Werkelijk 2017 Werkelijk 2016

Werkelijk 2015

Werkelijk 2014
6.514 -    

Met ingang van 2017 is het volgens BBV-voorschriften niet meer toegestaan investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut ineens af te schrijven of ten laste van een reserve in 1x af te boeken. Door activering ontstaan jaarlijkse afschrijvingen die ten laste van deze in 2017 gevormde reserve worden gebracht.
Deze reserve is in 2017 gevormd door:
- reserve zonder bestemming   €  1.651
- reserve grondexploitatie          €  4.100
- reserve volkshuisvesting          €     763
   Totaal:                                                  €  6.514

De hogere stand van de reserve komt doordat jaarlijks de niet gebruikte gereserveerde kapitaallasten aan deze reserve  worden toegevoegd en de werkelijke kosten lager zijn dan geraamd in de wegennota.

Kengetallen Rekening 2017 Rekening 2016
Aantal bruggen 10 st.  10 st.
Lengte duikers 377 m1
377 m1
Lengte watergangen 25 km. 
25 km.
Kilometers te onderhouden beschoeiing 240 m1 
0 m1

Rioolbeheer

Terug naar navigatie - Rioolbeheer

A | Beleidskader
De gemeente geeft invulling aan haar wettelijke zorgplichten via het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan-V. Dit plan is voor de periode 2017-2020 op 13 september 2016 door de raad vastgesteld. Bij het opstellen is samengewerkt met de gemeenten Dalfsen, Kampen, Olst-Wijhe en Zwolle. Binnen dit gezamenlijke proces zijn beleidsonderwerpen zoveel mogelijk op elkaar afgestemd zodat er binnen de regio een beleidsharmonisatie is ontstaan. Wel bleef de mogelijkheid om als deelnemende gemeente andere keuzes te maken of om aspecten aan te scherpen. Ook voor het financiële afwegingskader blijft iedere gemeente autonoom. De wens is om in 2020 met alle acht gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIVUS een gezamenlijk vGRP op te stellen.

In de afgelopen periode is ingezet op duurzaam (riool)waterbeheer. Hierbij is de nadruk gelegd op het doelmatig uitvoeren van met name vervangingen maar ook het beheer en onderhoud. Hierdoor zijn binnen de planperiode vervangingen uitgesteld of deels uitgevoerd en in het kader van werk met werk maken bepaalde projecten uitgesteld of naar achteren geschoven. In dit nieuwe GRP is het kostendekkingsplan verwerkt aan de hand van beleidsinzichten die in Rivus-verband zijn opgesteld. Hierdoor worden vervangingsinvesteringen meer op tijden uitgevoerd dat het echt noodzakelijk is. Vervangings-pieken worden vermeden met als gevolg dat de rioolheffing niet hoeft te stijgen.

Het indertijd gekozen beleidsscenario wordt tot en met 2020 voortgezet. Daarbij wordt het accent gelegd op duurzaam (riool)waterbeheer met de nadruk op het afkoppelen. Daardoor is er sprake van een kwaliteitsimpuls op de items 'lozing/uitstoot van stedelijk afvalwater' en 'omgang met hemelwater'.

B | Financiële consequenties beleidsdoel
Op basis van de financiële doorrekening (variant 0) is in het vGRP-V voorgesteld en door uw raad besloten om voor de periode 2017 – 2020 een vast bedrag van € 230 vast te stellen. Door het gelijk blijven van de heffingshoogte zal de reserve enigszins afnemen. Hiermee wordt de reserve ingezet om de lasten richting burger niet te laten oplopen.

De inkomsten en uitgaven binnen het rioolbeheer vormen een gesloten systeem. De reserve rioolbeheer wordt gevoed  door de rioolheffing en riool-aansluitbijdragen. Door niet gebruikte middelen van de jaarbudgetten en jaarschijven terug te laten vloeien naar de reserve riolering, kunnen eventuele tegenvallers gedekt worden.

Ten opzichte van de voorgaande planperiode (vGRP-IV) is in financiële zin gewijzigd:

Rente    
De doorberekening aan de rioleringsprojecten werden tot 2017 berekend op het de gemiddelde marktrente van plm. 3 %. Vanaf 2017 wordt het omslagpercentage rentekosten van de gemeente Staphorst door berekend (= 0,5 %). Dit conform de vernieuwde BBV die met ingang van 2017 van kracht is geworden. Dit geeft een lagere doorberekening van de rente (plm. € 180.000 structureel) die binnen de exploitatiebegroting is opgevangen.
Afschrijving      
Uitvoering is gegeven aan het besluit bij de vaststelling van de nota 'waardering & afschrijving 2014' dat bij het nieuw vast te stellen v-GRP-V over wordt gegaan van de annuïtaire- op de lineaire- afschrijvingsmethode.

C | Financiële consequenties in de rekening
Belangrijke projecten die in 2017 zijn afgerond of in uitvoering zijn genomen:
- Aanpassing uitstroomvoorziening Bergbezinkvoorziening Hoogeweg
- Afkoppelen/herinrichting Oosterparallelweg
- Opstellen BasisRioleringsPlan (BRP) Staphorst
- Vervangen riolering en herinrichting Staphorst Noordoost fase 1

De gemiddelde rioolheffing per aansluiting

2017
2016 2015 2014 2013
230
229 229 229 229

 

  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Stand reserve volgens GRP 5.242
5.370 *) 3.654 3.889
Werkelijke stand 6.126
 5.737  5.747  5.814

De werkelijke stand van de reserve is hoger dan die volgens de berekening van het GRP. Belangrijke oorzaak: geplande investeringen volgens GRP hebben in een later stadium plaatsgevonden.

*)  Op basis van het bijgesteld  v-GRP-V. Looptijd 2016 - 2020.

 Kengetallen rioolbeheer

Rekening  2017
rioolaansluitingen 6.775 st.
trottoir- en straatkolken 6.362 st.
gemalen 30 st.
lengte vrij vervalriolering 150 km.
lengte drukriolering 160 km.
lengte persleiding 11 km.

 

Waterbeheer

Terug naar navigatie - Waterbeheer

A | Beleidskader
Grondwaterbeleid

De kern van het grondwaterbeleid wordt in gemeente Staphorst als volgt geformuleerd: 'De gemeente pakt haar grondwaterzorgplicht in stedelijk gebied op, voor zover dat redelijkerwijs van de gemeente mag worden verwacht en voor zover maatregelen doelmatig zijn. Verder gaat de gemeente in gesprek met bewoners en bedrijven over hun eigen verantwoordelijkheid en helpt hen met advies. Het treffen van maatregelen in de openbare ruimte door de gemeente worden doelmatig geacht wanneer er sprake is van structurele grondwateroverlast en de kosten voor het treffen van maatregelen in verhouding staan tot de nadelige gevolgen (doelmatigheid principe)'.
Betrokken partijen: waterschap en gemeente Staphorst hebben gezamenlijk beleid  ten aan zien van het water vastgelegd en coördineren de uitvoering. Hierbij is aansluiting gezocht met het vGRP-V. 

Hemelwaterbeleid
De taak van de gemeente is hemelwater in te zamelen en te verwerken, voor zover de perceeleigenaar niet zelf kan zorgen voor infiltratie in de bodem of lozing op een sloot. De wettelijke basis voor de gemeentelijke zorgplicht inzake hemelwater staat verwoord in artikel 3.5 van de Waterwet.
De kern van het hemelwaterbeleid wordt als volgt geformuleerd: 'De gemeente Staphorst streeft ernaar op langere termijn het hemelwater zoveel mogelijk te ontvlechten en hoofdzakelijk afvalwater naar de zuivering af te voeren'.

Het hemelwater wordt lokaal benut of geïnfiltreerd in de bodem of geloosd op oppervlaktewater, mede met inzet van particulier initiatief, dikwijls geïnitieerd vanuit rioolvervanging of nieuwbouw, met oog voor doelmatigheid.

B | Financiële consequenties beleidsdoel
Op 1-1-2010 is de nieuwe verbrede rioolheffing ingevoerd. Deze verbrede rioolheffing (vGRP-V) is ook bedoeld om de extra kosten die voortvloeien uit dit nieuwe beleidsonderdeel te dekken.

C | Financiële consequenties in de rekening
De kosten van maatregelen die worden opgenomen in het GRP-V, worden gedekt uit de te verkrijgen rioolheffing (zie ook onderdeel ‘riolering’).

Groenbeheer

Terug naar navigatie - Groenbeheer

A | Beleidskader
Om inzicht te krijgen in het onderhoud van het openbaar groen op zowel beheers- als beleidsmatig niveau is er een groenbeheer- en een groenbeleidsplan opgesteld.

Groenbeleidsplan
In 2005 is door de raad een groenbeleidsplan vastgesteld tot het jaar 2015. In het plan is een visie vastgelegd voor het openbaar groen voor 10 jaar. Als visie is geformuleerd: 'ter versterking van het authentieke karakter van de gemeente Staphorst te streven naar een kwantitatief en kwalitatief goede groenvoorziening'.

Hierbij is er aandacht voor:
- identiteit/herkenbaarheid van de kernen, straten en landschappen;
- leefbaarheid en veiligheid van het woongebied;
- recreatief gebruik en beleving van natuurwaarden;
- efficiënte werkwijze en kostenbeheersing

Ook is in dit plan een basis van de groenstructuur vastgelegd inclusief een lijst van 25 projecten op het gebied van groenbeleid en (her)inrichting. Deze projecten betreffen voorstellen tot verbetering van de groenkwaliteit en zijn mede gebaseerd op basis van geconstateerde knelpunten en wensen van uw raad. Mede door bezuinigingen zijn (nog) niet alle projecten uitgevoerd.

Groenbeheerplan 2013 - 2016
Op 9 oktober 2012 is het groenbeheerplan voor de periode 2013 – 2016 vastgesteld. Besloten is om het openbaar groen te onderhouden op kwaliteitsniveau Basis, met enkele groenonderdelen op niveau Laag. In dezelfde vergadering en onderdeel uitmakend van het groenbeheerplan is besloten om een eenmalig krediet van €120.000 beschikbaar te stellen voor renovatie van groenstroken en achterstallig boombeheer. Dit krediet is gedeeltelijk benut voor het wegwerken van
achterstallig boombeheer. De resterende gelden worden in 2018 ingezet voor de herinrichting van groenstroken in Staphorst-Zuid 1.

Nieuw groenbeleid- en groenbeheerplan
In het najaar van 2017 is gestart met het opstellen van het nieuwe Groenbeleidsplan Staphorst. De planning is dat het plan eind 2018 aan de gemeenteraad wordt aangeboden. Na vaststelling van het groenbeleidsplan worden in 2019 een groenbeheerplan en een groenrenovatieplan opgesteld.

B | Financiële consequenties beleidsdoel
De uitkomsten van zowel het groenbeleid- als het groenbeheersplan zullen financieel dienen te worden vertaald.


Groenbeheerplan
De kosten van de vastgestelde beheerkwaliteit van het wijkgroen met als kwaliteitsniveau: basis, met enkele groenonderdelen op niveau: laag, is voor 2013 vastgesteld op  € 803.000 (incl. bezuiniging van € 21.000). Door areaaluitbreiding en toepassing van de prijsindex bedragen is er sprake van een zekere groei in de uitgaven.
Dekking uit de exploitatiebegroting. 

Groenbeleidsplan
De uitvoering van het groenbeleidsplan leidt tot invulling van met name investeringen. Als dekkingsmiddel is vooral de reserve ‘Volkshuisvesting’ ingezet.

Projecten die in 2016 afgerond of in uitvoering zijn genomen

Gemeentelijk bomenbeleid afgerond
Particulier bomenbeleid in uitvoering
Begraafplaats Staphorst: groot onderhoud uitgevoerd, in nazorgfase
Begraafplaats Scholenweg: vervanging singels afgerond
Boominspectie: visual tree assessment afgerond
Overige bossages noordelijk deel gemeente deels uitgevoerd
Skatevoorziening Staphorst/Rouveen afgerond
Noorderslag: groot onderhoud veld 5 en veld 1 uitgevoerd, in nazorgfase
Opstellen groenbeleidsplan Staphorst
in uitvoering

C | Financiële consequenties in de rekening
D
e exploitatielasten voor onderhoud groen zowel binnen als buiten de bebouwde kom bedroegen

  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Totale kosten x € 1.000     
821  *)
930 922 859
Aantal inwoners per 1-1 16.691
16.544 16.421 16.367
Bedrag per inwoner x € 1.000
49
56 56 52

*) betreft de beheerproducten: 570.000, 570.201 en 570.202 

Gebouwenbeheer

Terug naar navigatie - Gebouwenbeheer

A | Beleidskader
De nota gebouwenbeheersplan 2009-2013 voor het cyclisch onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is vastgesteld in de vergadering van uw raad d.d. 27 januari 2009. In dit plan zijn de gemeentelijke gebouwen opgenomen. Voor dat plan zijn alle onderhoudsmaatregelen voor elk gebouw geïnventariseerd, alle oppervlakten c.q. hoeveelheden bepaald (bijv. hoeveel m² moeten er worden geschilderd) en is de onderhoudstoestand beschreven.

Het doel van dit beheerplan is het zichtbaar maken van de structurele kosten voor het onderhoud aan deze gebouwen. Op basis van de meerjarenramingen zijn de geraamde kosten voor het te verwachten onderhoud van het komende jaar opgenomen in de jaarbegroting en in de meerjarenbegroting.

Tot het onderhoud wordt gerekend:
Het periodiek onderhoud
Hierbij vindt in de regel geen vernieuwing plaats zoals bijvoorbeeld binnen- en buitenschilderwerk (cyclisch karakter).

Het groot onderhoud
Hierbij worden onderdelen van het gebouw of de installaties vervangen zoals renovatie gebouw, vernieuwing dak of vervanging c.v.-installatie.

Actualisatie gebouwenbeheerplan
In 2018 zal de raad worden voorgesteld een bijgestelde nota gebouwenbeheer vast te stellen. In de begroting 2018: lijst van investeringen is hiervoor € 95.000 gereserveerd. 

B | Financiële consequenties beleidsdoel
In  het  gebouwenbeheerplan  zijn  de  onderhoudskosten meegenomen zodat de gemiddelde kosten kunnen worden berekend. Door middel van de reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen waar de jaarlijkse storting of onttrekking uit plaatsvindt zijn de kosten in principe afgedekt. Het kleine dagelijkse onderhoud is rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.


C | Financiële consequenties in de rekening
De storting in de reserves onderhoud bedragen:

Soort (bedragen x € 1.000)
Werkelijk 2017 Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen  126  126  126  176

De bijdrage in 2015 is t.o.v. 2014 verlaagd met € 50.000 omdat het onderhoud van schoolgebouwen m.i.v. 2016 is overgegaan van de gemeenten naar de schoolbesturen. Rijksgelden voor onderhoud komen dan ook ten gunste van het  schoolbestuur en niet aan de gemeente, zoals t/m 2015 het geval was.

De stand van de reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen per 31 december van het jaar.

Soort (bedragen x € 1.000)
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Reserve gebouwenbeheer  1.397 1.368  1.872  2.907

Lopende projecten
1.   Er is gestart met de het plan “Huis van de gemeenschap”. Hierin wordt uitvoering gegeven aan de wens om een duurzaam en toekomstbestendig gemeentehuis te hebben.

2.   Er is gestart met de voorbereidingen voor de renovatie van de gemeentewerf. Voor definitieve uitvoering wordt echter gewacht met een notitie toekomstbestendige buitendienst.
3.   Bij het dienstencentrum is in afwachting van de plannen voor het huis van de gemeenschap, gestart met niet uitstelbare onderhoudszaken.


Beheer bouwwerken 2017

Gemeentelijke gebouwen/objecten Gebruiksdoel
Gemeentehuis Huisvesting ambtenaren en rijkspolitie
Gemeentewerf Huisvesting en berging buitendienst
Brandweerkazerne Huisvesting en stalling brandweer
Sportaccommodaties Noorderslag en Rouveen
Buitensport-accommodatie
Begraafplaatsen (5x) Bergingen
Kerktorens (2) en klokkenstoel Tijdaanduiding en cultuur
Dienstencentrum Accommodatie sociaal cultureel werk
Sporthal (1) en gym- | sportzalen (3) Binnensport-accommodaties
Woningen (2) Huisvesting burgers
Voormalige bibliotheek Rouveen Leegstand
Buurthuis Kamperfoeliestraat Sociaal cultureel werk
Herdenkingsmonumenten (3) Cultuur
Totaal aantal objecten: 25

 

Paragraaf 3 | Financiering

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Algemeen
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut. Bovenstaande uitgangspunten zullen hieronder nader worden toegelicht.

Financiële Verordening
Naast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 15 van de financiële verordening. In de begroting zal aandacht worden geschonken aan onderdelen  renterevisie, liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte voor de komende jaren. In deze paragraaf bij de jaarrekening zullen wij verantwoording afleggen over de kasgeldlimiet, renterisico norm, het EMU saldo en de resultaten verbonden aan de financieringsfunctie.

Inhoud paragraaf
Bovenstaande onderwerpen leiden tot de volgende indeling van deze paragraaf:

1  | Uitgangspunten financieringsfunctie

  • Wet Fido
  • Wet Ruddo
  • Treausurystatuut


2  | Belangrijke ontwikkelingen 2017: kengetallen

3  | Uitvoering financieringsfunctie

  • Kasgeldlimiet
  • Renterisiconorm
  • EMU saldo
  • Rentekosten en renteopbrengsten

 4  | Risicoprofiel

  • Kredietrisico
  • Koersrisico
  • Valutarisico

1 | Uitgangspunten financieringsfunctie

Terug naar navigatie - 1 | Uitgangspunten financieringsfunctie

Wet FIDO
De wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) vertaalt zich in twee belangrijke uitgangspunten op het gebied van treasury-beleid:
De gemeente dient de financiering te beperken tot de publieke taak.

 

Het verstrekken van leningen alleen dan kan plaatsvinden als deze instellingen aan de publieke taak bijdragen. De uitzetting van tijdelijk overtollige middelen dient een prudent karakter te hebben en mag niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Er mag dus geen sprake zijn van bankieren.

De rente-risico’s dienen tot een minimum te worden beperkt

Voor de financieringsmiddelen op korte termijn (looptijd < 1 jaar) geldt een zogenaamde kasgeldnorm (maximumbedrag). Voor de financieringsmiddelen op lange termijn (looptijd > dan 1 jaar) geldt een zogenaamde rente-risiconorm (maximumbedrag waarover renterisico mag worden gelopen).

Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo)
Deze regeling maakt onderdeel uit van de wet Fido en is begin 2009 gewijzigd. Het betrof een aanscherping van de regels voor het uizetten en aantrekken van gelden. Dit kwam mede voort door de financiële crisis die ontstond uit de ‘Icesave affaire’ in IJsland. De aanscherping had voor de gemeente Staphorst nauwelijks gevolgen, wel zijn er enkele verbeteringen aangebracht in het treasurystatuut van de gemeente Staphorst.

Treasury-statuut
Mede door bovenstaande wijzigingen in de Wet Ruddo en het feit dat het oude treasurystatuut dateerde van 2005, heeft de gemeente een nieuw statuut opgesteld, welke door uw raad is vastgesteld op 13 maart 2012. In dit statuut zijn de nieuwe kaders vastgesteld waar binnen de treasuryfunctie dient te worden uitgevoerd zoals:

  • De algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie;
  • De administratieve organisatie van de financieringsfunctie, waaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.

Bovenstaande kaders zijn gedurende het jaar 2017 gehanteerd, waarbij tevens rekening is gehouden met de taken uit de Wet Ruddo.
In het voorjaar van 2018 is nieuw treasury-statuut  vastgesteld.

2 | Belangrijke ontwikkelingen 2016: kengetallen

Terug naar navigatie - 2 | Belangrijke ontwikkelingen 2016: kengetallen

Afgelopen jaren is er voldoende aandacht besteed aan de ontwikkelingen rondom schatkistbankieren en Wet Hof. Veel belangrijker in dit geheel is de ontwikkeling van de hoogte van de gemeenteschuld. In het kader van de vernieuwing van het BBV zijn met ingang van 2015 een vijftal financiële kengetallen verplicht geworden. Hierover is verantwoording afgelegd in paragraaf 1 Weerstandsvermogen en risicomanagement.

3 | Uitvoering financiering

Terug naar navigatie - 3 | Uitvoering financiering

Naast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 15 van de financiële verordening. Bij de rekening zal in de paragraaf financiering in ieder geval verslag gedaan worden van:

A ) Kasgeldlimiet
B ) Renterisiconorm
C ) EMU saldo
D ) Rentekosten en renteopbrengsten

A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. De gemiddelde in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening-courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. Op basis van de begroting 2017:

Omvang van de begroting per 01 januari 2017
34.381
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag 2.923
Totaal vlottende schuld  
Ruimte 2.923

De gemeente Staphorst overschrijdt de kasgeldlimiet niet, er is zelfs een overschot.
In de bijlage bij de begroting is een uitgebreide berekening opgenomen van bovenstaande kasgeldlimiet.

B ) Renterisiconorm
De renterisico norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2017 (€. 34,3 miljoen.) In 2017 bedraagt de renterisico norm daarmee € 6,9 miljoen. De reguliere aflossing is voor 2017 geraamd op € 0,4 miljoen. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisico norm. Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit:

Berekening renterisiconorm 2017 2018 2019 2020 2021
Begrotingstotaal 34.381 35.622 36.269 36.680 36.993
Percentageregeling 20 20 20 20  20
Renterisiconorm 6.876 7.125 7.254 7.336 7399
Renterisico op vaste schuld Rekening 2017 Budget 2018 Budget 2019 Budget 2020 Budget 2021
Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0 0
Aflossingen 428 448 470 45  48
Renterisico 428 448 470 45  48
Renterisiconorm 6.876 7.124 7.254 7.336  7.399
Rente onder risiconorm 6.448 6.676 6.784 7.291  7.351
Overschrijding renterisiconorm n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

C ) EMU saldo
Voor uitvoering van de Wet Hof is het EMU saldo van groot belang. Voor elke gemeente is een individuele referentiewaarde bepaald, waardoor het totale EMU tekort niet boven de 0.5% zal uitkomen. Voor Staphorst is dit een bedrag van € 1.505.000 (er wordt echter geen sanctie opgelegd bij overschrijding). Voor de jaren 2016 en 2017 is afgesproken om het overeengekomen collectieve aandeel van de decentrale overheden voor het EMU-saldo niet verder uit te splitsen naar gemeenten, provincies en waterschappen. Dit heeft tot gevolg dat voor 2016 en 2017 geen individuele referentiewaarden per decentrale overheid worden vastgesteld. Wij houden nog rekening met het bovengenoemde bedrag ad € 1.505.000.

In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU saldo:

  (x €1.000) Rekening 2016 Rekening
2017
Begroting 2017 Begroting 2018
1 Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves +2.127 +1.590 -1.733  -2.108
+ 2 Afschrijvingen t.l.v. de exploitatie + 1.536 +1.449 +1.940  +1.900
+ 3 Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie + 669 +698 +105  +109
- 4 Uitgaven aan investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd -1.511 -1.274 -7.828  -8.082
+ 5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen - +56 -  45
+ 6A Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) - - -  -
- 6B Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - - -  -
- 7 Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. - 2.121 -334 -1.404 -492
+ 8A Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) + 2.369 +4.550 +2.978  +2.870
- 8B Boekwinst op grondverkopen - 2.695 -2.600 -978 -1.173
- 9 Betalingen t.l.v. voorzieningen -49 -59 -102 -85
- 10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks
t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder één van de andere genoemde posten
    -  
11 A Gaat u deelnemingen verkopen? Nee Nee Nee  Nee
-11B Zo ja, boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen -   -  -
  Berekend EMU saldo + 325 +4.076 -7.022 -7.016
  Individuele referentiewaarde n.v.t.   n.v.t.  
  Tekort of overschot EMU saldo 325 4.076 -7.022  -7.016

D ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden zoals deze opgenomen zijn in de rekening 2017, tevens zal er een korte toelichting worden gegeven.

Soort (bedragen x € 1.000)
Begin 2017 Mutatie 2017 Eind 2017 Opbrengst 2017 Begroot 2017
Uitgezette gelden op lange termijn 5.736 -1.516 4.220 167 139
Uitgezette gelden op korte termijn 15.643 +4.680 20.323 0 0
Aandelenbezit 184 0 184 649 627
Opgenomen gelden lange termijn -1.490 +428 -1.062 -63 -63
Opgenomen gelden korte termijn 0 0 0 0 0
Totaal 20.073 3.592 23.665 753 703

1 | Uitstaande gelden op lange termijn

Uitstaande gelden op lange termijn Rente % Bedrag begin 2017 Bedrag eind 2017 Werkelijke
opbrengst 2017
Geraamde
opbrengst 2017
Vitens Achtergestelde lening 2,1 406 325 8 12
Essent/ Enexis Rentevordering 2/1 lening(en) 9,0 76 76 6 5
St. Zwembad Hypothecaire lening 6,0 84 0 5 0
N.V. Rova Achtergestelde geldlening 8.0 379 379 30 30
BNG BNG Financial Bond Fonds 0,1 2.156 1.436 2 19
BNG BNG Government B 0,1 1.160 774 69 53
De Baarge

5 hypothecaire leningen, 4 per eind 2017

div. 147 100 7 5
De Esch 3 2 hypothecaire leningen, 1 per eind 2017
3% 1.328 1.130 40 15
Totaal opbrengst uitgezette gelden op lange termijn 5.736 4.220 167 139

Toelichting:
De aflossing van de Vitens achtergestelde lening betreft een reguliere aflossing. Wel is het rente percentage aangepast. Er wordt gerekend met een 10 jaars rente + opslag van 1%, waardoor de rente uitkomt op 2,1 %. Afgelopen jaren was de rente:

2014 2015 2016 2017
3.55 2.97 2.50  2,1

Per eind september 2009 zijn de aandelen N.V. Essent verkocht. Hiervoor is € 1.434.937,- ontvangen. Naast deze ontvangst is er een deelneming ontstaan: vordering op Enexis van € 388.796, -. Deze deelneming bestond uit een viertal leningovereenkomsten, met verschillende looptijden en een gemiddeld rentepercentage van 4,65%. Conform beleidsvoornemens is in 2012 de eerste lening van € 97.200 vervroegd afgelost. In 2013 is de tweede lening vervroegd afgelost en in 2016 de derde lening. De aflossing van beide laatste leningen bedroeg € 108.000. Hierdoor bedraagt het restant van de lening op 01-01-2017 € 76.000 tegen 7,2% rente en in 2019 aflosbaar.

Begin 2016 was er sprake van een achtergestelde lening aan de NV Enexis ( Edon) , met een vast rentepercentage ad 9%. Deze is per 31 december 2016 afgelost en hiervoor zijn 1.448 aandelen Enexis ontvangen. Hierdoor in de toekomst een lagere renteopbrengst, maar hoger dividend. In hoeverre dit hogere dividend het verlies aan rente-inkomsten zal compenseren is vooralsnog onduidelijk.

De BNG Financial Bond Fonds en de BNG Government Bond Fonds zijn fondsen waar belegd wordt in obligaties met een looptijd van resp. 1-3 jaar en 5-7 jaar. Deze fondsen laten de volgende ontwikkeling zien:

Soort 2014 2015 2016 2017
Dividendpercentage 0,4% - 0,8% 0,3% - 0,6% 0,05% - 0,1% 0,05% - 0,1%
Dividendopbrengst 32.000 23.000 2.000 2.000
Boekwinst verkoop jaarlijks 1/7 deel 71.000 78.000 79.000  69.000
Marktwaarde t.o.v. boekwaarde +344.000 +267.000 +244.000 +132.000

Conform gemaakte afspraken met het Rijk vindt er jaarlijks een vrijval plaats van 1/7e deel ten gunste van schatkistbankieren. Daardoor daalt de jaarlijkse opbrengst.

Bij het in exploitatie nemen van de bedrijventerreinen De Baarge en de Esch 3 waren er diverse ondernemers die zelf gronden hadden liggen in deze bestemmingsplannen. Van deze ondernemers wordt een exploitatiebijdrage ontvangen in de vorm van een hypothecaire geldlening met veelal een looptijd van 30 jaar. De leningen op de Esch 3 hebben een kortere looptijd van resp. 5 en 7 jaar. In 2017 zijn er 2 leningen geheel afgelost, 1 van De Baarge en 1 van De Esch 3.


2 | Uitstaande en opgenomen gelden op korte termijn
Vanaf 2014 is schatkist- beleggen verplicht voor decentrale overheden (zie onderdeel schatkist- beleggen). Uitzetten en opnemen van gelden op korte termijn bij banken is niet meer toegestaan. De uitstaande gelden op korte termijn bij de Rabobank en de opgenomen gelden bij de BNG zijn hier dan ook onder gevallen. Per begin 2018 is €20.000.000 bij de schatkist uitgezet.


3 | Aandelenbezit

Aandelenbezit   Aantal Waardebegin van het jaar Waarde einde van het jaar Werkelijke opbrengst 2017 Begrote opbrengst 2017
Rendo Aandelen 43 20 20 325 323
Essent / Enexis Aandelen 33.779 60 60 23 24
Deelnemingen i.k.v. verkoop Essent Aandelen 32.331 0 0  9 0
Vitens Aandelen 18.531 4 4 62 50
Rova Aandelen 217 25 25 161 161
Wadinko Aandelen 40 0 0 20 20
BNG Aandelen 30.030 75 75 49 49
Totaal opbrengst aandelenbezit
184 184 649 627

Toelichting:
Vorig jaar in 2016 heeft er in het aandelenkapitaal heeft 1 mutatie plaatsgevonden. De aflossing van de Edon lening is omgezet in de aankoop van 1.448 aandelen Enexis.  Daardoor is de balanswaarde van Enexis-holding gestegen van € 15.000 naar € 60.000 en het aantal aandelen van 32.331 naar 33.779.

Op de balans zijn de aandelen gewaardeerd tegen nominale waarde, de huidige waarde kan vele malen hoger zijn. Over de ontwikkelingen binnen deze partijen en de verwachte dividendopbrengsten zal in de paragraaf verbonden partijen nader worden ingegaan. De dividendinkomsten zijn de laatste jaren lager dan voorgaande jaren.

4 | Opgenomen bedragen op lange termijn

Soort Stand begin 2017 Mutatie 2017 Stand eind 2017 Lasten 2017
Opgenomen gelden lange termijn 1.490 428 1.062 63

Betreft een tweetal langlopende leningen bij de BNG, welke middels een annuïteiten afschrijving in 2019 en 2022 worden afgelost.

5 | Opgenomen gelden op korte termijn
Er zijn geen opgenomen gelden op korte termijn.


Samenvatting:
Het totaal aan rentebaten/rentelasten/dividendopbrengsten blijft gedurende de jaren 2014-2016 redelijk constant. Er is zowel een daling van rente-baten als rente-lasten door:
a. de lagere rente voor overtollige middelen gedurende deze jaren (o.a. lagere rente van overtollige geldmiddelen bij de schatkist percentage 0% vanaf 2016!);
b. vrijval/aflossing van een aantal leningen met een relatief hoog rentepercentage, zowel lagere baten als lasten.

Daar staan echter een hogere dividend inkomst tegenover van N.V.Rova van € 106.000,- In 2016 heeft er een eenmalige dividenduitkering plaatsgevonden wegens beëindiging deelname Stivam ad € 200.000,-.
Zonder deze eenmalige opbrengst zoude de totale rentebaten/lasten op een structureel lager niveau liggen, wat binnen de bestaande en toekomstige begrotingen opgevangen dient te worden   

4 | Risicoprofiel

Terug naar navigatie - 4 | Risicoprofiel

De komende jaren zal het financieringsresultaat onder druk blijven staan, gezien de huidige rentestand. Dit is en blijft een risico en er zal met de nodige zorg naar gekeken worden welke mogelijkheden er zijn om een hoger rendement te behalen. Hieronder zullen we verder ingaan op mogelijke kredietrisico’s bij de gewaarborgde geldleningen, koersrisico’s bij de verschillende beleggingsproducten en een mogelijk valutarisico.

A ) Kredietrisico
Binnen de huidige portefeuille is nauwelijks sprake van enig kredietrisico. In het verleden zijn bij de verkoop van het woningbedrijf aan Woningstichting de Vechthorst een aantal gewaarborgde geldleningen afgegeven. De geldleningen zijn verstrekt door de BNG, waarbij de gemeente garant staat. De waarde van deze geldleningen was eind 2016 0, waardoor de garantstelling is komen te vervallen.

B ) Koersrisico
De afgesloten producten kennen allemaal een gegarandeerde eindwaarde, waarbij alleen bij tussentijdse verkoop van een obligatielening eventueel een koersrisico wordt gelopen. Bij de jaarlijkse verkoop in het kader van schatkistbankieren van 1/7 deel BNG Financial Bond Fonds en de BNG Government Bond Fonds Fido  is dit risico beperkt. Afgelopen jaar was de waarde nog ruim boven de 100%, wat mede voortkomt door de lage rentestand, dit heeft een gunstig effect op de obligaties.


C ) Valutarisico
De huidige beleggingen zijn allemaal in Nederlandse bedrijven en producten, waardoor er geen sprake is van valutarisico’s. Uiteraard kunnen de partijen waar de gemeente een belang in heeft overtollige gelden beleggen in buitenlandse beleggingsproducten. Dit zou dan ten koste (of ten gunste) kunnen gaan van de dividendopbrengst. Echter ook deze partijen hebben zich te houden aan de regels die hiervoor binnen het bestuur zijn afgesproken.

Paragraaf 4 | Bedrijfsvoering

Organisatie algemeen

Terug naar navigatie - Organisatie algemeen

Algemeen
De gemeente Staphorst is ambitieus, de samenleving bruist. Ze verlangt van de ambtelijke organisatie dienstbaarheid, flexibiliteit en innovativiteit De ontwikkeling van de organisatie richt zich daarnaast op de realisatie van de ambities uit het coalitieakkoord en de doelen gesteld in de missie en visie. De strategische doelen zijn omschreven en vertaald in verschillende beleidsnota’s en projecten: Stappop, Doorontwikkeling Organisatie, Visie Dienstverlening, Strategisch Personeelsbeleid, Communicatiebeleid, EPOS, Doorontwikkeling Buitendienst, Management Informatie Systeem Pepperflow, het ‘Huis van de gemeente’ en het Beleidsplan fysieke leefomgeving.

Uitdagingen
De vele ambities spelen de ambtelijke organisatie en haar bestuur parten. ‘Er is veel in gang gezet, maar het is te veel tegelijk. Er is te weinig borging en er wordt te weinig afgemaakt’, zijn veelgehoorde opmerkingen die betrekking hebben op een aantal projecten en beleidstrajecten. En daar liggen de voornaamste uitdagingen. Het werk dat al wordt verzet beter richten, prioriteren, juiste en slimme keuzes maken, meer resultaat laten zien en de onbalans herstellen. De onbalans die eenvoudigweg bestaat uit een opgave die steevast te groot en regelmatig te complex is voor onze organisatie.

Lopende projecten en activiteiten
De gemeente Staphorst heeft al een flink aantal stappen gemaakt in de ontwikkeling van de organisatie. Hiertoe wordt ook het college gerekend. Het gaat immers om het samenspel. Toonaangevende trajecten zijn onder meer;
a. Leertraject Proces Communication Model (PCM) voor het College. Omgang met de pers, communicatie, rolzuiverheid, oordeelsvorming, bestuursstijlen, vergader- en besluitvorming zijn thema’s op deze agenda.
b. Een leertraject voor het management (PCM). Een teamcoachingsmodel waarbij het management elkaar ontmoet om meer eenheid te ontwikkelen in de managementwaarden en -stijlen, teamgeest op te bouwen, alsook de toekomstbeelden vanuit de missie en visie aan te scherpen voor de eigen afdeling en de organisatie als geheel.
c. Een leertraject voor de organisatie: STAPPOP. Het programma streeft ernaar om bij alle medewerkers een professionele houding te realiseren, waarin betrokkenheid en betrouwbaarheid naar de inwoners merkbaar is en vervolgens het werken efficiënt plaatsvindt. De samenwerking onderling en de open cultuur worden als positief ervaren door de burger. De medewerkers spreken uit één mond naar buiten en gaan op dezelfde manier om met de inwoner, zonder hierin eigenheid te verliezen. Dit wordt ook wel 'Authenticiteit met ambitie' genoemd. In het programma zijn feedback geven, klantgerichtheid, teamgeest, omgangswaarden en omgangsvormen, van buiten-naar-binnen denken en handelen opgenomen. Het programma is in 2015 gestart en loopt door tot en met 2018.

Daarnaast zijn er ontwikkelingen en sleutelprojecten die het functioneren van de gemeente in hoge mate beïnvloeden of gaan beïnvloeden, namelijk:


1. De (doorontwikkeling) drie decentralisaties sociaal domein
Het sociaal domein waaronder worden toegerekend: Wmo, jeugdzorg (CJG) en participatie. De gemeente is verantwoordelijk voor een integrale toegang naar de ondersteuning. Momenteel heeft de gemeente Staphorst als toegang het CJG (Jeugd) en het CWO (Wmo en Participatiewet). Begin 2017 is een evaluatie in gang gezet die twee sporen kent:
a. verkenning toekomstscenario’s sociaal domein;
b. evaluatie van de drie decentralisaties. Deze evaluatie leidt tot een strategische agenda 2017-2022, tot het wel of niet verder integreren van CJG en CWO en het versterken van de verbindingen op het sociaal domein en een impactanalyse van de interne organisatie. Het is nu al duidelijk dat CJG en CWO sterk met elkaar verweven zijn en deze verwevenheid zich verder uitbreidt naar het ruimtelijk domein. De evaluatie en de voorbereiding van de strategische agenda is projectmatig opgezet.

2. Omgevingsvisie, vergunningsstelsel Omgevingswet (EPOS) en beleidsplan fysieke leefomgeving
Deze verschillende projecten in het ruimtelijk domein doen een groot beroep op interactieve beleidsvorming, planvorming en ondersteuning van initiatiefnemers vanuit een veranderende rol van de overheid. Van de betrokken medewerkers worden nieuwe vaardigheden gevraagd die sterk in de sfeer van communiceren liggen en rolbewust zijn in denken, spreken en doen. Daarnaast wordt er van de inwoner, ondernemer of initiatiefnemer een grotere inbreng verlangd. Daarvoor moeten zij goed geïnformeerd zijn. Dat vraagt om een informatie-infrastructuur die niet alleen beschikbaar is voor een brede doelgroep, maar ook gevuld is met de goede informatie. Op een hoger niveau is processturing bij medewerkers en projectleiders een belangrijke competentie.

3. Omgevingsdienst IJsselland
Een deel van de vergunning-, toezicht- en handhavingstaken (basistakenpakket, milieu) wordt met ingang van 1 januari 2018 door de Omgevingsdienst IJsselland verzorgd. De Omgevingsdienst zal haar werkprocessen verder uniformeren, professionaliseren en digitaliseren. Voor Staphorst betekent dit verdere afstemming met interne werkprocessen voor de overige taken van de Omgevingswet, goed accountmanagement en compatibiliteit van de softwaresystemen waarin informatie en zaakdossiers worden verwerkt. Ook interne processen zijn zelf in beweging onder invloed van ontwikkelingstrajecten, zoals EPOS.

4. Project Dienstverlening
Kent de deelprojecten Informatievoorziening, Klantcontactcentrum/Klantgericht werken en Procesoptimalisatie/Digitalisering. De visie op dienstverlening is opnieuw vormgegeven, met het oog op de verandering van dienstverlening aan inwoners en ondernemers die meer en meer op afstand en digitaal wordt. Het toekomstbeeld van de datagedreven gemeente is dat deze slim en effectief gebruik maakt van de beschikbare informatie. En op grond hiervan dusdanig stuurt dat werkprocessen efficiënt verlopen en dat de gemeente inwoners en ondernemers optimaal van dienst is. De landelijke Digitale Agenda 2020 ondersteunt dit proces. De privacy en bescherming van persoonsgegevens zullen daarin ook geborgd moeten zijn. Daarnaast is er blijft er aandacht voor het persoonlijke contact. Nu de visie eind 2017 is vastgesteld wordt er gewerkt aan het uitvoeringsprogramma met uitvoeringspunten.

5. Doorontwikkeling Buitendienst
De Buitendienst ontwikkelt zich verder en richt zich vooral op een goede profilering en bekendheid binnen en vooral buiten het huis. Goede communicatie en communicatievaardigheden horen daarbij. Daarnaast worden de werkprocessen verder gestroomlijnd en draagt de digitalisering bij aan tijds- en kostenbesparing. Zo moeten schouwen in het veld, informatievoorziening, track & tracé bij de behandeling van klachten, de aanmaak en uitvoering van werkorders, actualisaties van de onderhoudstoestand van de openbare ruimte en infrastructuur toenemend gedigitaliseerd worden. Dit vraagt om nieuwe vaardigheden van de medewerkers en ondersteuning bij de bedrijfsvoering om deze systemen in te voeren en te beheren.

6. Strategisch communicatieplan
Het strategisch communicatieplan van 2016-2018 richt zich op het volgende:
a. De communicatie met de burger verbeteren;
b. College, MT en organisatie communicatief ondersteunen bij hun werkzaamheden;
c. Organisatie communicatiever maken.

Een aantal sporen zijn in gang gezet. Het spreekt voor zich dat communicatie in alle geledingen van de organisatie van groot belang is. Dat geldt voor een medewerker van de buitendienst die wordt aangesproken door een inwoner en voor een beleidsmedewerker die tijdens een tafelgesprek met ondernemers en inwoners over de toekomst van Staphorst overlegt.

7. Strategisch personeel- en opleidingsbeleid

Het strategisch personeel- en opleidingsbeleid staat goed in de steigers. De implementatie ervan is van start gegaan. Hiertoe behoren persoonlijke werkplannen, afdelingsplannen, competentiegerichte afspraken, de jaargesprekken, bevordering van ontwikkeling, opleiding en mobiliteit. Het zijn zaken die de komende jaren verder handen en voeten gaan krijgen onder aanvoering van de afdelingsmanagers en algemeen directeur. Ondersteuning bij de uitvoering van de verschillende onderdelen en aan medewerkers en leidinggevenden voor de toepassing, horen bij de implementatie. Generieke en specifieke competenties en vaardigheden, die voortkomen uit de implementatie hebben relatie met andere trajecten zoals STAPPOP, het strategisch communicatieplan en modernisering van de dienstverlening.

8. Huis van de gemeente
Het gemeentehuis stamt uit een tijd dat duurzaam omgaan met energie nauwelijks een rol speelde. Het gebouw kan duurzamer en de gemeente wil daarmee ook een voorbeeld zijn voor anderen. De architectuur stamt uit een tijd dat minder nagedacht is over openheid, toegankelijkheid, transparantie en in het midden willen staan van de samenleving. De samenstelling van de werkruimtes rondom een patio (binnentuin), de toegang en verbinding van en naar de eerste verdieping, zijn nauwelijks geënt op het idee van een interactieve, dynamische, veranderlijke en open organisatie die intensief samenwerkt.

Programmasturing
De activiteiten zijn deels planmatig opgezet, waardoor personele en financiële consequenties inzichtelijk zijn en waardoor sturing en impact op de bedrijfsvoering mogelijk zijn. Echter, veel initiatieven zijn niet planmatig geïnitieerd, met het gevolg dat personele en financiële consequenties zich moeilijk laten managen. Hier ligt een stevige opgave, temeer daar veel ontwikkelingen, planmatig of niet planmatig opgepakt, andere activiteiten beïnvloeden en een wissel trekken op de organisatie en sturing ervan. De wens om te komen tot programmasturing is derhalve groot. In het jaar 2018 wordt er onder (bege)leiding van een programmamanager gestart met programmasturing.

Aantrekkelijk werkgeverschap
De gemeente is belast met de uitvoering van wettelijke taken, realisatie van het coalitieakkoord en beantwoord vragen uit de maatschappij. De gemeente voorziet daarnaast in taken waar de markt niet in kan, mag of wil voorzien. De maatschappij is dynamisch en veeleisend, het bestuur is ambitieus en de ambtelijke organisatie is gedreven om de veelheid aan taken zo goed mogelijk te vervullen. Daar waar mogelijk werkt de gemeente samen met naburige gemeenten en andere partners. Signalen uit ‘Den Haag’ doen vermoeden dat er meer decentralisaties te verwachten zijn en die zijn van harte welkom. Gemeenten kunnen veel rijkstaken efficiënter en effectiever uitvoeren. Dicht bij de burger, daar waar het ertoe doet. Talentvolle medewerkers worden, nu de economische crisis voorbij is en er zelfs schaarste is op de arbeidsmarkt, actief benaderd door bureaus die personeel werven voor andere gemeenten. Grote gemeenten betalen soms een tot twee salarisschalen meer en kennen meer vormen van tegemoetkoming. Veel vacatures worden tweemaal of vaker opengesteld, alvorens de gewenste kandidaat te kunnen benoemen.

De uitdaging om medewerkers nadrukkelijker aan onze gemeente te binden is een vereiste voor de kwaliteit die nodig is om aangesloten te blijven bij de vragen uit de samenleving en het bestuur. Meer ruimte om te kunnen differentiëren in primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden is van harte gewenst.

Nota Bedrijfsvoering
Deze paragraaf is onderdeel van de Nota Bedrijfsvoering. De nota is terug te vinden op de agenda van de raadsvergadering van 24 oktober 2017 (agendapunt 9).

(bedragen in €)
Kosten bestuur Rekening 2017
Rekening 2016
Raad 265.282
297.033
Griffie 98.811
105.268
Rekenkamer       
17.077
13.407
Accountant      
46.950 (betaald in 2017)
52.900

Toelichting:
Rekening 2016     Raad: werkkostenregeling fiscus + kosten onderzoek
                                       Griffie: geen inhuur
Rekening 2017     Raad: migratie naar iBabs+ toerekening werkkostenregeling

Rekenkamer commissie
De Rekenkamercommissie is een instrument van de gemeenteraad.
In 2016 is door de Rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar  versterking kaderstellende positie van de raad.

In 2017 is: 
- Staphorst toegetreden tot de personele unie;
- Een onderzoek gedaan naar de uitwerkingen van de aanbevelingen rond complexe RO-dossiers in de gemeente Staphorst.

Dit onderzoek, waarmee eind 2017 is begonnen, heeft betrekking op de in uitvoering genomen aanbevelingen die in 2015 zijn gedaan naar aanleiding van een aantal complexe dossiers op het gebied van de Ruimtelijke Ordening. Aanbieding hiervan aan de gemeenteraad is voorzien in het voorjaar van 2018.

Inkopen en aanbesteding

Terug naar navigatie - Inkopen en aanbesteding

Inkopen en aanbesteden
De gemeenten Staphorst, Steenwijkerland en Zwartewaterland zijn per 1 januari 2017 een samenwerking gestart op het gebied van inkopen en aanbesteden. Dit betekent dat er per deze datum voor de 3 gemeenten 2 fulltime inkoopadviseurs beschikbaar zijn. Eind dit jaar heeft er een evaluatie plaatsgevonden van de samenwerking en is besloten de samenwerking te continueren.

In 2017 is het inkoop- en aanbestedingsbeleid geactualiseerd. Het nieuwe beleid is gebaseerd op het VNG-model, sluit goed aan op de gewijzigde Aanbestedingswet en is geharmoniseerd tussen de 3 gemeenten. Op 9 janauri 2018 is dit beleid door uw raad vastgesteld, datum inwerkingtreding is 1 maart 2018.

Daarnaast hebben de inkoopadviseurs ondersteuning verleend bij talloze aanbestedingstrajecten, is een start gemaakt met het opstellen van standaard inkoopdocumenten en is er de nodige aandacht besteed aan het Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (o.a. Social Return On Investment en circulair-, klimaatbewust- en innovatiegericht inkopen).

Informatievoorziening en automatisering
Gemeenten maken deel uit van een sterk veranderende samenleving, waarin de steeds verdere digitalisering van de informatievoorziening een van de belangrijkste ontwikkelingen is.

Daarnaast krijgen gemeenten ook te maken met ontwikkelingen als landelijke en provinciale wet- en regelgeving, technologische innovaties, maatschappelijke trends en ontwikkelingen die te maken hebben met steeds hogere verwachtingen van inwoners en ondernemers met betrekking tot de gemeentelijke digitale dienstverlening.

De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) en de Digitale Agenda 2020 (DA2020) hebben als ambitie dat burgers (en bedrijven) al hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen op een veilige, betrouwbare en eenvoudige manier. Hierbij gaat het ook om open en transparant, werken als één efficiënte overheid en massaal digitaal – maatwerk lokaal.

Voor gemeenten is het de uitdaging om optimaal mee te bewegen met al die ontwikkelingen en trends in de samenleving, te anticiperen op bijgestelde verwachtingen en aan te sluiten op nieuwe kansen die ontstaan.

Om dit alles op een juiste wijze vorm te geven is gestart met het opstellen en schrijven van een informatiebeleidsplan welke samen met de GDI en de DA2020 invulling moet geven aan deze uitdaging met als doel de burgers conform onze visie op dienstverlening zo goed mogelijk van dienst te zijn. In dit informatiebeleidsplan beschrijven we de oplosrichtingen voor het goed ontsluiten van gegevens via alle kanalen en ketens enerzijds en anderzijds de bijbehorende informatieorganisatie.

Digitaal verzenden van belastingaanslagen
Begin 2017 zijn, voor zover een belastingplichtige hiervoor toestemming had verleend, de gemeentelijke belastingaanslagen verstuurd via de berichtenbox van MijnOverheid.

Digitalisering archiefcollecties
Digitaal informatiebeheer heeft de toekomst. De gemeente Staphorst zit in een omslag naar een situatie waarin het digitale document leidend is in plaats van het papieren document. In dit kader worden de bestaande archiefcollecties gedigitaliseerd. De eerste resultaten zijn in 2017 opgeleverd, de planning is dat eind 2018 alle dossiers gedigitaliseerd zijn.

Inrichting werkplek
Om meer mobiliteit en flexibiliteit te bewerkstelligen is een onderzoek gestart naar de inrichting van de werkplekken in het gemeentehuis. Dit betreft de ICT-werkplek en het telefoonconcept, uitgangspunt is plaats- en tijdonafhankelijk werken. In 2017 is het aanbestedingstraject gestart met het opstellen van programma van eisen, de aanbesteding en implementatie volgen in 2018.

Automatisering
In 2017 zijn de volgende voorzieningen geïmplementeerd:
- Citrix Sharefile: een eigen voorziening voor het veilig versturen en benaderen van bestanden op verschillende devices. Hoewel daar ook verschillende online-diensten voor beschikbaar zijn, zoals Dropbox, iCLoud en WeTransfer, is het vanuit het oogpunt van informatieveiligheid belangrijk een eigen voorziening beschikbaar te hebben;
-
Exclaimer: automatische en uniforme ondertekening van mails op mobiele apparatuur en via Outlook;
-
Free wifi: aanbieden van een open internetverbinding in de sporthal en gemeentehuis;
-
GovRoam: dit wifi-netwerk biedt toegang tot internet in de eigen organisatie én bij alle andere deelnemende overheidsorganisaties
-
Bluebeam: na het digitaliseren van processen ontstond de behoefte om op tekeningen digitaal te kunnen meten. Met de implementatie van Bluebeam is dit nu mogelijk.

Informatieveiligheid
Informatie-beveiliging is van belang omdat inwoners en (keten)partners erop moeten kunnen vertrouwen dat de gemeente zorgvuldig met hun gegevens omgaat. Goede sturing geven aan informatieveiligheid blijft complex, omdat er veel afhankelijkheden zijn en het veel facetten betreft: van het gedrag van medewerkers tot aan werkprocedures, personele eisen, beveiliging van middelen en gebouwen en technische maatregelen.

Verantwoordingsproces informatieveiligheid
In de resolutie ‘informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de professionele gemeente’ (BALV 2013) is afgesproken dat de gemeenteraad jaarlijks wordt geïnformeerd over informatieveiligheid in de gemeente.

Voor de verantwoording van de Basisregistratie Personen (BRP), Paspoortuitvoeringsregeling (PUN), Digitale persoonsidentificatie (DigiD), Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de Structuur uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Suwinet) is met ingang van 2017een nieuwe werkwijze ontwikkeld, de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA).

Deze heeft vooral betrekking op de verticale verantwoording van gemeenten naar landelijke toezichthouders, zoals Logius, door het uitvoeren van een zelfevaluatie en het opstellen van een Collegeverklaring. Het tijdstip van het uitvoeren van de zelfevaluatie (voor het eind van het jaar) maakt dat deze ook kan dienen als input voor de horizontale verantwoording aan de raad. ENSIA sluit hiermee aan op de planning- en controlcyclus.

Informatiebeveiligingsbeleid en -plan/plan van aanpak
Het Informatieveiligheidsbeleid is eind 2015 vastgesteld. Bijstelling vindt plaats om de 3 tot 4 jaar. Het informatiebeveiligingsplan en het plan van aanpak zijn ook eind 2015 vastgesteld, maar kennen een kortere levenscyclus. Het beleid en de plannen zijn gebaseerd op de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG).

Op basis van een in 2017 gehouden risico-inventarisatie (GAP-analyse) zijn voor deze beide plannen concepten opgesteld. De verbeteracties die niet in het huidige plan van aanpak waren opgenomen en de nieuwe verbeteracties zijn bij deze risico-inventarisatie (opnieuw) gewogen op urgentie en zo nodig opgenomen in het nieuwe plan van aanpak. Dit geldt ook voor de verbeteracties die in het huidige plan van aanpak niet zijn uitgevoerd/afgehandeld.

Het nieuwe informatiebeveiligingsplan en plan van aanpak worden begin 2018 aan het college ter vaststelling aangeboden.

Uitvoering verbeteracties
Het huidige plan van aanpak bevatte verbeteracties waaraan de gemeente in de afgelopen periode prioriteit zou geven en waarvan gedacht werd deze aan te kunnen en waar te kunnen maken. Eind 2017 zijn er een aantal acties afgerond, een groter aantal nog in behandeling en zijn er ook nog acties die gestart moeten worden. De nog niet afgeronde acties worden meegenomen in het nieuwe plan van aanpak.
Gezien de landelijke aandacht voor informatiebeveiliging is het van belang voldoende capaciteit in te zetten voor de uitvoering van het plan van aanpak.

Bewustwording
Op 6 april is in een gemeentebrede informatiebijeenkomst een presentatie gehouden over informatieveiligheid om de bewustwording onder de medewerkers te stimuleren in het zorgvuldiger omgaan met privacygevoelige en bedrijfskritische informatie. In deze bijeenkomst is ook aandacht besteed aan het herkennen van een beveiligingsincident en hoe dan te handelen.
De presentatie was meteen de kick-off voor een e-learningtraject bewustwording informatieveiligheid voor alle medewerkers.

Beveiligingsincidenten
Op grond van artikel 3.5 van het informatiebeveiligingsbeleid legt de coördinator informatiebeveiliging beveiligingsincidenten vast ten behoeve van een rapportage aan het MT.
De meeste beveiligingsincidenten in 2017 zijn afkomstig van de IBD. Deze hadden vooral betrekking op geconstateerde kwetsbaarheden in besturingssystemen, applicaties en toepassingen, waarop de door de IBD aangegeven maatregelen zijn opgevolgd, zoals het installeren van patches en updates of het informeren van de organisatie.
Vanuit de organisatie van Staphorst zijn enkele beveiligingsincidenten gemeld. Dit wil niet zeggen dat er niet meer beveiligingsissues zijn, echter deze moeten ook als zodanig onderkend worden.

Implementatie technische voorzieningen
In 2017 zijn technische voorzieningen geïmplementeerd om de informatieveiligheid te verhogen.

Samenwerking

Terug naar navigatie - Samenwerking

In de nota bedrijfsvoering is vastgelegd
Staphorst wil haar eigenheid en zelfstandigheid behouden en bewaakt dat zorgvuldig. De samenwerking in de regio met buurgemeenten is daarom selectief, functioneel, gericht op meerwaarde, het versterken van elkaar, het verminderen van kwetsbaarheid en niet om het samenwerken perse.

Regionale samenwerking: gemeenschappelijke regeling(en)
De gemeente Staphorst maakt deel uit van een aantal regionale samenwerkingsverbanden waarbij taken voor of namens de gemeente worden uitgevoerd. Vaak ligt aan deze samenwerkingsvormen een wettelijk vereiste als gemeenschappelijke regeling ten grondslag. De gemeente stelt zich in deze samenwerkingsverbanden zoals de GGD, de Veiligheidsregio, Sociale Werkvoorziening Reestmond en de netwerk-RUD, als deelnemer positief-kritisch op. Eind december 2016 is besloten tot de oprichting van de Omgevingsdienst IJsselland. Die is als opvolger van de netwerk-RUD op 1 januari 2018 in werking is getreden.


Samenwerking transities
De samenwerking bij de uitvoering van de 3D's is toegelicht in paragraaf 8: Sociaal Domein.

Rekenkamercommissie - RKC
Op 10 december 2015 heeft de Rekenkamercommissie (RKC) het onderzoeksrapport ‘Samenwerken - hoe kan de gemeenteraad zo optimaal mogelijk sturen op samenwerking’ aangeboden.  De Rekenkamercommissie is een instrument van de gemeenteraad, en het is ook daarom van belang dat de raad bespreekt en bepaalt of en zo ja welke van deze aanbevelingen de raad wenst over te nemen en uit te werken.
Het onderzoek met aanbevelingen is gepresenteerd en besproken in een informerende raadbijeenkomst op 19 januari 2016. In deze bijeenkomst is ook gesproken over het rapport ‘Wisselwerking, naar een betere wisselwerking tussen gemeenteraden en de bovengemeentelijke samenwerking’ van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) en de Handreiking voor gemeenteraadsleden en griffiers ‘Grip op regionale samenwerking’.

Op basis van de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie is het volgende in de raad van 28 februari 2017 besloten:
1. het rapport ‘Samenwerken - hoe kan de gemeenteraad zo optimaal mogelijk sturen op samenwerking’ van de Rekenkamercommissie Staphorst voor kennisgeving aan te nemen en de aanbevelingen over te nemen;
2. het college te verzoeken om op korte termijn in samenspraak met de raad een strategische visie te formuleren over intergemeentelijke samenwerking, zodat de raad deze kan vaststellen;
3. het college te verzoeken de raad jaarlijks ter vaststelling een volledige en geactualiseerde overzichtsrapportage intergemeentelijke samenwerking aan te bieden.

Samenwerking transities
De samenwerking bij de uitvoering van de 3 D’s is toegelicht in paragraaf 8: Sociaal Domein.
 

Vastgoed

Terug naar navigatie - Vastgoed

Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ)
Het college is verantwoordelijk voor de algemene uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering en houdt toezicht. Dit gebeurt onder meer aan de hand van zelfevaluaties welke 2 keer per jaar plaatsvinden. Hiervan wordt een rapport van bevindingen opgesteld met een algemeen oordeel. De Waarderingskamer onderscheidt diverse oordeel-categorieën. Te weten de uitvoering:

• Moet dringend verbeterd worden;
• moet op onderdelen verbeterd worden;
• is voldoende;
• verloopt goed;
• verloopt goed (stabiel). 

Het laatstgenoemde oordeel is van toepassing bij de gemeente Staphorst. Hiervan is sprake wanneer een gemeente meer dan twee aaneengesloten jaren het algemeen oordeel “goed” van de Waarderingskamer heeft gekregen en waarbij ook geen sprake is van (tijdelijk) zwakkere deelaspecten van de WOZ-uitvoering. De gemeente heeft voldoende maatregelen getroffen voor adequate aansturing en kwaliteitsbeheersing van de werkzaamheden. Daarnaast is de Waarderingskamer van mening dat vakbekwaamheid belangrijk is omdat professionaliteit veel invloed heeft op de kwaliteit van het WOZ-proces en de taxaties in het kader van de Wet WOZ. De Waarderingskamer heeft een landelijke nulmeting gedaan naar de vakbekwaamheid van de WOZ-medewerkers. Bij de gemeente Staphorst is het opleidingsniveau op orde en is er voldoende ruimte voor bijscholing.

Uitvoering Wet WOZ Zwartewaterland

Sinds november 2013 vindt de uitvoering van de WOZ taken van de gemeente Zwartewaterland vanuit Staphorst plaats. Sindsdien zijn de WOZ processen afgestemd op die van Staphorst, de coördinatie is bij één persoon belegd, er is een gezamenlijke planning, wordt gewerkt met één en hetzelfde taxatiebureau en hebben er diverse optimalisaties plaatsgevonden aan de hand van een verbeterplan uitvoering Wet WOZ. Verder wordt er gewerkt met een gezamenlijk Plan van Aanpak bezwarenafhandeling. Dit betekent informeel contact met burgers en ondernemers en versnelde bezwarenafhandeling. Het algemeen oordeel van de Waarderingskamer met betrekking tot de uitvoering Wet WOZ Zwartewaterland is inmiddels goed.

De WOZ-waarde als openbaar gegeven
De WOZ-waarde van woningen is vanaf 1 oktober 2016 een openbaar gegeven. Iedereen kan eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde raadplegen via een online WOZ-viewer door op een plattegrond de woning te selecteren waarvan men de waarde wil weten of een adres op te geven.

De achtergrond en geschiedenis van de openbaarheid

De wetgever verwacht dat transparantie met betrekking tot de WOZ-waarde bijdraagt aan de acceptatie van dit gegeven door burgers en aan een verbetering van de kwaliteit van de gegevens. Immers door de openbaarheid kan een belanghebbende veel beter de WOZ-waarde van de eigen woning vergelijken met die van woningen in de omgeving. Daarmee krijgt hij/zij beter inzicht in de wijze waarop verschillen tussen de woningen ook door de gemeente zijn vertaald in verschillen in de WOZ-waarde. Het onderling vergelijken van woningen is een belangrijk uitgangspunt voor de taxatie van woningen.

Het onderling vergelijken van de WOZ-waarde, zowel door de gemeente als door belanghebbenden, kan ook aan het licht brengen dat deze in sommige situaties mogelijk niet goed is. Wanneer die signalen beschikbaar komen, kan de gemeente die gebruiken om de gegevens die gebruikt zijn bij de taxatie te actualiseren of te verbeteren of het gebruikte taxatiemodel meer te verfijnen en beter aan te sluiten op de markt.

Voormelding WOZ-waarde
In het 4e kwartaal van 2017 hebben alle eigenaren van een rij- en/of hoekwoning en woonboerderijen een voormelding van de WOZ waarde 2018 van de gemeente ontvangen. Woningeigenaren zijn opgeroepen de WOZ-waarde van 2018 en de kenmerken van hun woning, zoals vastgelegd in onze administratie, te beoordelen. Deze gegevens waren (via DigiD) te raadplegen op onze website.

Hieronder volgt een overzicht met kengetallen over de voormeldingen Staphorst. Belanghebbenden ontvangen van ons een terugkoppeling op hun reactie.

Aantal verstuurde brieven 1.580
Aantal raadplegingen 838
Aantal reacties van belanghebbenden 181
Aantal aanpassingen van waarden 43

Het werken met voormeldingen heeft als doel vooraf afstemming te hebben over de van belang zijnde gegevens en daarmee de WOZ waarde. Hiermee kan een eventuele bezwaar- of beroepsprocedure worden voorkomen. Deze werkwijze heeft als doel bij te dragen aan transparantie en een hogere acceptatie bij belanghebbenden. Het werken met voormeldingen wordt ook door de Waarderingskamer onderschreven.

Bij de gemeente Zwartewaterland zijn alle eigenaren van een 2^1 kap- en geschakelde woningen aangeschreven.

Aantal verstuurde brieven 1.885
Aantal raadplegingen 1.693
Aantal reacties van belanghebbenden 292
Aantal aanpassingen van waarden 73

Het werken met voormeldingen draagt bij aan betere acceptie van inwoners door inzicht in en invloed op de waardebepaling. Daarnaast draagt verkregen informatie bij aan de kwaliteit van de gegevens.

Taxeren op basis van oppervlakte
De Waarderingskamer heeft gemeenten laten weten dat na een overgangsperiode van vijf jaar vanaf 2022 alle WOZ-woningtaxaties gebaseerd moeten zijn op de gebruiksoppervlakte van de woning. Nu gebruiken gemeenten nog vaak de bruto inhoud van de woning om woningen met elkaar te vergelijken of een andere maatstaf om een woning op te meten. Vanaf 2022 moet iedere gemeente de woningen op dezelfde manier meten.

Naast de voordelen van landelijke uniformiteit en het aansluiten op de wijze waarop woningen veelal gemeten worden bij verkoop (Funda), kleeft er natuurlijk ook een nadeel aan deze uniformering. De overschakeling naar het registreren van een nauwkeurige en gecontroleerde gebruiksoppervlakte van alle woningen, vergt een investering.

De belangrijkste doelstellingen van de Wet WOZ zijn gelegen in het streven naar kwaliteit, uniformiteit, duidelijkheid en doelmatigheid. Vooral het aspect van uniformiteit heeft de Waarderingskamer gebracht tot het besluit om landelijk uniform de gebruiksoppervlakte te gebruiken voor de taxatie van woningen. Het feit dat gemeenten nu diverse meetvoorschriften gebruiken (naast bruto inhoud en gebruiksoppervlakte zijn er ook gemeenten die bijvoorbeeld bruto vloeroppervlakte (BVO) of juist netto vloeroppervlakte (NVO) gebruiken), past niet bij de beeldvorming over uniforme uitvoering van de Wet WOZ.

Naast het voordeel van uniformiteit heeft het gebruik van de gebruiksoppervlakte voor het meten van woningen voor de WOZ meer inhoudelijke voordelen. De belanghebbenden zullen de gemeten gebruiksoppervlakte herkennen, wanneer ze deze bijvoorbeeld vergelijken met informatie in de markt. Het meetvoorschrift dat bij bijvoorbeeld Funda gehanteerd moet worden, is immers exact hetzelfde meetvoorschrift dat voor de WOZ-taxaties gebruikt wordt. Verder biedt het hanteren van de gebruiksoppervlakte gemeenten ook meer mogelijkheden om de activiteiten gericht op bijhouding en kwaliteitsverbetering voor de WOZ-administratie en de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) meer op elkaar af te stemmen, danwel verder te integreren.

Berichtenbox van MijnOverheid
MijnOverheid biedt inwoners door middel van DigiD toegang tot berichten,  persoonlijke gegevens en lopende zaken. Het is overzichtelijk, veilig en altijd beschikbaar.

Sinds 2017 is het bij de gemeente Staphorst mogelijk de aanslagen gemeentelijke belastingen/WOZ-beschikkingen in de Berichtenbox van MijnOverheid te ontvangen. Van de inwoners in de gemeente Staphorst heeft circa 20% hiervan gebruik gemaakt. Deze mensen hebben de aanslagen ook nog op papier ontvangen. Naast de aanslagen gemeentelijke belastingen wordt steeds meer correspondentie via MijnOverheid aangeboden zoals taxatieverslagen, inlichtingenformulieren, aangiften, herinneringen en aanmaningen.

Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)
Voor de uitvoering van publieke taken zijn betrouwbare gegevens nodig. Het stelsel van basisregistraties geeft overheden de kans om interne, onderling samenhangende processen beter op elkaar af te stemmen en bestuurlijke taken efficiënter uit te voeren. De BGT is de basisregistratie voor topografische objecten. De BGT is objectgericht en landsdekkend opgebouwd volgens eenzelfde standaard qua inhoud en kwaliteit. Gebruik door overheden is verplicht.

De BGT is dé gedetailleerde grootschalige basiskaart (digitale kaart) van heel Nederland, waarin op een eenduidige manier de ligging van alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en (landbouw)terreinen is geregistreerd. De wet BGT heeft volgende bronhouders aangewezen:
- Gemeenten
- Waterschappen
- Provincies
-Rijkswaterstaat
- ProRail
- Defensie
- Ministerie van EL&I

Iedere bronhouder is verantwoordelijk voor de productie, assemblage en bijhouding van de grootschalige topografie binnen haar bronhoudersgrens. Daarnaast voor het leveren daarvan aan de Landelijke Voorziening (LV) bij het Kadaster. De LV is verantwoordelijk voor de distributie naar alle gebruikers. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

Strategisch communicatiebeleid
In 2015 is het strategisch communicatieplan (2015-2018) vastgesteld door het college van B&W. De actiepunten uit dit plan zijn grotendeels uitgevoerd. Eén ervan was het project huisstijl, dit is eind 2017 afgerond. Verder is in 2017 gewerkt aan het verbeteren en versterken van onderwerpen als burgerparticipatie en social media.

Personeel | HRM

Terug naar navigatie - Personeel | HRM

Personeel
Een belangrijk onderdeel binnen de bedrijfsvoering is het personeel. Uiteindelijk zijn het vooral de medewerkers van de gemeente die in belangrijke mate invulling geven aan de bestuurlijke doelstellingen en de wensen van de klanten. Dit maakt ook meteen duidelijk dat personeel een onderdeel is waarin geïnvesteerd moet (blijven) worden.

Loonkosten

De totale loonkosten over 2017 bedroeg: € 7.686.272.


Ziekteverzuim
Ziekteverzuim is niet los te zien van het sociale beleid; het is direct verbonden met de zorg voor de kwaliteit van arbeid, organisatie en medewerkers. Verzuim is voor een deel te beïnvloeden, waarbij het management een sleutelpositie vervult met betrekking tot preventie van verzuim en begeleiding van zieke medewerkers.


Sinds 1 juli 2014 is de heer  A.M. van den Bosch van Inspirational Management Consulting (IMC) de bedrijfsarts. In verband met een wijziging in de Arbowet wordt het contract per 1 juli 2018 aangepast.

Cijfers
Het A+O fonds maakt jaarlijks aan de hand van de gegevens uit de personeelsadministratie een overzicht waarbij een aantal kerngegevens van de gemeenten op een rij worden gezet. Aan de hand hiervan kunnen de belangrijkste kengetallen over de personele samenstelling van de gemeente met gemiddelden van verschillende gemeenten worden vergeleken. De gegevens van de bezetting 2016, vergeleken met de gemeenten binnen de grootteklasse 10.000 tot 20.000 inwoners, zien er als volgt uit: 

Gemeente Staphorst 42% 58%
Gemiddelde over deelnemende gemeenten A+O fonds 44% 56%
Naar leeftijd Gemiddelde leeftijd
Staphorst 47,5
A+O fonds 48,7
Naar dienstverband Voltijd Deeltijd Gem. deeltijdpercentage
Staphorst 54,5% 45,5% 79%
A+O fonds 52,0% 48,0% 83%
Op basis van de personeelsmonitor Aantal FTE's per 1.000 inwoners

Staphorst

8,1
A+O fonds 9,6

Personeelsformatie
Stagiaires en oproepkrachten worden in het formatie-overzicht niet meegenomen. Deze worden onderaan het overzicht vermeld.

Organisatieonderdeel Formatie 31 december 2015 Formatie 31 december 2016 Formatie 31 december 2017
1. Bestuur
College + Griffier 4,55 4,88 5,22
       
2. Ambtelijke organisatie
Secretaris 1,00 1,00 1,0
Bestuur & Managementondersteuning 34,00 35,17 43,31
Ontwikkeling & Beheer 40,07 41,53 45,59
Samenleving 30,97 32,93 25,64
Totaal ambtelijke organisatie 106,04 110,63 115,54
       
3. Diversen
Oproepkrachten kantine, bode, sporthal en dienstencentrum 0,91 0,70 0,50
Babsen 0,07 0,09 0,07
Stagiaires 1,11 0,67 1,81
Totaal diversen 2,09 1,46 2,38

Personeel van derden
De contracten voor inhuur personeel tot schaal 9 met Driessen HRM en voor payroll met Ziezzo zijn in samenwerking met 8 gemeenten en de provincie Overijssel tot stand gekomen. Deze contracten lopen nog tot 1 januari 2019 met mogelijkheid tot verlenging. In 2018 zal een nieuwe aanbesteding plaats vinden. Voor inhuur/detachering vanaf schaal 9 is geen contract  gesloten. Hiervoor worden de vereiste offertes volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid opgevraagd


Ziekteverzuim
Het gemiddelde ziekteverzuim over het jaar 2017 is 3,52%. Dat is 0,25% minder dan over 2016. In één geval is sprake van werkgerelateerd verzuim.  Alle overige gevallen waren niet werkgerelateerd; dus ook niet beïnvloedbaar.

Het gemiddelde ziekteverzuim van gemeenten in de inwonersklasse 10.000 tot 20.000 was 4,9% voor 2016.

Grafisch weergegeven
De grafieken geven de situatie weer over het jaar 2017. Alle overzichten zijn inclusief raadgriffie en exclusief vacatures, oproepkrachten, stagiaires en raad.

 

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

Algemeen
De gemeente Staphorst wil een financieel gezonde gemeente zijn. Daarbij is het onder meer van belang dat de gemeente een structureel sluitende (meerjaren)begroting heeft. Het beleid is aangegeven in het coalitieakkoord en vormt daarmee mede de grondslag voor het beheer.

Kaders
- Wettelijke bepalingen: Gemeentewet, Besluit Begroting en Verantwoording;
- Financiële verordening gemeente Staphorst (aangepast in 2017);
- Nota Reserves & Voorzieningen (2015);
- Nota Waardering & Afschrijving (2017);
- Coalitieakkoord “vertrouwen in dynamisch Staphorst” 2014 – 2018.

Wat wilden we bereiken?
- Uitvoering coalitieakkoord;
- Een sluitende (meerjaren)begroting;
- De afvalstoffen- en rioolheffingen kostendekkend;
- Retributies en belastingen: jaarlijks te verhogen met het inflatiepercentage;
- De onroerende zaak belasting, naast het inflatiepercentage, in principe niet extra te verhogen.

Wat hebben we daarvoor in 2017 gedaan?
- Zo effectief en efficiënt mogelijk om gegaan in de gemeentelijke dienstverlening;
- De tarieven van de belastingen met uitzondering van de afvalstoffen- en rioolheffing zijn in 2017 verhoogd met 1% inflatiecorrectie;
- De afvalstoffenheffing is met gebruik van de bestemmingsreserve kostendekkend gemaakt;
- Het college heeft de begroting met een positief saldo aangeboden;
- De opvolging van de verbeterpunten die voortkomen uit de interne controle.

P&C-cyclus
De financiële bedrijfsvoering (financieel beleid en financieel beheer) vervult een belangrijke plaats op het speelveld van de bedrijfsvoering. Het is de spil in de gemeentelijke planning & control (P&C). Doel van de p&c - cyclus is om deze zodanig in te richten dat het management, het college en de raad in staat worden gesteld om de juiste beslissingen te nemen. In deze cyclus vormen de jaarrekening, zomernota en begroting de belangrijkste onderdelen.

De werkgroep P&C heeft dit jaar (november 2017) over de verstrekte bestuursopdracht namelijk het versterken van de kaderstellende- en controlerende rol van de raad afgerond en hierover verantwoording afgelegd. Daarbij zijn de onderstaande resultaten bereikt:
1.   Aanpassing P&C cyclus: vervanging van een 3-tal documenten: de 1e en 2e Bestuursrapportage en kadernota door één  nieuw ontwikkeld document: de Zomernota;        
2)   Kwaliteitsverbetering P&C documenten: tekstueel en lay-out;
3)   Aanschaf en implementatie management informatie systeem Pepperflow;
4)   Digitalisering documenten P&C cyclus via Pepperflow;
5)   Invoering begrotingsmarkt ter ondersteuning technische behandeling;
6)   Vernieuwen van de financiële verordening;
7)   Instelling van een auditcommissie.
Uiteraard blijft de (door)ontwikkeling van de cyclus een permanent aandachtspunt.  

Interne controle | rechtmatigheid

Er is uitvoering gegeven aan artikel 2 lid 2 van de Verordening voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Staphorst (artikel 213 verordening).

Op basis van het controleplan worden diverse bedrijfsonderdelen getoetst op rechtmatigheid, juistheid en volledigheid. Doel van deze onderzoeken is om te komen tot een oordeel over het getrouwe beeld en rechtmatigheid van de jaarrekening.
De interne controle heeft gedurende het gehele jaar 2017 plaats gevonden. Voor de jaarrekening 2016 liep dat nog door tot mei 2017. Reden:  de verantwoording van de onderdelen Jeugd en WMO kon pas plaats vinden nadat de verschillende zorgverleners, BVO en SVB de verantwoording hebben ingeleverd. Door de accountant is begin juli 2017 een goedkeurende controleverklaring afgegeven, inclusief een accountantsverslag met verschillende aanbevelingen. Deze aanbevelingen en het monitoren hiervan vormden een onderdeel van de Interne Controle over het jaar 2017.  

Dit jaar is een onderzoek gestart naar mogelijke samenwerking op het gebied van interne controle binnen de gemeenten Meppel/Westerveld, Zwartewaterland, Steenwijkerland en Staphorst. Aanleiding hiervoor:
A. de toegenomen, striktere wetgeving waaraan moet worden voldaan zoals het voldoen aan de Cos610-norm (nadere voorschriften Controle en Overige Standaarden). Daarbij zijn de eisen aangescherpt waarbij ten behoeve van de externe accountant veel meer zichtbare waarborgen in de verbijzonderde interne controle moeten zijn aangebracht voordat daarop gesteund mag worden.
B. groei gegevensstromen (denk aan de drie decentralisaties);
C. nieuwe wetgeving waarbij de controleverklaring door het college af gegeven dient te worden;
D. door krapte op de markt staat beschikbaarheid van accountantsdienstverlening onder druk.

Risicomanagement

Het is van belang dat de bewustwording en de toepassing van risicomanagement binnen de ambtelijke organisatie een permanent aandachtspunt is en blijft. De geactualiseerde nota Weerstandsvermogen & Risicobeheersing is op 26 september 2017 vast gesteld. Zie verder de paragraaf Weerstandsvermogen & Risicobeheersing waarbij u de uitkomsten aan van de daarvoor ontwikkelde instrumenten aan treft.

Toezichtvorm (provinciaal)

De toezichthouder (Provincie Overijssel) heeft bij brief van 20 december 2016 meegedeeld dat de gemeente Staphorst voor de programmabegroting 2017 onder het regulier (oftewel het repressief) toezichtvorm is komen te vallen. Het repressief (regulier) toezicht houdt in dat de begroting:
• is beoordeeld aan de hand van wettelijke criteria: Gemeentewet.
• de begroting 2017 en meerjarenraming 2018 - 2020 voldoen de nadere uitwerking in het  landelijk Toezichtkader 'Kwestie van evenwicht!'
• Daarbij is eveneens de begrotingsbrief 2017 d.d. 15 maart 2016, kenmerk2016/0047755,  betrokken.

Dienstverlening accountant + instelling Auditcommssie

De raad heeft op 13 januari 2015 besloten de accountantsdienstverlening voor de periode 2015 - 2018 op te dragen aan PWC-accountants. Medio 2018 wordt een nieuwe aanbestedingsprocedure gestart.
Op 12 december 2017 heeft de raad besloten tot de instelling van een Auditcommissie waarmee de Afstemmingscommissie en commissie Onderzoek Jaarrekening tegelijk zijn op geheven.

Uitvoering financiële verordening (herziening beleidsnota’s)

Ter uitvoering van de financiële verordening ex. art. 212 Gem.wet dienden in 2017 de volgende (bijgestelde) nota’s ter vaststelling te worden aangeboden.

Beleidsnota Besluit raad
Nota grondbeleid 9 januari 2018 (opgenomen in de Omgevingsvisie)
Nota inkoop- en aanbestedingsbeleid per 1 maart 2018 9 januari 2018
Nota Verstrekking gemeentelijke subsidies Geen uitvoering aan gegeven
Financiële verordening 4 juli 2017
Nota Wegenonderhoudsplan 2017-2020 18 april 2017
Nota Lokale Heffingen 2017 4 juli 2017
Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 2004-2020 26 september 2017
Nota Gebouwenbeheer Geen uitvoering aan gegeven, planning 2018
Budgethoudersregeling Geen uitvoering aan gegeven, planning 2018
Nota Treasury Geen uitvoering aan gegeven, planning 2018

Beheer verzekeringsportefeuille
Het afwikkelen van aansprakelijkheidstellingen vormt bij het beheer een belangrijk onderdeel. In samenwerking met de gemeente Zwartewaterland vindt begin 2018 een Europese aanbesteding van de verzekeringsportefeuille plaats.

Beheerkosten

Terug naar navigatie - Beheerkosten
(kosten x € 1.000) Rekening 2017
Rekening 2016 Rekening 2015  Rekening 2014
Kosten huisvesting gemeentehuis minus verhuur politie
289 345 294  387
Gemeentewerkplaats  50 96 53 75

Toelichting:    
- Schommelingen met name veroorzaakt door onderhoudskosten ter uitvoering van gebouwen beheerplan; 
- Gemeentehuis is inclusief huisvesting politie

Automatiseringskosten (x € 1.000)
Rekening 2017
Rekening 2016
Rekening 2015 Rekening 2014
Kosten derden 639
       724  *)2 637 621
Eigen uren                  -       *)1
589 542 550
Kapitaallasten 49
 55 67 43
Bijdrage DOZ-gemeenten - 104         - 201  *)2  - 119 - 162

Toelichting:
Bijdrage DOZ-gemeenten
Olst/Wijhe maakt vanaf 2016 geen gebruik meer van het SAP-beheer.

Rekening 2016 *)2

Tegenover de meeropbrengst bijdragen DOZ-gemeenten staan hogere kosten derden.

Rekening 2017 *)1
Eigen uren: maakt vanaf 2017 deel uit van loonkosten Taakveld Overhead.

Materieel openbare werken (x 1.000) Rekening 2017
Rekening 2016 Rekening 2015 Rekening 2014
Vervoermiddelen 106 140 128 123
Gereedschappen 18 39 25 33
Tractie (vrachtauto) 46 77 50 74
Tractie (tractor) 73 70 16 -

Toelichting:
Rekening 2015                                  er is in de maand september 2015 een tractor met toebehoren in eigen beheer genomen
Rekening 2016                                  uitkomsten blijven per saldo binnen de begroting
Rekening 2017                                  vervoermiddelen: lagere kapitaallasten, minder energieverbruik  tractor

Paragraaf 5 | Verbonden Partijen

1 | Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - 1 | Inleiding op de paragraaf

Algemeen
Deze paragraaf gaat in op de doelstellingen, activiteiten en de financiële mate van betrokkenheid van de samenwerkingsverbanden waarin onze gemeente in financieel opzicht participeert en (tevens) een bestuurlijke invloed kan uitoefenen.


Wat houdt het begrip verbonden partij  in?

Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 lid b BBV)

Binnen deze definitie valt bijvoorbeeld niet het zwembad of bibliotheek. Immers de gemeente is niet in het bestuur vertegenwoordigd.

Nota Verbonden partijen
Bovenstaande aspecten zijn opgenomen in de 'Nota verbonden partijen” die op 10 mei 2016 door de raad is vastgesteld. De nota is bedoeld om het inzicht van de raad te versterken door bij iedere verbonden partij aan te geven: wat zijn de activiteiten, wat is het belang, de deelnemende partijen, aandeel en zeggenschap, het financiële belang, vermogenspositie en bedrijfsresultaten, risicoprofiel en ontwikkelingen. Daarnaast gaat de nota in op de besliskaders voor het aangaan van nieuwe participaties. Tenslotte is er aandacht besteedt aan de wens van de raad om de grip op de verbonden partijen te versterken.


Opbouw Paragraaf/Leeswijzer
Per verbonden partij wordt uitvoering gegeven aan artikel 15 BBV.

Artikel 15 BBV:
In de lijst met verbonden partijen wordt tenminste de volgende informatie opgenomen:
- De naam en vestigingsplaats;
- Het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd;
- Het belang dat de provincie of gemeente in de verbonden partij heeft, aan het begin en de  verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
- De verwachte omvang van het eigen en het vreemd vermogen van de verbonden  partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
- De verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar.

Door op deze wijze verantwoording af te leggen in de paragraaf, wordt tevens uitvoering gegeven aan artikel 21 lid 1 van de financiële verordening:

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen minimaal de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 BBV op.

De verbonden partijen voor onze gemeente kunnen we indelen in 3 categorieën:

1 | Gemeenschappelijke regelingen 2 | Vennootschappen en corporaties 3 | Stichtingen en verenigingen
GGD Regio IJsselland N.V. BNG Stichting MCR
Veiligheidsregio IJsselland N.V. Rendo Holding  
Werkvoorzieningsschap Reestmond N.V. Rova  
BVO Regio Jeugdzorg IJsselland N.V. Vitens  
Omgevingsdienst IJsselland Enexis Holding N.V.  
  Wadinko N.V.  
 

Verkoop Essent/Attero:
a. CBL Vennootschap BV
b. Vordering Enexis B.V.
c. Verkoop Vennootschap B.V.
d. CSV Amsterdam B.V., voorheen
    Claim Staat Vennootschap B.V.
e. PBE B.V.

 

Vernieuwing BBV: opname in programmabegroting
Om het inzicht in de concrete beleidsprestaties, maatschappelijke effecten die via de inzet van de verbonden partijen  worden gerealiseerd te bevorderen is die informatie dit jaar voor het eerst  bij de respectievelijke programma’s opgenomen.

2 | Ontwikkelingen bij (bestaande) verbonden partijen

Terug naar navigatie - 2 | Ontwikkelingen bij (bestaande) verbonden partijen

BVO Regio IJsselland
Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg Regio IJsselland (BVO).

Bij de oprichting is besloten om deze samenwerkingsvorm tussen de 11 deelnemende gemeenten aan te gaan voor de jaren 2015 en 2016. Besloten is deze te verlengen voor het jaar 2017. 

Reestmond
Een belangrijke gebeurtenis die in 2017 heeft plaatsgevonden, is de besluitvorming  over de verkenningen die in het kader van de ‘Ontwikkelagenda Reestmond’ zijn verricht. De uitkomsten hiervan zullen in 2018 in de praktijk (nader) worden uitgewerkt. Hoewel gemeente De Wolden geen onderdeel meer uitmaakt van GR Reestmond, heeft de vaststelling van de jaarrekening 2017 gevolgen voor gemeente De Wolden. Immers, het rekeningresultaat is van invloed op de uiteindelijke uittredingssom.
In de jaarrekening 2017 is bewust niet verwezen naar het uittredingsplan Gemeente De Wolden. Op dit moment wordt een notitie opgesteld waarin de gevolgen van het rekeningresultaat 2017 op de voorlopig vastgestelde uittredingssom inzichtelijk worden gemaakt. Hierbij zal voor zover mogelijk worden verwezen naar in 2017 genomen besluiten. Deze notitie zal zo spoedig mogelijk aan u worden aangeboden.
Een andere belangrijke gebeurtenis in 2017 die gevolgen heeft voor Reestmond, is de uittreding van gemeente De Wolden uit de GR Reestmond per 1-1-2018 .
Verder is in 2017 het ‘inkoopmodel Wsw-dienstverbanden’ vastgesteld waardoor de GR gemeenten zelf kunnen beslissen of zij de personen met tijdelijke Sw-dienstverbanden een vast dienstverband aan kunnen bieden per 1 januari 2018.  Ook het inkoopmodel heeft veranderingen voor de organisatie tot gevolg. Zo zijn er met gemeenten resultaatsafspraken gemaakt over de uitvoering. Deze worden in 2018 nader uitgewerkt.
Eind 2017 is daadwerkelijk gestart met de voorbereiding op de kanteling naar een proces-gestuurde organisatie. Zo is er een kwartiermaker aangesteld die onderzoek doet naar de effectievere en efficiëntere inrichting van bedrijfsprocessen.

Er is een negatief verschil tussen de begroting 2017 en het daadwerkelijke rekeningresultaat. Geconcludeerd kan worden dat dit negatieve verschil onder meer veroorzaakt is door de wijze van begroten.

Omgevingsdienst IJsselland 
De Wabo schrijft voor dat gemeenten en gedeputeerde staten binnen het gebied van de Veiligheidsregio een omgevingsdienst instellen. De raad heeft ter uitvoering hiervan op 20 december 2016 met algemene stemmen besloten tot het aangaan van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst IJsselland. Aan deze regeling nemen 11 gemeenten in West-Overijssel, waaronder Staphorst deel en de provincie Overijssel. 
In opdracht van de deelnemende gemeenten en provincie is de omgevingsdienst verantwoordelijk voor taken rondom het omgevingsrecht: milieuvergunningverlening, -toezicht en handhaving.

In 2017 is de keuze van huisvestingslocatie bepaald op Zwolle (4e verdieping Stadskantoor) en is in het laatste kwartaal van 2017 gestart met de inrichting van de bedrijfsvoering. Het eerste jaar voor de Omgevingsdienst wordt 2018. In de begroting 2018 en ook 2019 is gekozen voor inputfinanciering van de begroting. Hierdoor loopt de OD geen financiële risico's bij de overname van personeel. 

De start van deze omgevingsdienst is vanaf 1-1-2018.

3 | Opbrengst deelnemingen

Terug naar navigatie - 3 | Opbrengst deelnemingen

 In onderstaande grafiek kunt u de dividendontvangsten zien van de deelnemingen in de verschillende vennootschappen zoals die zijn opgenomen in de begroting en rekening 2017.

  Begroting 2017 Rekening 2017
ROVA 161 161
Rendo 323 325
Vitens 50 62
Enexis 24 23
Deelnemingen ikv verkoop Essent
0
 9
Wadinko 20 20
BNG 30 49
  608 649

Bovenstaande opbrengsten leiden tot onderstaande grafiek:


2014
Voor 2014 is  een interim-dividend opgenomen bij de Rova ad  € 50.000,-. Dit in verband met verkoop van NV Rova bedrijven (uitkering 2e deel).


2015
Rendo heeft het dividend voor de komende jaren bepaald op € 7,5 milj. Dit is een bijstelling met € 2,5 milj.  Eerder werd nog uit gegaan van  € 10 milj.


2016
Verkoop Vennootschap B.V.:  € 19.457.

De vennootschap zal pas in 2019 kunnen worden geliquideerd omdat zij partij is bij een aantal andere juridische overeenkomsten die bij de verkoop van Essent aan RWE zijn afgesloten.
ROVA:
Einde deelneming in STIVAM:  €  60.000 + dividend: € 66.000.

2017
Vitens en BNG keren een hoger dividend uit dan geraamd.  Vitens: + 22 % en BNG: + 35%.

4 | Bestaande verbonden partijen - Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - 4 | Bestaande verbonden partijen - Gemeenschappelijke regelingen

Per verbonden partij zullen we ingaan op de verplichte onderdelen uit artikel 15 BBV (zie bovenstaand) :

1. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

Gemeenschappelijke GGD Regio IJsselland te Zwolle
Bestuurlijk belang 11 deelnemende gemeenten. Gemeenten hebben zitting in het algemeen bestuur. Iedere gemeente heeft 1 stem.
Financieel belang gemeente

Het financieel belang komt tot uiting in de jaarlijkse bijdrage.
2017
- algemene bijdragen                                                                                              €  600.000 (algemene bijdrage en GGD basispakket-volksgezondheid)
- aanvullende op basis van dienstverleningsovereenkomsten      €        7.000

                                                                                                                                             €  607.000
Percentage Staphorst van het totaal: 3,7 %.

Openbaar belang/ doelstelling

GGD IJsselland: voor een gezonde samenleving (Missie december 2016).
Gezondheid wordt gezien als het vermogen van mensen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven. Gezondheid is een belangrijke voorwaarde om te kunnen meedoen in de maatschappij.
GGD IJsselland werkt aan een gezonde samenleving: vitale inwoners in een gezonde leefomgeving. Dit doen we door het uitvoeren van onderzoek, het signaleren van gezondheidsrisico’s, het adviseren van gemeenten en inwoners, het bevorderen van gezond gedrag en het bieden van een vangnet voor mensen die (tijdelijk) niet zelfredzaam zijn. Zo vergroten we gelijke kansen op een gezond leven.
We werken voor én met de elf gemeenten in IJsselland en samen met diverse organisaties: voor een gezonde samenleving. GGD IJsselland werkt voor ruim 523 duizend inwoners.
GGD IJsselland is daarnaast onderdeel van een samenhangend aanbod van publieke gezondheid in Nederland en voert taken uit zoals deze in de wet Publieke gezondheid aan gemeenten zijn opgedragen.

Financiële kengetallen 
(x €1.000)
Omschrijving
Begin van het jaar Einde van het jaar (voorlopig)
Eigen vermogen 1.548 1.167
Vreemd vermogen 10.110 5.733
Resultaat 2016:  79 2017:  211
Totale omvang van de rekening -
25.851
Risico's

Elke gemeente geeft een bijdrage per inwoner voor de basisproducten die voor alle gemeenten gezamenlijk worden uitgevoerd (inwonerbijdrage). Voor de diensten Jeugdgezondheidszorg worden de kosten op basis van het aantal inwoners 0-18 jaar verdeeld.
GGD IJsselland voert een actief financieel risicobeleid. De weerstandscapaciteit wordt geëvalueerd op basis van een financiële risico-inventarisatie.
Aanvullende producten worden gefinancierd door de gemeenten die deze afnemen. Voor de risico’s voor incidentele additionele taken(maatwerk en projecten) is een aparte voorziening getroffen. Risico’s voor additionele producten kunnen niet ten laste komen van alle gemeenten in de Gemeenschappelijke regeling.

Indien de weerstandscapaciteit niet voldoet, kunnen gemeenten – naar rato van het inwonertal - worden aangesproken op een eventueel exploitatietekort.
Op basis van de meerjarenraming van GGD IJsselland is het risico voor de gemeente Staphorst klein.
Beleidsvoornemens, veranderingen Het bestuur van GGD IJsselland heeft in december 2017 de bestuursagenda ‘Samenspel in Publieke gezondheid’ vastgesteld, dat een vervolg is van het eerder ingezette beleid. In 2019 wordt met een nieuw bestuur het lange termijn beleid bepaald.
De dienstverlening Jeugdgezondheidszorg wordt vanaf 2018 voor 11 gemeenten uitgevoerd voor jeugd van 0-18 jaar.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio IJsselland te Zwolle
Bestuurlijk belang 11 deelnemende gemeenten. Deelname in het algemeen bestuur door burgemeester T.C. Segers.
Financieel belang gemeente

Het financieel belang komt tot uiting in de jaarlijkse bijdrage. Voor 2017: € 905.513
Percentage Staphorst van het totaal: 2,73 %

Openbaar belang/ doelstelling
In oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. Op basis hiervan zijn in Nederland 25 veiligheidsregio’s ingesteld waaronder Veiligheidsregio IJsselland (VRIJ). Veiligheidsregio IJsselland richt zich op het voorkomen en bestrijden (van de gevolgen) van branden, ongevallen, rampen en crises. Dit gebeurt in het gebied van de elf, via een gemeenschappelijke regeling, aangesloten gemeenten.
Financiële kengetallen
Bedragen (x € 1.000)
Begin van het jaar Einde van het jaar (voorlopig)
Eigen vermogen 2.450 3.025
Vreemd vermogen 27.763 33.321
Resultaat 2016: 2.037 2017:  556
Risico's

 Er is een risicoprofiel opgesteld om de risico’s van de organisatie in kaart te brengen. Deze zijn in een rapportage vastgelegd. De tien risico’s met de meeste invloed op de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit zijn: Grootschalige/langdurige inzet, stijgende rentepercentages, fiscale controles, stijgende pensioenpremies, datalek, transitie meldkamer, besluiten van het Veiligheidsberaad met financiële of personele gevolgen, marktontwikkelingen oefentrajecten, wijzigingen in beleid of financiering van de Rijksoverheid en complexiteit Europese aanbestedingen.
Op basis van alle risico’s met bijbehorende inschatting is een analyse gemaakt van de benodigde weerstandsvermogen voor Veiligheidsregio IJsselland. Met behulp van een zogenaamde Monte-Carlo (MC)-simulatie is het verband tussen risico en aan te houden weerstandsvermogen bepaald. Uit de rapportage van risicomanagement blijkt dat, op basis van een zekerheidspercentage van 90%, het weerstandsvermogen 1,18 miljoen euro zou moeten bedragen. De benodigde weerstandscapaciteit ligt in de lijn der verwachting op basis van de bedragen die andere veiligheidsregio’s hanteren.
Veiligheidsregio IJsselland heeft op 31-12-2017  een weerstandsvermogen van één miljoen euro, dat geeft een betrouwbaarheid van 85%. Dit betekent dat de veiligheidsregio bij een dergelijke weerstandscapaciteit naar verwachting eenmaal in de zes à zeven jaar niet in staat zal zijn zonder aanvullende financiering een positief eigen vermogen te behouden.
Op basis van het huidige risicoprofiel is de beschikbare weerstandscapaciteit als onvoldoende te beschouwen. Het is echter wel raadzaam definitieve uitspraken pas te doen wanneer enige ervaring is opgedaan met de gevolgde werkwijze in het benoemen en inschatten van risico’s.
De benoemde risico's kunnen langdurige financiële gevolgen hebben. De eventuele financiële gevolgen kunnen voor een beperkte periode worden gedekt. In die periode moet een structurele oplossing worden gevonden. De gemeente kan worden aangesproken op een eventueel exploitatietekort, zie bovenstaand percentage.

Beleidsvoornemens, veranderingen

Voorafgaand aan de begroting 2017 is de verdeelmethodiek herzien. Door het algemeen bestuur is op 23 maart 2016 namelijk gekozen voor een combinatiemodel voor de verdeling van de kosten. De kosten worden vanaf 2017 voor 75% verdeeld op basis van de historische kosten en voor 25% op basis van een meer geobjectiveerde methodiek, te weten het gemeentefonds.
Na drie jaar, dus in 2019, wordt de verdeelmethodiek opnieuw geëvalueerd waarbij in principe het gekozen combinatiemodel gehandhaafd blijft. Er wordt alleen gekeken of het geobjectiveerde aandeel van het gemeentefonds in de verdeelmethodiek kan worden vergroot. Voorafgaand aan de evaluatie wordt door het algemeen bestuur op basis van de ontwikkelingen op dat moment besloten hoe de evaluatie exact vorm zal krijgen.

Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Reestmond te Meppel
Bestuurlijk belang

De gemeenten Meppel, Westerveld, de Wolden en Staphorst nemen deel.
Staphorst levert de als lid voor AB de wethouder B. Jaspers Faijer.
In het dagelijks bestuur is de gemeente vertegenwoordigd door wethouder B. Krale

Financieel belang gemeente

Het financieel belang komt tot uiting in de jaarlijkse bijdrage. Voor 2017: € 77.000

Openbaar belang/ doelstelling Het zorg dragen voor aangepaste werkgelegenheid voor personen met medische/ of sociale beperkingen.
Financiële kengetallen 
(x €1.000)
Bedragen Begin van het jaar Einde van het jaar
Eigen vermogen 4.165 2.875
Vreemd vermogen 2.210 2.213
Resultaat 2015:  3
2017:   minus 1.178
Risico's

Bijdragen gemeenten
In de begrotingen van de afgelopen jaren is -conform beleid- berekend dat voor een sluitende exploitatie, bijdragen van de deelnemende gemeenten noodzakelijk zijn. De gemeenten die de gemeenschappelijke regeling hebben getroffen, waaronder Staphorst, zijn verantwoordelijk voor de volledige financiering van deze regeling, ook als dit onverwachte verliezen betreft.
De impact van de risico’s is door Reestmond geschat op € 1.022.000, met een geschatte kans van gemiddeld 45% waardoor de waarschijnlijke impact € 476.200 groot is. Deze verwachting is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van alle inschattingen van kansen en impact.

De algemene reserve is in principe volledig beschikbaar als incidentele weerstandscapaciteit. De algemene reserve is momenteel voldoende groot om dit risico op te vangen.  Op basis van de jaarrekening 2017 (na resultaatbestemming) bedraagt deze algemene reserve € 1.983.312. Indien de algemene reserve lager wordt dan € 476.200 en de risico’s niet veranderen, is het op basis van deze risicoanalyse volgens Reestmond aan te bevelen de algemene reserve te verhogen en dit in de eerstvolgende begroting op te nemen.

Beleidsvoornemens, veranderingen

Een belangrijke gebeurtenis die in 2017  heeft plaatsgevonden, is de besluitvorming  over de verkenningen die in het kader van de ‘Ontwikkelagenda Reestmond’ zijn verricht. De uitkomsten hiervan zullen in 2018 in de praktijk (nader) worden uitgewerkt.
Een andere belangrijke gebeurtenis in 2017 die gevolgen heeft voor Reestmond, is de uittreding van gemeente De Wolden uit de GR Reestmond. De uittreding heeft namelijk tot gevolg heeft dat de organisatie van Reestmond er vanaf 2018 anders uit zal zien. De uitwerking vindt plaats in 2018.
Verder is in 2017 het ‘inkoopmodel Wsw-dienstverbanden’ vastgesteld. Door dit inkoopmodel hebben de GR gemeenten zelf kunnen beslissen of zij de personen met tijdelijke Sw-dienstverbanden een vast dienstverband zouden aanbieden per 1 januari 2018.  Ook het inkoopmodel heeft veranderingen voor de organisatie tot gevolg. Zo zijn er met gemeenten resultaatsafspraken gemaakt over de uitvoering. Deze worden in 2018 nader uitgewerkt.
Eind 2017 is daadwerkelijk gestart met de voorbereiding op de kanteling naar een proces-gestuurde organisatie. Zo is er een kwartiermaker aangesteld die onderzoek doet naar de effectievere en efficiëntere inrichting van bedrijfsprocessen. Ook is er een project ‘Reestmond In Ontwikkeling’ gestart, waarbij kader- en stafmedewerkers van Reestmond adviezen hebben gegeven over de inrichting van Reestmond vanaf 2018. De kanteling naar een proces-gestuurde organisatie zal in 2018 daadwerkelijk worden gemaakt.

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie  (BVO) Jeugdzorg IJsselland te Zwolle 
Bestuurlijk belang

11 gemeenten nemen deel in deze nieuwe vorm van een GR, waar geen sprake is van een algemeen bestuur;  alleen van een dagelijks bestuur. In dit dagelijks bestuur is Staphorst vertegenwoordigd door wethouder B. Jaspers Faijer.

Financieel belang gemeente

 Het financieel belang komt tot uiting in de jaarlijkse bijdrage.

Voor 2016, bedroeg de bijdrage € 36.007  exclusief budget voor de zorgkosten (doorbetaling kosten jeugdzorg aan de bvo, die zorg draagt voor facturatie enz. enz.) Voor 2017 is als voorschot betaald: € 36.785.
Openbaar belang/ doelstelling

Uitvoering jeugdzorg door samenwerking op het gebied van jeugdhulp. 

De kerntaken bestaan uit inkoop van de  jeugdhulp en contractbeheer/contractmanagement, bevoorschotten en afhandelen facturatie en het leveren van financiële managementgegevens.   
Financiële kengetallen 
(x €1.000)
Bedragen Begin van het jaar Einde van het jaar
Eigen vermogen 0 2016:  0
Vreemd vermogen 12.352 2016:  15.123
Resultaat 2016: 0 2016:  0
Risico's

Door de deelnemende gemeenten  wordt 85% van het ontvangen  rijksbudget voor Jeugdhulp doorbetaald aan de BVO, die zorg draagt voor het volledige facturatieproces Jeugdhulp. Eventuele tekorten komen voor rekening van de deelnemende gemeenten. Hiervoor is een vereveningsovereenkomst opgesteld (betaling naar rato deelname)

In hoeverre de huidige budgetten toereikend zijn is onduidelijk. De invoering van het objectief verdeelmodel heeft ook gevolgen voor de BVO.
Beleidsvoornemens, veranderingen

Deze gemeenschappelijke regeling is vooralsnog voor 2 jaar opgericht ( 2015 en 2016). In 2016 is  het besluit door de deelnemende gemeenten genomen om de samenwerking in deze vorm door te zetten voor het jaar 2017.
Per 1 januari 2018 wordt de tenaamstelling:  Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland (hierna: RSJIJsselland}, als opvolger van de BVO.

Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst IJsselland te Zwolle   
Bestuurlijk belang

11 gemeenten en provincie Overijssel nemen deel in deze GR.
De oprichting vond plaats op 22 december 2016.  Ingangsdatum 1 januari 2018.
In het  algemeen bestuur is Staphorst vertegenwoordigd door wethouder B. Krale.

Financieel belang gemeente

Het financieel belang komt tot uiting in de jaarlijkse bijdrage. Voor 2017 geen bijdrage.

Openbaar belang/ doelstelling

Gemeenten en provincie hebben een openbaar lichaam (GR) voor het basistakenpakket + (milieu) op gericht.

Het hoofddoel is dat met ingang van 1 januari 2018  een slagvaardig en robuuste OD ontstaat waarin kwaliteit, lokale kennis, bestuurlijke sensitiviteit en lage kosten hand in hand gaan. Tegelijkertijd dienen lokale milieutaken, zoals advisering bij ruimtelijke ontwikkeling of het faciliteren van bedrijven die zich in Staphorst  willen vestigen, geen nadelige effecten te ondervinden van het onderbrengen van werkzaamheden in de OD.
Financiële kengetallen 
(x €1.000)
Bedragen Begin van het jaar Einde van het jaar
Eigen vermogen 0 0
Vreemd vermogen 0 0
Resultaat 0 0
Risico's Op basis van de begroting 2018 van de OD zijn de meerkosten voor Staphorst: €  77.000 (afgerond). De exacte financiële consequenties worden in 2018 pas duidelijk als de huisvesting, het organisatie- en formatieplan in detail is ingevuld.
Beleidsvoornemens, veranderingen Het jaar 2017 is gebruikt om de Omgevingsdienst in te richten.

 

4 | Bestaande verbonden partijen - Vennootschappen en coöperaties

Terug naar navigatie - 4 | Bestaande verbonden partijen - Vennootschappen en coöperaties
Vennootschap NV BNG te Den Haag
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen: 0,054%, portefeuillehouder: wethouder S. de Jong
Financieel belang gemeente 30.030 aandelen; één stem per aandeel van EUR 2,50. Totale waarde € 75.075
Openbaar belang/ doelstelling BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Toelichting: het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen.

De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten (één stem per aandeel van EUR 2,50).
Financiële kengetallen






Gedurende het begrotingsjaar hebben zich  geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in de BNG Bank. (Hierbij is het gevolg van een eventuele gemeentelijke samenvoeging buiten beschouwing gelaten)
Bedragen (x € 1 miljoen)
01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen 4.468 4.953
Vreemd vermogen 149.483 135.041
Achtergestelde schulden
31
31
Dividend per aandeel 2017: € 2,53 per aandeel, in 2016 was dit € 1,64 per aandeel.
(Stijging nettowinst van 369 miljoen naar 393 miljoen, stijging dividend van 25% naar 37,5%)
Resultaat Over 2017: € 393
Risico's

Beperkt, tot deelname in het aandelenkapitaal. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is.
Het resultaat financiële transacties zal ook in de nabije toekomst gevoelig blijven voor politieke, economische en monetaire ontwikkelingen.

 

Vennootschap NV Rendo Holding te Meppel
Bestuurlijk belang via stemrecht op aandelen: 4,3%, portefeuillehouder: wethouder S. de Jong
Financieel belang gemeente 43 aandelen ad € 453,77, totale waarde € 19.512. Er is besloten voor de periode 2014-2017 tot een dividenduitkering van € 7.5 milj per jaar. Voor Staphorst betekent dit € 322.500. Gezien alle onzekerheden kan er geen sprake zijn van dividendgarantie.
Openbaar belang/ doelstelling

Zorg dragen voor betrouwbaar, veilig, kwalitatief hoogwaardig, betaalbaar  netbeheer en  adequate distributie van gas.

Actief zijn bij de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van duurzaam gebruik van energie en de transitie naar een duurzame energievoorziening.
 Financiële kengetallen 
(x €1.000)
Bedragen Begin van het jaar Einde van het jaar
Eigen vermogen 2016:  61.015 2016: 67.246
Vreemd vermogen 2016: 71.970 2016:  67.910
Resultaat 2015: 11.014 2016:  13.731
Dividend (x €1) 2015: 325.000 2016:  325.430
Risico's

Risico’s:
Beperkt, tot deelname aandelenkapitaal.
Nasleep van  de fraude in 2014. De totale schade als gevolg van fraude behelst ruim € 38 miljoen.
RENDO probeert de komende jaren zoveel mogelijk van de geleden schade terug te halen.

Ontwikkelingen:
RENDO brengt haar activiteiten zoveel mogelijk terug naar haar werkgebied van haar aandeelhoudende gemeenten. Voor de SGI centrale in Steenwijk is een meerjarig (12 jaar) huurcontract (Noors Energiebedrijf) met het recht op tussentijdse koop afgesloten.    

N.V. RENDO opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Autoriteit Consumenten & Markt (ACM). Elke drie jaar stelt de ACM de maximale tarieven vast. In die periode gaan de gereguleerde tarieven in 3 stappen omlaag als gevolg van lager ingeschatte kapitaalskosten (WACC). Dit is een stimulans voor RENDO om te komen tot kostenbesparing, en zo toch de aandeelhouders een redelijk rendement te kunnen bieden.
Beleidsvoornemens, veranderingen

Voor de periode 2014 – 2017 is besloten tot een dividenduitkering van € 7,5 milj. per jaar. Doel: solvabiliteitspercentage op 45% te stellen.  

Eind 2015 heeft RENDO haar strategie voor de periode 2016 – 2020 bepaald. Naast het transport van gas, elektriciteit en warmte, richt Rendo  zich op het vervoer van data. . Belangrijk aandachtspunt is dat RENDO – glasvezel dan ook een volwaardig nieuw onderdeel binnen RENDO wordt.   

 

Vennootschap N.V. Rova te Zwolle
Bestuurlijk belang via stemrecht op aandelen: 3,09%. Portefeuillehouders: wethouders B. Krale (uitvoering) en S. de Jong (financieel)
Financieel belang gemeente 217 aandelen, nominale waarde € 113,45. Totale waarde € 24.618. Achtergestelde lening van € 378.903. Rentevergoeding: 8%.
Openbaar belang/ doelstelling

ROVA heeft zich ontwikkeld tot een duurzaam dienstenbedrijf dat Duurzame ontwikkeling begint bij het besef dat we een verantwoordelijkheid dragen naar toekomstige generaties en dat we zuinig moeten zijn op de schaarse grondstoffen die we elke dag verbruiken. ROVA streeft bij het beheren van de leefomgeving voortdurend naar optimalisatie langs vier thema’s:
Milieu: Onze missie is om zorg te dragen voor een schone en duurzame leefomgeving voor de inwoners van onze aandeelhoudende gemeenten. In die duurzame leefomgeving voelen mensen zich prettig, omdat ze er gezond kunnen wonen, werken en recreëren. In die leefomgeving is het niet meer vanzelfsprekend dat waardevolle grondstoffen worden verspild door ze eenmalig te gebruiken en op een laagwaardige manier te verwijderen.
Service: Als uitvoeringsorganisatie van en voor gemeenten hebben wij een maximale focus op de dienstverlening aan de inwoners van onze gemeenten. Klantgerichtheid vertaalt zich in tevredenheid over onze dienstverlening. Wij investeren ook in voorlichting en educatie om inwoners bewust te maken van het effect van hun handelen op het milieu.
Sociaal: De inzet, kennis en kunde van onze medewerkers vormen de basis voor ons succes. Onze medewerkers zijn daarom van grote waarde voor onze organisatie. Ons beleid is vanzelfsprekend gericht op de duurzame inzetbaarheid en beschikbaarheid van medewerkers. Daarbij geven wij invulling aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door ook werkgelegenheid te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Financieel: ROVA heeft haar doelstellingen op gebied van milieu altijd weten te combineren met een gezond financieel resultaat. De afgelopen jaren is een gestage omzetgroei gerealiseerd. Omzetstijging en financieel resultaat zijn echter geen leidende doelen. Het streven is om de beheerkosten voor de gemeenten zoveel mogelijk te beperken.

 Financiële kengetallen 

Bedragen (x € 1.000)
01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen 2016:  25.785 2016:   28.886
Vreemd vermogen 55.444 57.398
Resultaat  2015: 6,8 milj.
2016:  9,1 milj.
Dividend (x €1)
2015: 105.000 2016:  161.464 
Risico's Beperkt, tot:
1. Deelname aandelenkapitaal.
Met ingang van 01-01-2010 heeft uitbreiding plaatsgevonden van het aandelenkapitaal met 24 aandelen tot 217 aandelen met een totaalwaarde ad € 24.618 (fl. 250 p/st.)
2. Verstrekte achtergestelde lening ad € 379.000 (afgerond).
In 2001 hebben de deelnemende gemeenten en de Regio (GGD IJsselland) met de  ROVA een  achtergestelde lening gesloten. Omdat de Regio geen afvaltaken meer had is in 2009 door de AvA besloten dat leningbedrag van de Regio pro rato te verdelen over de oorspronkelijk deelnemende gemeenten. In het geval van faillissement van de ROVA worden de gemeenten achtergesteld: de achtergestelde gemeenten komen in de volgorde van schuldeisers dus achter de concurrente (dat wil zeggen gewone) schuldeisers, en heeft slechts voorrang ten opzichte van de aandeelhouders.
Beleidsvoornemens, veranderingen In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 30 november 2015 is het strategisch beleidskader voor de periode 2016-2020 vastgesteld. Bij de vaststelling daarvan is gekeken naar de aansluiting op de strategische ontwikkelvisie (actualisatie december 2012) en zijn vervolgens de ontwikkelthema’s voor de komende jaren scherp gesteld.

SPEERPUNTEN BEGROTING 2015 - 2017
1. Van afval naar grondstof
Rova streeft  er naar dat alle ROVA-gemeenten in 2020 de landelijke afvaldoelstellingen hebben gerealiseerd. Voor gemeenten waarbij  doelen al binnen bereik of zelfs al gehaald. Met die gemeenten wordt verder gewerkt  aan het behalen van het volgende doel, namelijk een 100% circulaire economie. Voor ingezamelde grondstoffen wordt gezocht naar toepassingen die er voor zorgen dat grondstoffen zo lang mogelijk in de keten blijven.
2. Beheer openbare ruimte
ROVA streeft naar doorontwikkeling van kennis op het gebied van beheer en onderhoud openbare ruimte en wil de samenwerking op dit domein met meerdere ROVA-gemeenten uitbreiden.
3. Excellente uitvoering
Voor de ROVA-organisatie geldt onverminderd de opgave van ‘excellente uitvoering’. Dat wil zeggen om het werk steeds beter en efficiënter te doen.



Vennootschap N.V. Vitens te Zwolle
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen: 0,32%. Aantal aandelen: 18.531, de nominale waarde per aandeel is € 0,24. Totale waarde: € 4.571. Portefeuillehouder: burgemeester T.C. Segers.
Financieel belang gemeente

De aandelen van Vitens zijn voor 100 procent in handen van provincies en gemeenten. Vitens kent 110 aandeelhouders, die gezamenlijk 5.777.247 aandelen bezitten. Staphorst bezit 18.531 aandelen  ad € 1. Totale waarde: € 18.531.  Stemrecht op aandelen: 0,321 %.

Tevens heeft de gemeente Staphorst een achtergestelde lening  met een oorspronkelijk bedrag ad € 1.217.900 (ontstaan in 2006 door omzetting preferente aandelen) en een looptijd van 15 jaar. Rentevergoeding o.b.v. 10 jarige geldlening + 1%. Restant hoofdsom eind 2017: € 324.766 tegen een percentage van 2,12%.

Openbaar belang/ doelstelling Het produceren, distribueren en leveren van drinkwater aan onze klanten en de daarbij horende dienstverlening.
 Financiële kengetallen 

Bedragen (x € 1 miljoen)
01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen 489,1 533,7
Vreemd vermogen  1.249,2 1.194,4
Resultaat voor belastingen 2016:  48,5
2017:  47,7
 Dividend
2016: 62.265
(€ 3,36 per aandeel)
2017:  61.152
(€ 3,30 per aandeel)
Risico's

Beperkt tot  deelname aandelenkapitaal en verstrekte achtergestelde lening oorspronkelijk € 1.217.900 (ontstaan  in 2006) met een looptijd van 15 jaar (t/m 2021). Rentevergoeding:  o.b.v. 10 jarige staatslening + 1%.

 Beleidsvoornemens, veranderingen

Voor de periode 2018-2020 zal het uit te keren dividend naar verwachting sterk dalen als gevolg van daling van het verwachte jaarlijkse resultaat. Vitens heeft dit aan de aandeelhouders gecommuniceerd in de AvA van 30 november 2017.

In 2017 is door het Ministerie van I&M de WACC (maximaal te behalen rendement) voor de jaren 2018 en 2019 vastgesteld op 3,4% (2016 en 2017: 4,2%).
In 2017 is een overwinst (t.o.v. toegestane WACC) gerealiseerd, net zoals in 2015 en 2016. Het teveel behaalde resultaat over boekjaar 2017 zal Vitens verwerken in de drinkwatertarieven van 2019. De verlaging van de WACC en de overwinst in 2016 en 2017 hebben beide een drukkend effect op het verwachte resultaat van 2018 en 2019.
De verwachting is dat het dividend over boekjaar 2018 zal dalen naar circa € 6 miljoen (circa € 0,99 per aandeel).

Op dit moment is herijking van het financieel beleid niet wenselijk. Dat betekent dat het huidige financieel beleid leidend is voor het komend jaarplan proces (2019). Daarna, begin 2019, zal herijking plaatsvinden. Deze wordt voorgelegd in de AvA van april 2019.

Vennootschap Enexis Holding N.V.
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen: 0,0216% Portefeuillehouder: burgemeester T.C. Segers
Financieel belang gemeente Op 29 december 2016 heeft de gemeente Staphorst de aflossing van de EDON lening omgezet in aankoop 1.448 aandelen Enexis Holding. 
Totaal aantal aandelen eind 2017: 33.779. Nominale waarde per aandeel: € 0,46. Totale waarde van de aandelen: € 14.671.
Openbaar belang/ doelstelling

Altijd en overal in het voorzieningengebied van Enexis kunnen beschikken over stroom en gas, tegen aanvaardbare aansluit- en transporttarieven. 
Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt. De vennootschap heeft ten doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren.

 Financiële kengetallen 

Bedragen (x € 1 miljoen)
01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen 3.704 3.808
Vreemd vermogen 3.580 3.860
Resultaat  2016: € 207
2017: € 207
Dividend per aandeel
€ 0,69
€ 0,69
Risico's Beperkt tot deelname aandelenkapitaal.
Beleidsvoornemens, veranderingen Nederland zit middenin de energietransitie om te verduurzamen.  Steeds meer klanten van Enexis willen verduurzamen, nieuwe samenwerkingsverbanden komen tot stand en de rol van netbeheerders verandert.
Enexis ziet de komende jaren twee belangrijke taken: excellent netbeheer en het versnellen van de energietransitie.
Vennootschap Wadinko B.V. te Zwolle
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen, 1,67%, portefeuillehouder burgemeester Th. Segers
Financieel belang gemeente 40 aandelen, geen balanswaarde      
Openbaar belang/ doelstelling Het stimuleren van bedrijvigheid en werkgelegenheid in het werkgebied met risicodragend kapitaal, kennis, managementondersteuning en netwerken. Dit door deel te nemen in ondernemingen en vennootschappen met name die tot doel hebben het stimuleren van en het deelnemen in ontwikkelingen en projecten op het gebied van kunststoffen en milieutechnieken.
 Financiële kengetallen 
(x €1.000)
Bedragen Begin van het jaar Einde van het jaar
Eigen vermogen 65.6 67.7
Vreemd vermogen 1.4 1.5
Resultaat 2015:   1,5  milj.
2016:   3,2  milj.
Dividend (x €1) 2015: 20 2016: 20
Risico's

Het eigen vermogen van Wadinko op basis van deelname = 1,67%
Inherent aan haar doelstellingen loopt Wadinko risico’s. Door de interne maatregelen, met betrekking tot risicobeheersing, zoals beschreven in de jaarrekening, zijn de risico’s voor de aandeelhouders beperkt.

Beleidsvoornemens, veranderingen

In de aandeelhoudersvergadering van 05 juni 2016 is het beleid voor de jaren 201 6-2020 goedgekeurd. Het huidige beleid zal worden voortgezet met als doelstelling:
- 5000 arbeidsplaatsen in 2021 bij Wadinko participaties               -  rekening 2017:     2.471  fte's
- gemiddeld 4% rendement op het Eigen Vermogen                            -  periode 2013 tot en met 2017: gemiddeld rendement per jaar van: 5,8%.     
Om in de behoefte van risicokapitaal bij kleine ondernemingen waar participatie door middel van aandelen (nog) niet realistisch is  heeft Wadinko het product  "ondernemersleningen" geïntroduceerd en een bedrag van € 3 milj. gealloceerd voor dit product. Er worden achtergestelde leningen verstrekt van maximaal € 300.000. In 2017 is een ondernemerslening verstrekt.                                    

CBL Vennootschap B.V. te 's Hertogenbosch
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen 0,0216%, Portefeuillehouder  burgemeester Th. Segers.
Financieel belang gemeente 432 aandelen. Nominale waarde per aandeel: € 4,32.
Openbaar belang/ doelstelling

Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. De functie van deze vennootschap is de verkopende aandeelhouders van energiebedrijf Essent (“Verkopende Aandeelhouders”) te vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Essent en Enexis) van het CBL Escrow Fonds en te fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen in en uit het CBL Escrow Fonds.
Voor zover na beëindiging van alle CBL’s (CBL: Cross Border Leases) en de betaling uit het CBL Escrow Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Escrow Fonds, wordt het resterende bedrag in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en verkopende aandeelhouders.

 Financiële kengetallen
Bedragen 01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen € 787.743 € 146.779
Vreemd vermogen € 148.644 € 16.517
Resultaat 2016: minus € 149.024 en 2017: minus € 18.881
Risico's
Met de liquidatie van het CBL Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de Verkopende Aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat wordt aangehouden in de vennootschap. ($ 1 mln.)
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de Verkopende Aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW.
Beleidsvoornemens, veranderingen

Het initieel vermogen in het CBL Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, $ 275 mln. Eind juni 2016 is het CBL Escrow Fonds geliquideerd. Het restantbedrag afgerond $ 19,1 mln. is door JP Morgan in de verhouding 50%-50% uitbetaald aan RWE en aan de vennootschap.
Het restant bedrag is onder inhouding van $ 1 mln. en 15% dividendbelasting naar rato van het belang in CBL Vennootschap B.V. uitbetaald aan de aandeelhouders.
Er is een bedrag van $ 1 mln. aangehouden voor eventuele nakomende advies- en afwikkelingskosten. De verwachting is dat dit bedrag medio 2017 nog grotendeels vrij zal kunnen vallen en uitgekeerd kan worden aan de aandeelhouders.
Ondanks dat het escrow-fonds in juni 2016 is uitbetaald en geliquideerd, dient de vennootschap nog in stand gehouden te worden tot en met 2019. De reden hiervoor is dat de vennootschap partij is in een aantal juridische overeenkomsten die bij de verkoop van Essent aan RWE zijn afgesloten.

Vennootschap Vordering op Enexis B.V. te 's Hertogenbosch
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen 0,0216%, Portefeuillehouder  burgemeester T.C. Segers.
Financieel belang gemeente Op 29 december 2016 is  de EDON lening van de gemeente Staphorst omgezet in aankoop aandelen Enexis Holding. N.V.  Daarnaast zijn 19 pro rato aandelen 'vordering op Enexis' ontvangen. Totaal aandelen: 451.
Openbaar belang/ doelstelling

Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent)
Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland werd Essent per 30 juni 2009 gesplitst in een netwerkbedrijf (later Enexis) enerzijds en een productie- en leveringsbedrijf (het deel dat verkocht is aan RWE) anderzijds. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis destijds over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze omgezet in een lening van Essent. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer was opgenomen dat er na splitsing geen financiële kruisverbanden mochten bestaan. Omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is besloten de lening over te dragen aan de verkopende aandeelhouders van Essent.

Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De vordering is vastgelegd in een leningovereenkomst bestaande uit vier tranches:
- 1e tranche A: EUR 450 mln., looptijd 3 jaar, rente 3,27% -  in 2012 geheel vervroegd afgelost.
- 2e tranche B: EUR 500 mln., looptijd 5 jaar, rente 4,1%    -  in 2013 geheel vervroegd afgelost.
- 3e tranche C: EUR 500 mln., looptijd 7 jaar, rente 4,65% -  in 2016 geheel vervroegd afgelost.
- 4e tranche D: EUR 350 mln., looptijd 10 jaar, rente 7,2% - voor Staphorst € 75.599 + € 3.386.

Op basis van de aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is de 4e tranche van € 350 miljoen geoormerkt als mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen. Op 30 september 2017 zal de jaarlijkse rente over deze tranche aan de aandeelhouders worden uitgekeerd.

Financiële kengetallen
Bedragen
01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen € 23.997 € 9.172
Vreemd vermogen € 356.261.455 € 356.319.796
Resultaat 2016: negatief € 19.455
2017:  negatief € 14.825
Risico's

De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis.
Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW.

Beleidsvoornemens, veranderingen Eind december 2016 resteert nog de lening van de 4e tranche. De 4e tranche mag niet vervroegd worden afgelost. Afhankelijk van het resultaat van een aantal financiële ratio’s zou de 4e tranche eventueel geconverteerd kunnen worden in eigen vermogen.

 

Verkoop Vennootschap B.V. te 's Hertogenbosch
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen 0,0216%, Portefeuillehouder  burgemeester T.C. Segers.
Financieel belang gemeente 432 aandelen. Nominale waarde per aandeel: € 4,32.
Openbaar belang/ doelstelling

Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent)

In het kader van de verkoop van Essent aan RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties en vrijwaringen gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties en vrijwaringen is door de verkopende aandeelhouders overgedragen aan Verkoop Vennootschap. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd in het General Escrow Fonds wordt aangehouden. Buiten het bedrag dat in het General Escrow Fonds zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet aansprakelijk voor inbreuken op garanties en vrijwaringen.

Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei:
- namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE;
- het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in het General Escrow Fonds is gestort. Het General Escrow Fonds wordt belegd conform de FIDO/RUDDO-regels, die gelden voor decentrale overheden.

Het vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009,  EUR 800 mln. In april 2011 is het eerste deel van de General Escrow minus gemelde claims door RWE vrijgevallen en aan de aanhouders uitgekeerd. Eind juni 2016 zijn RWE en Verkoop Vennootschap BV tot een compromis gekomen voor de afwikkeling van alle (fiscale) claims, te weten EUR 29.768.308. Het restbedrag in het General Escrow Fonds van EUR 83.090.962,93 is door JP Morgan uitbetaald aan Verkoop Vennootschap BV.  Opbrengst voor Staphorst: €18.042.

Financiële kengetallen 
Bedragen 01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen € 1.242.623
€ 150.934
Vreemd vermogen  € 37.323
€ 19.656
Resultaat
2016: negatief € 524.898
2017: negatief € 66.690
Risico's Het financiële risico is na de liquidatie van het General Escrow Fonds relatief gering en beperkt tot de hoogte van het werkkapitaal en het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art. 2:81 BW.
Beleidsvoornemens, veranderingen

Eind juni 2016 is het General Escrow Fonds geliquideerd.

De vennootschap zal pas in 2019 kunnen worden geliquideerd omdat zij partij is een aantal andere juridische overeenkomsten die bij de verkoop van Essent aan RWE zijn afgesloten.

 

CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim staat Vennootschap B.V.) te 's Hertogenbosch
Bestuurlijk belang
Via stemrecht op aandelen 0,0216%, portefeuillehouder burgemeester T.C. Segers
Financieel belang gemeente 432 aandelen: 0,0216% van gestort aandelenkapitaal ad € 20.000 = € 4,32.      
Openbaar belang/ doelstelling Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent en Attero. (namens de verkopende aandeelhouders van Essent en Attero). Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V.

De nieuwe organisatie vervult drie doelstellingen:
- namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON;
- namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO  B.V. (“Waterland”);
- het geven van instructies aan de escrow-agent wat betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow-rekening n.a.v. verkoop Attero is gestort.
 Financiële kengetallen 
Bedragen 01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen € 3.209.046
€ 869.698
Vreemd vermogen € 170.799
€ 64.924
Resultaat 2016: negatief € 3.251.124
2017: negatief € 109.945
Risico's

Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag (EUR 13,5 mln.)  op de escrow-rekening.

Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW.
Beleidsvoornemens, veranderingen

De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims worden afgewikkeld. Eventuele claims kunnen door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) worden ingediend.

Na afwikkeling van deze eventuele claims van Waterland zal de escrow-rekening kunnen worden opgeheven en het restant op deze rekening kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders.

 

Vennootschap PBE (publiekelijk belang elektriciteitsproductie) B.V. te 's Hertogenbosch
Bestuurlijk belang Via stemrecht op aandelen 0,0216%, Portefeuillehouder  burgemeester T.C. Segers.
Financieel belang gemeente 432 aandelen. Nominale waarde per aandeel: € 0,01. Totale waarde aandelen: € 1,00.
Openbaar belang/ doelstelling

Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent. (namens de verkopende aandeelhouders Essent)
Onderdeel van Essent in 2009 bij de verkoop aan RWE, was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele.
Het bedrijf Delta N.V. (destijds 50% aandeelhouder, nu 70% aandeelhouder) heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE in 2009 bij de rechter aangevochten. Als consequentie op deze gerechtelijke procedure is in 2009 het 50% belang van Essent in EPZ tijdelijk ondergebracht bij Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (PBE).
In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta N.V. een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen.
In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, 2 jaar na de verkoop van de aandelen Essent, het 50% belang in EPZ alsnog geleverd aan RWE.
PBE blijft bestaan met een beperkt takenpakket. PBE zal de zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Hiermee is een termijn van 8 jaar na verkoop gemoeid.
Na een statutenwijziging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 december 2011 is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met o.a. Verkoop Vennootschap B.V.
Conform de koopovereenkomst kon RWE tot uiterlijk 30 september 2015 potentiële claims indienen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap B.V.). RWE had op 30 september 2015 geen potentiële claims ingediend m.b.t. verkoop van het 50% belang in EPZ.
Het General Escrow Fonds is in juli 2016 geliquideerd en uitgekeerd aan de aandeelhouders.

Financiële kengetallen
Bedragen 01-01-2017 31-12-2017
Eigen vermogen € 1.638.704 € 1.620.245
Vreemd vermogen € 50.833
€ 17.940
Resultaat 2016: € 58.949
2017: negatief € 18.459
Risico's

Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 1.496.822) (art 2:81 BW).

Beleidsvoornemens, veranderingen

Ondanks dat het escrow-fonds in juli 2016 is uitbetaald en geliquideerd (zie Verkoop Vennootschap B.V.), dient de vennootschap nog in stand gehouden te worden tot en met 2019. De reden hiervoor is dat de vennootschap partij is in een aantal juridische overeenkomsten (convenanten) die bij de overdracht  van EPZ aan RWE c.q. Delta zijn afgesloten.

 

4 | Bestaande verbonden partijen - Stichtingen en verenigingen

Terug naar navigatie - 4 | Bestaande verbonden partijen - Stichtingen en verenigingen
Stichting dagelijks beheer MCR te Rouveen
Bestuurlijk belang Via stemrecht in dagelijks bestuur van de MCR.
Partijen:
- Vereniging tot instandhouding van de Hervormde Scholen op Gereformeerde grondslag, te Rouveen;
- Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs 'de Zevenster';
- Gemeente Staphorst
Financieel belang gemeente De exploitatiebijdrage aan de stichting voor de kosten van de sportzalen en peuterspeelzaal.
Openbaar belang/ doelstelling De gemeente geeft het publieksbelang en de behartiging hiervan vorm via de privaatrechtelijke weg door:
- De wettelijke zorgplicht voor het aanbieden van een ruimte voor gymlessen;
- Het initiëren en te faciliteren van het multifunctionele karakter van de MCR vorm en inhoud te geven;
- Ruimte te bieden aan het peuterspeelzaalwerk;
- De openbare bibliotheek een uitleenruimte ter beschikking te stellen.
Door deze constructie worden de beide andere gebruikers hierbij betrokken.
Financiële kengetallen (x €1.000)   Begin van het jaar Einde van het jaar
Eigen vermogen n.n.b. n.n.b.
Vreemd vermogen n.n.b. n.n.b.
Resultaat   n.n.b.
Risico's Doordat de exploitatie en beheer van de bijzondere scholen wettelijk op afstand zijn gezet, is er geen sprake van volledige betrokkenheid.
De gemeente heeft een (gering) aandeel in deze stichting n.l.: 27%. Basis: vloeroppervlakte.

Paragraaf 6 | Grondbeleid

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Algemeen
Onder grondbeleid verstaan we het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om de vastgestelde ruimtelijke, en deels ook economische doelstellingen te realiseren.

Een gemeente kan hierbij een actieve of een faciliterende rol innemen, met uiteraard diverse gradaties daar tussen in. Onder een actief grondbeleid wordt verstaan dat de gemeente zich als een marktpartij gedraagt. De gemeente koopt zelf de gronden aan, deze (zo nodig) tijdelijk beheert, maakt bouwrijp en geeft vervolgens uit. Dit geeft de grootste zekerheid dat de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen daadwerkelijk worden gerealiseerd.

We spreken van een faciliterend grondbeleid als de gemeente de aankoop en exploitatie van gronden overlaat aan private partijen. Bij faciliterend grondbeleid verandert de gemeentelijke rol van initiator naar een voorwaarde scheppende en toezichthoudende rol.

De gemeente Staphorst speelde tot medio de jaren ’90 een actieve rol. Nadien dienden zich projectontwikkelaars aan als speler op de markt. Deze projectontwikkelaars hebben zich een zodanige positie verworven dat de positie van de gemeente sindsdien is veranderd.

Momenteel is voor wat betreft de woningbouw in de uitbreidingsplannen in Staphorst en IJhorst  sprake van een passieve grondpolitiek. Voor wat betreft de industrieterreinen 'De Esch' en 'Bullingerslag' is grotendeels sprake van een actieve grondpolitiek.
Met betrekking tot inbreidingsplannen waarbij de grond in eigendom is van particulieren is sprake van een faciliterende rol. De Nota Grondbeleid 2013–2017 is geactualiseerd en maakt nu onderdeel uit van de Omgevingsvisie Staphorst 2030, vastgesteld in de vergadering van de raad van 9 januari 2018. Het uitgangspunt van de Nota is een actieve rol van het grondbeleid.

Uitvoering
Het primaat van het grondbeleid is ondergebracht bij de sector Grondgebied. Op de afdeling Ontwikkeling & Beheer worden de planologische plannen voorbereid en de gronden aangekocht; daar is ook het onderdeel Planeconomie ondergebracht. Bij de uitvoering is de afdeling Beheer (Openbare Werken) betrokken. Sinds 1 januari 2003 is geen sprake meer van een zelfstandige rechtspersoon in de vorm van een Gemeentelijk Grondbedrijf. De exploitatie is ondergebracht binnen de Programmabegroting en -rekening.


Financiële positie
De financiële positie van bestemmingsplannen kan het best beoordeeld worden op basis van de solvabiliteit. Hierbij wordt bezien hoe groot de omvang van de reserve is om eventuele tekorten te kunnen dekken.

Bedragen x €1.000 01-01-2018
01-01-2017 01-01-2016
31-12-2015 01-01-2015 01-01-2014
Geïnvesteerd vermogen 6.629 7.817 6.068 5.512 3.651 2.439
Reserve bouwgrond-exploitaties 6.099 9.678 6.978 6.978 5.728 2.799
Resteert 530  1.861 - 910  - 1.466 - 2.077 - 360 -

Het resterende bedrag inclusief de nog te maken kosten moet gedekt worden uit de verkoop van de in de grondexploitaties aanwezige gronden.

In exploitatie zijnde gronden

Terug naar navigatie - In exploitatie zijnde gronden

Voor het totaal van in exploitatie zijnde complexen geven wij u de volgende uitkomsten:

Bedragen x €1.000 01-01-2016
01-01-2015 01-01-2014
Boekwaarde 01-01 1.737 - 2.887 - 3.844 -
Vermeerderingen in het jaar 5.278 390 400
Winstneming 1.428 3.190 2.675
Afsluiting complexen   40 933
Verminderingen in het jaar 2.428 2.470 - 3.051 -
Boekwaarde per 31-12 2.541 1.737 2.887
Nog te maken kosten: (bedragen x €1.000)
Per complex 01-01-2017 01-01-2016 01-01-2015 01-01-2014
B.p. Rouveen-West 3 Afgesloten Afgesloten Afgesloten 2019
B.p. de Baarge 6 Afgesloten Afgesloten Afgesloten 418
B.p. de Esch 2 Afgesloten Afgesloten Afgesloten 287
B.p. IJhorst-West Afgesloten Afgesloten 170 170
B.p. de Esch 3  724 924 1.748 2.137
B.p. Rouveen-West 4  713 813 1.632 1.735
B.p. Bullingerslag  1.900      
Totaal  3.337 1.737 3.550 4.966

 

Naar kostensoort 01-01-2017 01-01-2016
01-01-2015 01-01-2014
Bouwrijp etc.  3.200 1.706 3.042 4.436
Toezicht, beheer, adm + fin.  137 31 508 530
Totaal  3.337 1.737 3.550 4.966
Nog te ontvangen opbrengsten per: (bedragen x €1.000):
Per complex 01-01-2017 01-01-2016
01-01-2015 01-01-2014
B.p. Rouveen-West 3 Afgesloten Afgesloten Afgesloten 0
B.p. de Baarge 6 Afgesloten Afgesloten Afgesloten 46
B.p. de Esch 2 Afgesloten Afgesloten Afgesloten 79
B.p. IJhorst-West Afgesloten Afgesloten 142 142
B.p. de Esch 3  2.187 2.865 4.797 7.125
B.p. Rouveen-West 4  1.738 2.488 2.677 3.244
B.p. Oosterparallelweg  10.000      
Totaal  13.925 5.053 7.617 10.636

 

Naar opbrengstensoort 01-01-2017 01-01-2016
01-01-2015 01-01-2014
Woningbouw 1.738 2.488 2.677 3.244
Industriegronden 12.187 2.865 4.797 7.236
Exploitatiebijdragen     142 142
Bijdr. bouw dienstwoning       14
Totaal  13.925 5.053 7.617 10.636
Het geraamde eindresultaat:
01-01-2017 01-01-2016
01-01-2015 01-01-2014
3.924 5.352 7.264 9.797

De afname van het te verwachten resultaat per 1 januari 2016 t.o.v. 1 januari 2014 is een gevolg van winstneming in de jaren 2014 en 2015.

Het verschil tussen 31-12-2015 en 1-1-2016 komt door de gewijzigde BBV voorschriften, waarbij gronden in de complexen die niet tot de gemeente behoren maar waar de ondernemers zelf willen exploiteren een hiervoor een exploitatiebijdrage betalen m.i.v. 2016 niet onder de grondexploitatie vallen maar onder de vlottende activa.
De toename in het geraamde resultaat per 1 januari 2017 komt door het in exploitatie genomen industrieterrein Bullingerslag in 2017.
De afname per 1 januari 2018 ten opzichte van 1 januari 2017 komt door winstneming in 2017.

Strategische gronden

Terug naar navigatie - Strategische gronden

De strategische gronden bestaan uit:
Toekomstige woningbouw Rouveen-Zuid, Esdoornlaan Rouveen, De Slagen volgende fase en IJhorst-West 2, alsmede toekomstig industrieterrein De Esch 0.

  01-01-2018
01-01-2017 01-01-2016
31-12-2015 01-01-2015 01-01-2014
Aantal m² in eigendom zijnde gronden, die nog niet in exploitatie zijn 541.134  541.134 638.765 243.572 214.434 214.434
Boekwaarde van deze gronden 4.417  4.423 7.495 7.249 6.538 6.283
De gemiddelde boekwaarde per m² 8,17  8,17 11,73 29,76 30,49 29,30

Met ingang van het boekjaar 2016 is de term 'gronden nog niet in exploitatie' vervallen en zijn deze gronden overgegaan naar 'strategische gronden'.
Ook de balanspresentatie is anders. De nog niet in exploitatie genomen gronden staan t/m 2015 op de balans als 'voorraden' samen met de gronden in exploitatie.
De strategische gronden worden op de balanspost 'materiële vaste activa' verantwoord. De omzetting kan zonder afwaardering tegen boekwaarde plaatsvinden. Deze overgangsregeling heeft een looptijd van 4 jaar.
Uiterlijk 31 december 2019 moet een toets plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen de dan geldende bestemming.

Tussentijdse winstnemingen
In 2014 is voor een bedrag van € 2.675.000 aan tussentijdse winst genomen van de lopende exploitatie industrieterrein De Esch 3. Ook is €109.000 winst gerealiseerd op de in 2014 afgesloten complexen Rouveen West 3, De Baarge 6 en De Esch 2. In 2015 is € 3.190.000 winst genomen, van industrieterrein De Esch 3 € 2.640.00 en van woningbouw Rouveen West 4 € 550.000. De winstneming in 2016 is € 2.670.000, van De Esch 3 € 1.270.000 en Rouveen-West 4 € 1.400.000. De winstneming in 2017 bedraagt € 2.150.000, van De Esch 3 € 170.000, Rouveen-West 4 € 910.000 en industrieterrein Bullingerslag € 1.070.000. Ook is nog € 450.000 winst genomen van de exploitatiebijdragen op het industrieterrein Bullingerslag.

Winstneming is verplicht als aan een van volgende voorwaarden is voldaan:
1. Het gaat om projecten, die een looptijd kennen over meerdere jaren. Tussentijdse winstneming is dan mogelijk als een deelproject is afgesloten, de winst op dat deelproject is gerealiseerd, en er geen verlies verwacht wordt op andere deelprojecten, tenzij daarvoor voldoende voorzieningen zijn getroffen;
2. Tot en met 2016 namen we winst als de negatieve boekwaarde belangrijk hoger wass dan de nog te maken kosten van het betreffende complex (exclusief eventuele rentebaten). Met ingang van 2017 schrijven de BBV regels voor dat er winst genomen dienst te worden volgens de POC-methode  "percentage-of-completion". Dat wil zeggen dat bv. bij 50% van de gerealiseerde kosten en bij 50 % van de gerealiseerde opbrengsten 50% x 50% is 25% winst genomen moet worden. Hierdoor is op het industrieterrein Bullingerslag in 2017 winst genomen om dat de kosten grotendeels zijn gerealiseerd en er ook verkopen zijn geweest. Dit terwijl er nog een boekwaarde is van € 3.450.000. 

Afsluiting complexen
Het complex IJhorst West is in 2015 afgesloten omdat er geen gemeentelijke activiteiten plaats vinden.
Het geraamde resultaat van dit complex is € 40.000. Winsten op grondexploitaties mogen niet in de begroting worden opgenomen. Voordelen op grondexploitaties worden bij onze gemeente bij de samenstelling van de jaarrekening ten gunste van de reserve grondexploitatie gebracht.


Risico's | Reserve
Grondbeleid gaat gepaard met (grote) financiële kansen en risico’s. Als algemene risico’s in de grondexploitatie kunnen worden genoemd:

A.     Conjunctuur- en renterisico's
Hierdoor kan vraag naar bouwgrond inzakken en renteverliezen ontstaan.
B.     Verwerving
Het niet tijdig kunnen verwerven van gronden en het stijgen van aankoopprijzen.
C.     Milieurisico's
De zogenaamde schone grond verklaring wordt niet afgegeven wegens aangetroffen milieuvervuiling bijv. bodem.
D.     Planschadeclaims
Omwonenden die zich gedupeerd voelen kunnen op grond van afdeling 6.1 Wro om een schadevergoeding vragen bij de initiatiefnemer.
E.     Gevolgen economische crisis
Stagnatie in de woningbouw en industrie en daardoor vertraging in de uitgifte van grond. 

Herziene notitie grondexploitatie commissie BBV

Terug naar navigatie - Herziene notitie grondexploitatie commissie BBV

De commissie BBV heeft besloten tot herziening BBV-verslaggevingsregels rondom grondexploitaties, ingaande 1 januari 2016. De belangrijkste wijzigingen (voor onze gemeente) zijn:
- IEGG (In Exploitatie Genomen Gronden):
Geen rentebijschrijving op gronden omdat we praktisch geen vreemd vermogen hebben. Toerekening van rente voor onze gemeente toegestaan op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille, naar verhouding van het vreemd vermogen ten opzichte van het totale vermogen. Bij ons is 6% van het totale vermogen gefinancierd met vreemd vermogen.
- NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden):
Afschaffing van de categorie NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden) in het BBV. Zolang gronden nog niet kwalificeren als bouwgrond in exploitaties, staan deze op de balans onder de materiële vaste activa (MAV) als ‘strategische gronden’. Ze worden zonder afwaardering omgezet tegen de boekwaarde per 1 januari 2016. Toerekening van rente en andere kosten op ‘strategische gronden’ niet langer toegestaan. Waardering van deze gronden op basis van verkrijgingsprijs of duurzaam lagere marktwaarde (onder de huidige bestemming).

De wijzigingen voor 2017 zijn de voorschriften voor winstneming gewijzigd.
Winstneming dient plaats te vinden volgens de POC-methode "percentage-of-completion".
De jaarrekening wordt op basis van bovengenoemde BBV voorschriften samengesteld.

Reserve voor grondexploitatie
In de Nota Reserves en Voorzieningen 2015 is bepaald dat, gelet op het bedrijfsrisico, een reserve gebaseerd op ± 30 % van de boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen gronden als voldoende kan worden beschouwd:

Bedragen x €1.000 01-01-2018 01-01-2017 01-01-2016 01-01-2015 01-01-2014
Reserve 6.099 9.678 6.978 5.728 2.799
Boekwaarde strategische gronden 4.417  4.423 7.249 6.538 6.283
Percentage van de boekwaarde 138%  219% 96% 70% 45%

De stand van de reserve is ruim voldoende. Hiermee wordt voldaan aan de hierboven genoemde beleidsbepaling. Door toevoeging van toekomstige winsten zal de reserve in stand worden gehouden. De boekwaarde is afgenomen door het in exploitatie nemen van industrieterrein Oosterparallelweg. Bij het in exploitatie nemen van De Esch 0, IJhorst- West 2 en Rouveen- Zuid zal de boekwaarde verder afnemen.  De afname per 1 januari 2018 ten opzichte van 1 januari 2017 komt doordat vanuit deze reserve € 4,1 miljoen naar de reserve afschrijving investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut is gegaan en € 2 miljoen naar de reserve toekomstig onderhoud betonwegen. Door winstneming is € 2,6 miljoen toegevoegd ( € 2,15 miljoen van de grondexploitatie en € 0,45 miljoen exploitatiebijdragen).

Ontwikkelingen grondexploitatie

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen grondexploitatie

De Esch 3
De bruto oppervlakte bedraagt ± 25 hectare, waarvan ± 78% is aangekocht. Het overige, ± 22%, is in eigendom van projectontwikkelaars. In september 2010 is gestart met de realisatie van het plangebied, welke in juni 2011 is afgerond. Met één partij met een grondpositie van ± 3,6 hectare is in 2011 een exploitatieovereenkomst gesloten. Van de gemeentelijke uitgeefbare posities is ca. 95% verkocht en overgedragen. De laatste kavelposities (totaal ca. 8.000m2) zijn in verkoopoptie bij ondernemers van een aangrenzende bedrijfslocatie en worden uiterlijk in 2019 afgenomen. Daarnaast is in 2016 de laatste grondpositie van een ontwikkelaar (ca. 1,9ha van Nebo Vastgoed BV) verkocht aan een lokale ondernemer. Hiervan ontvangt de gemeente bij afgifte van de omgevingsvergunning een exploitatiebijdrage.


Bullingerslag (Oosterparallelweg)
Op het bedrijventerrein Bullingerslag, tussen de Akkerweg en de J.C. van Andelweg, was de Wet voorkeursrecht gemeenten gevestigd. Het bestemmingsplan is inmiddels vastgesteld en tevens goedgekeurd door de provincie. Tegen de uitspraak van een bij de Raad van State ingesteld beroep, welke op 19 maart 2009 door de Raad van state is behandeld, is opnieuw beroep ingesteld door de gemeente. Op 4 mei 2011 is deze uitspraak in het voordeel van de gemeente beslist, waardoor voor het gehele plangebied nu een goedkeuringsbesluit van de provincie geldt. Enkele grondeigenaren willen de bestemming zelf realiseren. Daarvoor zijn met hen exploitatieovereenkomsten gesloten en grondposities geruild. Op 28 maart 2017 is de kostprijsberekening / exploitatieopzet voor dit plangebied vastgesteld door de raad. Inmiddels zijn van de gemeentelijke posities per einde verslagjaar 6 kavels verkocht, in het eerste kwartaal 2018 zijn er 3 kavels  overgedragen. Tevens zijn er  3 kavels verkocht waarvan de overdracht binnenkort volgt. Daarnaast zijn er enkele kavels in optie.


De Esch 0
Op dit beoogde bedrijventerrein ten noorden van het bestaande bedrijventerrein De Esch, was de Wet voorkeursrecht gemeenten gevestigd. Deze termijn is in februari 2011 afgelopen. Het plangebied betreft globaal het gebied begrensd door de Hoogeweg in het noorden, de Achthoevenweg in het oosten, de bestaande bebouwing van het bedrijventerrein De Esch in het zuiden en de Molenweg/A28 in het westen. De bruto oppervlakte bedraagt ongeveer 4,5 hectare. De gemeente heeft inmiddels de gronden in dit plangebied in haar bezit. Afhankelijk van de ontsluiting van het plangebied is er mogelijk van één grondeigenaar nog een strookje grond benodigd. Recentelijk (eerste kwartaal 2018) is voor dit plangebied een verdiepingslag gemaakt als alternatief voor de voorkeurslocatie van de nieuw beoogde op- en afritten bij de J.J. Gorterlaan. Besluitvorming hierover is bepalend voor het vervolgtraject voor het opstellen van een bestemmingsplan voor dit gebied.


IJhorst-West
Dit bestemmingsplan voor wonen is in ontwikkeling bij Mega Projecten. Het plan (1e en 2e fase) voorziet in 29 woningen. Via 2 namens de Rabobank georganiseerde veilingen is het merendeel van de overgebleven kavelposities verkocht aan een plaatselijke ondernemer.
De resterende kavels van de tweede veiling zijn in eerste instantie in bezit gebleven bij de Rabobank en recentelijk ook verkocht aan een lokale bouwondernemer. Op basis van de vraagbehoefte van potentiele kopers wordt nu invulling gegeven aan het volbouwen van dit plangebied.

IJhorst-West uitbreiding
In 2003 heeft de gemeente samen met Rollecate N.V. te Staphorst een perceel grond (opp. circa 1,8 hectare) gekocht aan de Poeleweg. Met Rollecate moet nog een samenwerkingsovereenkomst worden gesloten om te komen tot de exploitatie van woningbouw. De op het perceel staande boerderij met ± 2.800m² erf is in juni 2004 verkocht. Er blijft derhalve nog ruim 1,5 hectare over waarop ± 30 woningen kunnen worden gebouwd. Eind 2011 is Rollecate voor een onverdeelde helft juridisch mede-eigenaar geworden. Daarnaast is de gemeente met Rollecate overeengekomen dat alle gemaakte kosten tot 1 januari 2012 op dit complex tussen partijen wordt verrekend. In aansluiting op de ontwikkelingen bij IJhorst-West vindt momenteel afstemming plaats met Rollecate en een architectenbureau, gericht op concrete planontwikkeling van dit plangebied.


Rouveen-West 4
Het bestemmingsplan voor Rouveen-West-4 (1e fase) is op 13 december 2011 door de raad gewijzigd vastgesteld. Een in februari 2012 ingesteld beroep door twee buurtbewoners bij de Raad van State maakt dat het bestemmingsplan na de ter inzage termijn van 6 weken niet direct onherroepelijk was. Medio juli 2012 is door de uitspraak van de Raad van State het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Omdat er geen voorlopige voorziening was aangevraagd, is begin 2012 begonnen met de kaveluitgifte (op basis van 52 ingeschreven kandidaten) en is in het tweede kwartaal van 2012 ook begonnen met het bouwrijp maken van de eerste fase van dit plangebied.
Het gaat hierbij om een gebied waar 71 kavels kunnen worden uitgegeven (9 voor vrijstaande woningen, 34 voor 2/1 kapwoningen en 28 voor sociale koopwoningen). Eind 2013 waren er 54 kavels overgedragen. De resterende kavels van deze 1e fase zijn in 2014 verkocht.

Eind 2015 is begonnen met het bouwrijp maken van de 2e fase. Hierbij gaat het om 25 kavels, waarvan 12 kavels 2/1 kapwoningen en 13 kavels voor de bouw van vrijstaande woningen. Alle kavels zijn verkocht en overgedragen, waarvan de laatste 2 overdrachten recentelijk hebben plaatsgevonden (begin 2018).

Rouveen-Zuid
In het gebied 'Rouveen-Zuid' zijn de beoogde bestemmingen: woondoeleinden, scholen en een woon-zorg instelling met bijbehorende voorzieningen gepland. Het gebied wordt globaal omsloten door de bebouwing langs de Goudenregenstraat in het noorden, de Oude Rijksweg in het oosten, de Stadsweg in het zuiden en de Korte Kerkweg in het westen. Voor een deel van dit gebied was de Wet voorkeursrecht gemeenten gevestigd.

In 2011 is de bouw van de multifunctionele combischool afgerond met een totale ingebrachte oppervlakte van 17.070 m2. Eind 2015 is 5.002 m2 grond ingebracht in de Triangellocatie voor een bedrag van € 240.096. Daarbij is de voormalige schoollocatie ‘De Triangel’ overgedragen aan Salverda. Op de locatie is in 2016 begonnen met de bouwwerkzaamheden ten behoeve van wonen en zorg. Voor het totale gebied is eind april 2009 een structuurvisie vastgesteld. Voor het toekomstige woningbouwgebied zijn inmiddels bijna alle Wvg-percelen in handen van de gemeente. Dit gebied zal naar verwachting niet eerder dan in 2020 nodig zijn.

De Slagen
In de eerste verkoopfase heeft Staphorst Ontwikkeling (EMS/Megahome) alle woningen van de Staphorster ondernemers verkocht. Van het resterende aanbod van 125 woningen, zijn er momenteel nog 57 te koop. Door het faillissement van Megahome is de gemeente momenteel in gesprek met een aangestelde plaatsvervangende bestuurder voor Megahome en een woordvoerder van EMS. Dit met als doel om nu uitvoering te kunnen geven aan de al jarenlange vraagbehoefte vanuit de markt.


Verspreid liggende ruilgronden/cultuurgronden
In 2017 heeft de gemeente de volgende ruilgronden in voorraad die t.z.t. als compensatiegrond kunnen dienen voor de aankoop van gronden voor een andere dan agrarische bestemming:

Sectie Nr Ligging Oppervlakte/ha Jaar van aankoop
AP 614/615 Tiphoeksweg 2.19.20 2007
AN 380 Schipgravenweg 9.94.05 2007
AA 2247 Gorterlaan 0.38.20 2001
Totaal     12.51.45  

De boekwaarde bedraagt €379.733,-. Dit is €3,03 per m².

Paragraaf 7 | Lokale Heffingen

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Algemeen
In deze paragraaf worden de belastingen die de gemeente heeft ontvangen toegelicht. Er zal gekeken worden naar de ontvangsten in relatie tot het verleden. Ook zal nader ingezoomd worden op afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren.

Belastingen
Het totale pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 8-tal verschillende belastingen / heffingen.

1 | Onroerende Zaakbelasting (OZB) 5 | Forensenbelasting
2 | Afvalstoffenheffing 6 | Marktgelden / standplaatsvergunningen
3 | Rioolheffing / aansluitbijdrage 7 | Begrafenisrechten
4 | Toeristenbelasting 8 | Hondenbelasting

De uitvoeringsbepalingen van de lokale lasten is vastgesteld in de diverse belastingverordeningen.  Voor de beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan de berekening van de totale heffingen en hoe deze bij de tariefstelling worden gehanteerd, wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de nota lokale heffingen 2017.

Leges
Daarnaast ontvangt de gemeente nog diverse leges, zoals leges omgevingsvergunning, leges bestemmingsplannen en leges burgerzaken. Deze zijn door de gemeenteraad gelegitimeerd middels door de raad vastgestelde verordeningen. Ook ontvangt de gemeente nog gelden uit de verhuur van gemeentelijke accommodaties.

1 | Onroerende zaakbelasting

Terug naar navigatie - 1 | Onroerende zaakbelasting

Onder de naam ‘onroerende zaakbelastingen’ worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:

  1. Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot een woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
  2. Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

Vanaf 2007 zijn gemeenten wettelijk verplicht jaarlijks te taxeren en wordt, voor zover dit kan, bij de uitvoering hiervan overgegaan op het systeem van modelmatige waardebepaling.
Modelmatig wil zeggen dat de objecten minder fysiek worden opgenomen maar op basis van verkregen verkoopcijfers en rekenkundige modellen in groepen worden geplaatst. Hieruit worden dan de waarden bepaald. Op basis van de Wet waardering onroerende zaken wordt van elke individuele onroerende zaak de waarde vastgesteld waarna het te betalen bedrag aan OZB wordt berekend en middels een aanslag aan de belastingplichtige wordt opgelegd.

Soort heffing (bedragen x 1.000)
Werkelijke opbrengst 2017
Werkelijke opbrengst 2016 Werkelijke opbrengst 2015 Tarief 2017
Tarief 2016 Tarief 2015
OZB woningen eigenaar € 1.418 €1.382 €1.353 0,1038% 0,1051% 0,1046%
OZB niet-woningen eigenaar € 777 €741 €714 0,1651%  0,1584% 0,1542%
OZB niet-woningen gebruiker € 486 €465 €451 0,1327%  0.1272% 0,1241%
Totalen € 2.681 €2.588 €2.518      
Landelijke tarieven 2017
Soort heffing Laagste Gemiddelde Hoogste
OZB woningen eigenaar 0,0446% 0,1237% 0,2669%
OZB niet-woningen eigenaar 0,0748% 0,2674% 0,7282%
OZB niet-woningen gebruiker 0,0000% 0,2019% 0,4460%

Conform besluit bij de vaststelling van de begroting 2017 is de OZB het afgelopen jaar met 1% verhoogd = de trendmatige verhoging. De tarieven zoals die in de gemeente Staphorst gedurende het jaar 2017 zijn gehanteerd voor woningen, zijn in onderstaand overzicht vergeleken met de overige gemeenten in Overijssel (bron: CijferNieuws.nl).

Tariefsoort Plaats in hoogte tarieven
(gerekend van laag naar hoog) provincie Overijssel
Gemeenten die een lager tarief hebben gehanteerd in 2017
Tarief woningen 1e n.v.t.

Wanneer de gemiddeld betaalde OZB n.l. € 254 (bij een woning met een waarde van € 245.000) wordt vergeleken met de gemeenten in Overijssel dan staat de gemeente Staphorst op de 4e plaats. Dat laat zich verklaren door de waarde van de woningen en het relatief gering aantal sociale huurwoningen in onze gemeente. De gemiddelde woningwaarde in de provincie Overijssel is € 211.000.

Waarde-ontwikkeling 2016-2017
Type object Gemiddelde waarde 2016 Te betalen OZB
2016
Gemiddelde waarde 2017 Te betalen OZB 2017 Gemiddelde waarde ontwikkeling in % Gemiddelde stijging in OZB-lasten %
Vrijstaande woning €291.000 € 306 € 300.000 € 311 3,09 1,82
2^1 kap en geschakeld €218.000 € 229 € 221.000 € 229 1,38 0,12
Vrijstaande woonboerderijen € 325.000 € 342 € 331.000 € 344 1,85 0,59
Rij- en hoekwoningen €165.000 € 173 € 168.000 € 174 1,82 0,56
2^1 kap voor- en achterhuizen € 121.000 € 127 € 150.000 € 156 23,97 22,43
Boven- en benedenwoning €95.000 € 100 € 101.000 € 105 6,32 5,00
Flats/appartementen € 147.000 € 154 € 151.000 € 157 2,72 1,45
2^1 woonboerderijen € 236.000 € 248 € 250.000 € 260 5,93 4,62
Recreatiewoningen €101.000 € 106 € 101.000 € 105 0,00 1,24 -
Woonwagens € 27.000 € 28 € 27.000 € 28 0,00 1,24 -
Overige woningen € 47.000 € 49 € 48.000 € 50 2,13 0,86

 

2 | Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 2 | Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22  van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

I. Vast-recht tarief
Berekening vast-recht Begroting 2016 Rekening 2016 Begroting 2017 Rekening 2017
Vaste kosten per aansluiting (incl. gratis GFT-container, container voor oud papier en kunststoffen) €131 €150 € 166 € 104
Uit res. matiging afvalstoffenheffing €9 €10 - € 26 - € 36
Vast recht tarief €140 €140 € 140 € 140

Het vast-recht tarief heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:

2016-2017
(Alle aanbiedingen en inzamelingen met containers)
2015-2012
2011-2008
€140 €134 €113

II. Ledigingstarief
De raad heeft keuzes gemaakt die voortvloeien uit het beleidsprogramma 'Van afval naar grondstof, anders denken anders doen'. Kern van het beleidsprogramma is een sterke reductie van de hoeveelheid restafval in de komende jaren door het stimuleren van de gescheiden inzameling van herbruikbare afvalstromen.

Invoering had vooral effect op de tarieven voor gft-afval en niet voor restafval. Het tarief tarieven voor het aanbieden van een grijze container (restafval) is in 2017 niet gewijzigd en gehandhaafd op de tarieven van 2011 t/m 2017: € 9,21. Ook is geen indexverhoging toegepast. Wel is het gemiddeld aantal aanbiedingen per huishouding van de grijze container (240 en 140 liter) terug gegaan van 5,79 in 2015 naar 3,37 in 2016. In 2017 is dit 3,42. Bij de invoering was dit nog 13 ledigingen per jaar. Ook is 2017 per aansluiting gemiddeld 3,22 keer gebruik gemaakt van de ondergrondse verzamelinzameling (40 liter) In 2016 is dit 1,55 keer.. Voor het aanbieden van de groene containers bedroeg  het tarief € 0. Medio 2012 zijn containers uitgezet voor het ophalen van oud papier. Deze containers kunnen  maandelijks gratis worden aangeboden. Voormalige papierinzamelaars (verenigingen, kerken en andere organisaties) behouden de inkomsten voor de komende 10 jaar, te rekenen vanaf 2012. Per begin 2016 worden ook de kunststofverpakkingen middels containers ingezameld. Het vast recht tarief is in 2016 verhoogd van € 134 naar € 140. Door de verfijnde gescheiden inzameling wordt er minder vaak een containers met restafval aangeboden, waardoor de lasten van de burger zijn afgenomen ( zie bijgaand overzicht van de tarieven in €).

Overzicht van de tarieven (in €)
Afvalstoffenheffing: Tarief 2017
Tarief 2016 Tarief 2015 Tarief 2014
Vast recht 140 140 134 134
Ledigingskosten 35 31 53 62
Totaal ledigingskosten 175 171 187 196
Tarief per container (240 liter) 9,21 / 0,00 9,21 / 0,00 9,21 / 0,00 9,21 / 0,00
Tarief per container (140 liter) 5,63 5,63 5,63 5,63
Tarief ondergrondse aanbieding 1,55 1,55    

De afvalstoffenheffing is budgetneutraal waarbij rekening gehouden wordt met het btw voordeel (BCF) en op advies van de toezichthouder (provincie Overijssel) worden de kosten voor straatvegen tot 25% meegenomen. Ook zijn met ingang van 2010 de kosten (incl. eigen uren) kwijtschelding afvalstoffenheffing meegenomen.

Een eventueel voor- of nadeel in de afvalstoffenheffing komt ten gunste of ten laste van de reserve matiging tarief afvalstoffenheffing. Dit geldt ook voor de kosten van de uitvoering van het traject omgekeerde inzamelen zoals aanschaf en plaatsing ondergrondse containers en aanschaf minicontainers. Met dit laatste is in onderstaande tabel geen rekening gehouden.

(bedragen x €1.000)
Afvalstoffenheffing: Werkelijk 2017
Werkelijk 2016 Werkelijk 2015 Werkelijk 2014
Kosten ophalen huisvuil 1.018 1.274 1.329 1.220
Kosten straatvegen (25%) 19 23 21 17
BTW voordeel 198 247 238 221
Kwijtschelding 29 38 33 33
Invoering fase 2        
Baten afvalstoffenheffing 981 - 957 - 1.019 - 1.074 -
Overige baten (o.a. dividend) 495 - 567 - 397 - 442 -
Saldo 212 - 58 - 205 - 25 -
Storting / onttrekking reserve 212 58 - 205 - 25 -
Saldo van de reserve 790 578 - 637 842
Hergebruik %
Omschrijving 2017
2016 2015 2014
Het % van het aangeleverde afval dat is hergebruikt 85 86 83 78

 

3 | Rioolheffing/- aansluitbijdrage

Terug naar navigatie - 3 | Rioolheffing/- aansluitbijdrage

Per 1 januari 2010 is het rioolrecht vervangen door een rioolheffing. De reden daarvoor was dat per 1 januari 2008 de Wet gemeentelijke watertaken in werking is getreden.

Bij de vaststelling van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan V  is besloten dat dit plan kostendekkend wordt uitgevoerd. Dit betekende per 2018 een verhoging van het tarief van € 229 naar € 230 per aansluiting. De tarieven2012 tot en met 2017 zijn ongewijzigd gebleven.

Daarnaast wordt onder de naam rioolaansluit-recht een tarief geheven voor het verkrijgen van een aansluiting op het gemeentelijk riool. Dit leidt tot het volgende tarievenoverzicht.

Soort Tarief 2017
Tarief 2016/2012
Rioolheffing (elk huishouden) 230 229
Eenmalige primaire aansluiting 3.916/3.877/3.820/3.764/3.690/3.618
Eenmalige secundaire aansluiting n.v.t. n.v.t.

De tarieven zoals die in de gemeente Staphorst gedurende het jaar 2017 zijn gehanteerd zijn gemiddeld in de provincie Overijssel (bron: Coelo = Centrum voor Onderzoek van de Lager Overheden ). Van de 25 gemeenten zijn er 13  gemeenten die een lager tarief hebben en 11 een hoger bij een meerpersoonshuishouden. De tarieven variëren van € 105 in Zwolle tot € 385 in Zwartewaterland.

Overzicht baten/lasten riolering: (x €1.000)
Rioolheffing/aansluitbijdrage Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Totale kosten 1.137 1.465 1.499 1.469
Straatvegen (25% m.i.v. 2017) 19      
BTW-voordeel 73 96 101 82
Kwijtschelding 33 46 41 36
Opbrengst rioolheffing 1.645 - 1.597 - 1.574 - 1.570 -
Opbrengst verfijningsuitkering       4 -
Saldo 383 - 4 67 17
Toev./onttrekking reserve 383 4 - 67 - 17 -
Onttrekking tgv. de Baarge       737
Saldo reserve 6.126 5.737 5.747 5.814

Vanaf 2011 geldt één tarief voor woningen. Hierdoor en als gevolg van tariefstijging, is de werkelijke opbrengst hoger. Voor 2012 is het tarief voor het laatst met € 16 per aansluiting gestegen. Het tarief voor 2016 was gelijk aan dat van 2012 tot en met 2015.

4 | Forensenbelasting

Terug naar navigatie - 4 | Forensenbelasting

Deze belasting wordt geheven van personen die binnen de gemeente voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden, zonder in de gemeente het hoofdverblijf te hebben. Ook deze opbrengst wordt aan de algemene middelen toegevoegd. De grondslag voor deze belasting is de (WOZ)-waarde. Het belastingbedrag wordt door middel van tariefklassen vastgesteld. Het tarief is voor 2017 geïndexeerd met 1 %:

De tarieven voor de jaren 2013 t/m 2017 bedragen:
Waarde o.a.
Tarief 2017
Tarief 2016
Tarief 2015 Tarief 2014
Minder dan €55.000 (stacaravans) 95 94 93 92
€55.000 - €70.000 289 286 282 278
€70.000 - €80.000 333 330 325 330
€80.000 - €90.000 373 369 364 359
€90.000 - €100.000 416 412 406 400
€100.000 - €110.000 460 455 448 441
€110.000 - €120.000 497 492 485 478
€120.000 - €130.000 541 536 528 520
€130.000 - €140.000 570 564 556 548
€140.000 - €150.000 598 592 583 574
Meer dan €150.000 625 619 610 601
De totale opbrengst is:
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
€ 57.100 €61.400 €56.300 €58.100

 

5 | Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - 5 | Toeristenbelasting

Deze belasting  wordt  geheven  van  personen  die  tegen  betaling  gelegenheid bieden voor het houden van verblijf  met overnachting  binnen  onze  gemeente door personen die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van onze gemeente. De opbrengst moet worden gezien als een bijdrage in de kosten van de algemene voorzieningen die de gemeente treft en kunnen dus naar eigen inzicht worden aangewend. Het tarief is in 2017 verhoogd met 1%. Het tarief  en de totale opbrengst bedroeg:

Opbrengst/tarieven
  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Opbrengst 66.700 57.800 42.800 38.300
Tarief 0,70 0,69 0,68 0,67

 

6 | Marktgelden/ standplaatsvergunningen

Terug naar navigatie - 6 | Marktgelden/ standplaatsvergunningen

Onder de naam marktgelden wordt een recht geheven voor het innemen van standplaatsen voor de jaarmarkt te Staphorst, de wekelijkse markt te Staphorst en de maandelijkse markt te IJhorst. Daarnaast worden leges geheven voor standplaats- vergunningen en ventvergunningen in de gemeente. De tarieven voor de standplaatsen van de maandmarkt in IJhorst worden afgerond in verband met incasso.
De tarieven marktgelden voor de weekmarkt zijn in 2011 opgetrokken, zodat deze vergelijkbaar zijn met omliggende gemeenten.

  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Weekmarkt 1,33/1,92 1,32/1,90 1,30/1,87 1,28/1,84
Maandmarkt n.v.t. n.v.t. 2,95/3,45 2,90/3,40
Jaarmarkt 9,90 9,80 9,65 9,50
De opbrengsten en gemaakte kosten markten bedroegen
  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Opbrengst 33.000 41.700 ** 54.500 ** 38.500 *
Kosten 31.700 49.300 ** 60.600 ** 50.200 *
Saldo 1.300 7.600 - ** 6.100 - ** 11.700 - *

*  Jaarmarkt en maandmarkt zijn in 2014 geprivatiseerd, cijfers exclusief jaarmarkt.
** Cijfers inclusief afrekening jaarmarkt 2014 en 2015 (zowel opbrengsten als kosten)  

7 | Begraafrechten

Terug naar navigatie - 7 | Begraafrechten

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen te Staphorst, Rouveen en IJhorst. Daarnaast worden leges geheven voor verlengen van de begraafrechten. De tarieven zijn in 2017 verhoogd met de inflatiecorrectie ad  1%.

Tarieven en aantallen m.b.t. begraven
  Tarieven Aantallen
  2017
2016 2015 2014 2017
2016 2015 2014
Lijkbezorgingsrecht vanaf 12 jr. 492 487 480 473 422 93 78 75
Lijkbezorgingsrecht 1 - 12 jr. 406 402 396 390 348 1 1  
Lijkbezorgingsrecht 0 - 1 jr. 206 204 201 198 176 2 1 2
Paaltje niet breder dan 0,50 m. 59 58 57 56 50 13 7 6
Paaltje breder dan 0,50 m. 84 83 82 81 71 56 47 30
Idem, tarief 2013   79,20 79,20       1  
Grondplaat 84 83 82 81 72 57 42 25
Idem, tarief 2013   79,20 79,20       1  
Grafruimte 1 diep voor 30 jaar 1.040 1.030 1.015 1.000 892 48 28 16
Grafruimte 1 diep voor 50 jaar 1.730 1.715 1.690 1.665   8 7 7
Grafruimte 1 diep voor onbepaalde tijd 6.930 6.865 6.765 6.665     1  
Grafruimte 2 diep voor 30 jaar 2.080 2.060 2.030 2.001 1.748 22 23 17
Grafruimte 2 diep voor 50 jaar 3.460 3.430 3.380 3.332   9 8 11
Grafruimte 2 diep voor onbepaalde tijd 13.860 13.730 15.530 13.329   1    
Grafruimte: omzetten naar onbepaalde tijd 13.860 13.213,75 13.210     1 1  
Verl.begr.rechten met 10 jaar 347 344 339 334 295 69 63 61
Verl.begr.rechten met 20 jaar 695 688 678 662   64 50 34
Grafruimte voor urn 1.010 1.030 1.015 1.000 892   - 1
Plaatsen urn 206 204 201 198 176 3 2 2
Inschr.begraafrecht 1 diep 22,20 22 21,50     54 36  
Idem 2 diep per grafruimte 44,40 44 43     32 31  
Overschr.begraafrecht 1 diep,
idem 2 diep per grafruimte
22,20
44,40
22
44
21,50
43
21
42
19
37
75
13
97
6
95
10
De opbrengst begraafrechten zijn (in €)
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
332.000 296.000 252.000 213.000

De toename vanaf 2012 is mede een gevolg van verlenging termijn grafrechten van 30 naar 50 jaar respectievelijk van 10 naar 20 jaar en verhoging van de tarieven.

8 | Hondenbelasting

Terug naar navigatie - 8 | Hondenbelasting

Er wordt een belasting geheven van houders van honden. De tarieven zijn  verhoogd met de inflatiecorrectie.

De volgende tarieven zijn van toepassing:
  2017
2016
2015
2014
Tarief 1e hond 39,00 38,00 38,00 37,00
Tarief 2e en volgende 88,00 87,00 86,00 85,70
Kennels 249,00 247,00 244,00 240,00
De opbrengst hondenbelasting: (in €)
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
54.200 52.500 49.900 49.200

 

Legesverordening

Terug naar navigatie - Legesverordening

Onder de naam ‘leges’ worden een aantal verschillende rechten geheven. Deze heffing wordt opgelegd doordat de gemeente diensten verstrekt. De volgende leges geven als opbrengsten:

(bedragen x €1.000)
Soort
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Bouwleges 627 557 659 500
Bestemmingsplan 135 153 131 164
Bouwplan 56 49 49 21
Leges burgerzaken incl. rijksleges 312 311 269 248
APV vergunningen + overige bijzondere wetten 12 11 14 11
Totaal 1.142 1.081 1.122 944

 

Gemeentelijke accomodaties

Terug naar navigatie - Gemeentelijke accomodaties

De gemeente Staphorst beschikt over een aantal accommodaties, die elk jaar een huur of gebruikersvergoeding genereren. De tarieven worden elk jaar vastgesteld. Vanaf het jaar 2007 vindt er jaarlijks een trendmatige verhoging plaats. Voor de gemeentelijke sportaccommodaties zijn met ingang van het sportseizoen 2012 – 2013 de tarieven extra verhoogd met 15%.

(bedragen x €1.000)
Soort
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Dienstencentrum 36 38 44 41
Sporthal 55 59 59 52
Gymzalen 32 23 21 36*
Voetbalaccommodaties 50 41 35 34
Totaal 173 161 159 163

*    Huur gymzalen 2012 t/m juli 2014 inclusief huur AOC-Terra van de oude gymzaal te Rouveen

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Belastingplichtigen voor wie het buitengewoon bezwaarlijk is om de aanslag te betalen vanwege het lage inkomen kunnen kwijtschelding ontvangen voor rioolrecht en afvalstoffenheffing. In de ‘Leidraad Invordering’ staan de voorwaarden en berekeningen voor het verlenen van kwijtschelding.

Aantal in behandeling genomen verzoeken om kwijtschelding:
  Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Afgewezen 17 19 15 12
Toegekend 160 159 142 134
Gedeeltelijk toegekend 4 2 6 6
Totaal 181 180 163 152
Verleend bedrag aan kwijtschelding:
Werkelijk 2017
Werkelijk 2016
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
58.100 63.100 58.600 48.400

De kwijtschelding evenals de hieraan gewerkte eigen uren en eventuele overige kosten verstrekkingen kwijtschelding in mindering worden gebracht op de reserves matiging tarief afvalstoffenheffing en vervanging riolering, waardoor uiteindelijk de belastingbetaler betaalt voor degene die kwijtschelding krijgt. 

Lastendruk

Terug naar navigatie - Lastendruk

Onderstaand geven wij  u aan hoe de belastingdruk over 2017 en voorgaande jaren bedroeg. 
In deze berekening zijn alleen die belastingen betrokken die nagenoeg voor iedereen van toepassing zijn.

Uitgangspunt: een eigenaar en bewoner van een ‘standaardwoning’ met een gemiddelde waarde die door meer dan één persoon wordt bewoond (bron Coelo). De gemiddelde WOZ waarde in de provincie Overijssel in 2017 was € 211.000. In onze gemeente in 2017 is deze   € 245.000. Alleen in de gemeenten Dinkelland en Dalfsen zijn de waarden hoger te weten: € 246.000 respectievelijk € 262.000. De gemiddelde woningwaarde per gemeente is het totaal van alle waardes van woningen in een gemeente gedeeld door het aantal woonruimtes in die gemeente. De waardeontwikkeling in de gemeente Staphorst 2011 t/m 2017 is als volgt:
2011 – 0,9%; 2012 – 1,4%; 2013 – 2,8%, 2014 – 3,6%, 2015  – 2,0%, 2016 -2,08% en 2017 - + 2,1%

Soort
2017
2016
2015
2014
Afvalstoffenheffing (vast recht + variabel) 175 171 187 196
Rioolheffing 230 229 229 229
OZB 254 256 242 239
Totaal 659 656 658 664
Gemiddeld in de provincie 752 731 671 713

Samenvatting verhoging belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Samenvatting verhoging belastingen en retributies

In bovenstaande uitkomsten over het jaar 2017 is rekening gehouden met het trendmatig verhogen van de belastingen, heffingen en retributies met 1%. Samenvattend zijn de volgende belastingen en rechten (extra) verhoogd.

Soort heffing Verhoging / verlaging
Onroerende Zaakbelasting 1% trendmatige verhoging
Rioolheffing Geen verhoging, ook niet trendmatig
Afvalstoffenheffing Geen verhoging, ook niet trendmatig
Leges en andere gemeentelijke heffingen 1% trendmatige verhoging
Woonforensen en toeristenbelasting 1% trendmatige verhoging
Begrafenisrechten 1% trendmatige verhoging
Sporttarieven (huur accommodaties) 0% trendmatige verhoging (amendement)
Leges bestemmingsplan en beoordelen verzoeken Mogelijkheden toerekening kosten worden onderzocht via art.213 A onderzoek

Overig

Terug naar navigatie - Overig

 - Vanaf 2016 ontvangen gebruikers van woningen ook een WOZ-beschikking
Omdat de WOZ-waarde sinds 1 oktober 2015 een grotere rol speelt bij het woningwaarderingsstelsel ontvangen alle gebruikers ook een WOZ-beschikking. Deze is kenbaar gemaakt op de aanslag gemeentelijke belastingen.

- Belastingverschuiving van rijksbelastingen naar lokale belastingen
De VNG pleit al langere tijd voor een lokaal belastinggebied dat qua omvang beter past bij de steeds grotere hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden van gemeenten. Gemeenten zijn nu voor een belangrijk deel van hun inkomsten afhankelijk van uitkeringen door het Rijk. Een eigen belastinggebied van voldoende omvang is dan ook van groot belang om als gemeenten de vele taken waar te kunnen maken. Daarnaast biedt een eigen belastinggebied de lokale politiek betere mogelijkheden om keuzes te maken en verantwoording aan de kiezers af te leggen. Er liggen nu plannen voor uitbreiding van het lokaal belastinggebied zonder dat de belastingdruk omhoog gaat.

Paragraaf 8 | Sociaal Domein

Inleiding op de paragraaf

Terug naar navigatie - Inleiding op de paragraaf

Met ingang van 2015 zijn de gemeenten op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. De decentralisaties zijn  in 2015 gepaard gegaan met een toevoeging van ruim € 10 miljard aan het gemeentefonds. Hiertoe is het deelfonds sociaal domein in het leven geroepen, een tijdelijke bijzondere uitkeringsvariant binnen het gemeentefonds. Vanuit het deelfonds komen er middelen beschikbaar voor de gemeente en voor het jaar het jaar 2017 bedroegen deze:

Soort Werkelijk 2017 Begroot 2017 Werkelijk  2016 Werkelijk 2015
 WMO 1.844 1.885 2.147 2.353
 Jeugd 2.563 2.539  2.463 2.542
 Participatiewet 1.374 1.264  1.315 1.453
Totaal 5.781 5.688 5.926 6.348

Het begin van 2017 heeft in het teken gestaan van de evaluatie van het sociaal domein, evenals de ontwikkeling daarvan. De evaluatie is inmiddels gereed en met de gemeenteraad gedeeld. De nieuwe taken in het sociaal domein zijn goed geland in Staphorst, ondanks de financiële korting die ermee gepaard ging. In 2015 en 2016 stond vooral de continuïteit en kwaliteit van de burger voorop. Het aanbod is kwalitatief goed en toereikend gebleken. In 2017 is de transitie succesvol afgerond. De inzet op de transformatie is volop gaande.

In deze paragraaf zullen we per  decentralisatie  ingaan op de volgende onderdelen:
»     Wat is er gerealiseerd
»     Wat heeft het gekost?

Verder zullen we ingaan op het reserve sociaal domein: Wat is de stand en hoe is deze gedurende het jaar 2017 gevoed.  Dit leidt tot de volgende indeling van deze paragraaf:
A          Decentralisatie Wmo
B          Decentralisatie Jeugd
C          Decentralisatie Participatiewet
D         Reserve sociaal domein

A | Decentralisatie Wmo

Terug naar navigatie - A | Decentralisatie Wmo

Wat is er gerealiseerd?

Onafhankelijke cliëntondersteuning.
Voor 2017 zijn concrete afspraken gemaakt met MEE-IJsseloevers over hun personele inzet en expertise binnen het CJG en CWO én het onderdeel onafhankelijke cliëntondersteuning. Met betrekking tot dit laatste wordt bedoeld informatie en advies alsmede algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie. Daarnaast wordt bijgedragen aan het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.

Een deel van bovengenoemde werkzaamheden ook valt binnen de reguliere taken van het CJG en CWO waardoor een smalle vorm van cliëntondersteuning overblijft, te weten voorbereiding/inventarisatie, bijwonen van het gesprek en een nagesprek.

Mantelzorg
De beleidsnota 'Mantelzorg in Staphorst 2016-2020' is eind 2016 vastgesteld. De belangrijkste speerpunten uit deze nota richten zich op de 4 V’s, t.w. Vinden, Verbinden, Verlichten en Versterken. Halverwege 2017 is de subsidierelatie met Stichting Evenmens beëindigd en zijn er concrete prestatieafspraken gemaakt met Carinova mantelzorgondersteuning. De uitvoering verloopt volgens planning.

De Klankbordgroep Informele Zorg is in april 2017 gestart en bestaat uit de volgende deelnemers: Carinova mantelzorgondersteuning, Carinova Vrijwillige Thuiszorg, Mindfit, S1-verpleegkundige Icare, Praktijk Ondersteuner Huisartsen, St. Welzijn Staphorst, Wmo-kerken, Wmo-raad, NPV en het Rode Kruis. Meerdere interessante onderwerpen zijn al besproken waarin de samenwerking is en nog zal worden gezocht.

De gemeenteraad heeft een amendement aangenomen met betrekking tot erkenning en waardering van mantelzorgers. Dit in de vorm van een nieuwe invulling van het mantelzorgcompliment die in 2017 voor het eerst aan mantelzorgers is uitgereikt. Uit de evaluatie is gebleken dat het nieuwe mantelzorgcompliment een succes is.

Welzijn
Ingaande 2016 zijn met de Stichting Welzijn Staphorst een groot aantal prestatieafspraken gemaakt, gericht op de producten: gebiedsgericht werken/opbouwwerk, eenzaamheid, seniorenwerk, vrijwilligerswerk/participatie en het vrijwilligerssteunpunt. De stichting legt jaarlijks een inhoudelijke en financiële verantwoording af.

Gelet op alle ontwikkelingen binnen de stichting zijn de prestatieafspraken voor 2017 ongewijzigd gebleven. Op al deze terreinen wordt vanuit een voornamelijk faciliterende en stimulerende rol de samenwerking gezocht met andere organisaties. Gebleken is dat niet alle prestatieafspraken binnen een jaar opgepakt kunnen worden; daarom is voor 2018 een prioritering hierin aangebracht.

Vanaf 2016 is de uitreiking van de vrijwilligerspluim op een andere wijze georganiseerd. Door dit te combineren met de vrijwilligersmarkt en te houden in de week van NL-Doet kan ook voor 2017 gesproken worden van een groot succes. 

Voorliggende/algemene voorzieningen
Het is van belang dat de komende jaren verder ingezet wordt op het ontwikkelen en stimuleren van het gebruik van algemene en collectieve voorzieningen. Dit kan de zelfredzaamheid/eigen kracht van de burgers stimuleren. Tevens wordt voorkomen dat gebruik gemaakt wordt van duurdere geïndiceerde voorzieningen. Dus investeren aan de voorkant bespaart aan de achterkant.

Sociale kaart
In 2017 is de digitale sociale kaart voor Staphorst ontwikkeld. Door het wegvallen van de papieren gemeentegids en digitale gids op de gemeentelijke website is de behoefte aan een digitale sociale kaart steeds groter geworden. Een sociale kaart is een instrument voor burgers om op eigen kracht een weg te vinden in de veelheid van organisaties en voorzieningen. Zo’n 125 organisaties zijn hierin opgenomen. Op deze manier wordt invulling gegeven aan een verzoek uit de samenleving. Na een jaar wordt bekeken in welke mate hiervan gebruik wordt gemaakt en of het in de behoefte voorziet.

MEE Op Weg
MEE IJsseloevers heeft enkele jaren geleden het project MEE Op Weg ontwikkeld en voert dit sindsdien in meerdere gemeenten uit. Het project houdt in dat jongeren die gebruik maken van het leerlingenvervoer en Wmo-cliënten met een vervoerspas gescreend worden of zij in staat zijn, in eerste instantie onder begeleiding van een opgeleide vrijwilliger, gebruik te maken van het openbaar vervoer of wellicht de fiets. Doel is dat ze uiteindelijk zonder begeleiding kunnen reizen. Hierdoor wordt de zelfstandigheid/zelfredzaamheid bevorderd en de eigen kracht gestimuleerd. Bij nieuwe aanvragen om leerlingenvervoer en Wmo-vervoer kan de afweging gemaakt worden of men gebruik zou kunnen maken van deze voorliggende voorzieningen. Indien dit niet het geval is, dan kan een maatwerkvoorziening als aangepast vervoer geïndiceerd worden. Begin 2018 wordt het eerste projectjaar geëvalueerd.

Niet geïndiceerde dagbesteding/ontmoeting/respijtzorg
Niet geïndiceerde dagbesteding wordt thans op beperkte schaal aangeboden door de Stichting Welzijn Staphorst met als doel gezellig samenzijn in een groep, voorkomen/bestrijden van eenzaamheid, bieden van een vaste structuur, sociale contacten opdoen, ontlasten van de mantelzorg, samen koffie drinken en de maaltijd eten. De doelgroep is ouderen met dreigende vereenzaming, gebrek aan sociale contacten of die behoefte hebben aan structuur in de week. De vraag naar deze vorm van dagbesteding neemt toe. Uitbreiding van het aantal dagdelen, de frequentie en soort activiteiten voor de doelgroep ouderen zijn gewenst. De doelgroep kan uitgebreid worden met jongere deelnemers, zodat de activiteiten voor alle volwassenen, die aan de criteria voldoen, beschikbaar zijn.

In het algemeen zijn veel mantelzorgers zwaar belast of overbelast. Door de persoon aan wie mantelzorg wordt verleend deel te laten nemen aan deze voorzieningen buitenshuis wordt de mantelzorger deels ontlast. Hierover zijn in 2017 met de Stichting Welzijn Staphorst en Carinova Mantelzorgondersteuning afspraken gemaakt, echter een gezamenlijk project is nog niet van de grond gekomen. In 2018 wordt hierop extra ingezet.

Dementievriendelijke openbare ruimte
Door de vergrijzing krijgen we met steeds meer ouderen te maken. En daarmee ook met meer mensen met dementie. Door alle maatschappelijke veranderingen moeten ouderen, en dus ook mensen met dementie, steeds langer thuis blijven wonen. Dat heeft ook effect op de openbare ruimte. Mensen met dementie moeten zich buiten ook prettig kunnen (blijven) voelen en zo lang mogelijk zelfstandig naar buiten kunnen. Dit is een project dat zich bevindt op het grensvlak van het sociale domein en openbare ruimte en is daarmee een innovatief project.
Begin 2018 wordt er een bijeenkomst i.s.m. het Alzheimertrefpunt Staphorst georganiseerd waarin de behoeften worden geïnventariseerd.

Vitaliteit en veiligheid voor senioren
In 2017 zijn gesprekken gevoerd met de Stichting VVVS over een mogelijke invoering binnen onze gemeente van het project. De ontwikkeling van dit project is ontstaan vanuit valpreventie.  Inmiddels is het verbreed. Aspecten zoals onder andere langer zelfstandig blijven wonen, (brand)veiligheid, vitaliteit, valpreventie met betrekking tot de doelgroep senioren komen hierbij aan bod. Eventueel kunnen hierin het huidige seniorenbezoekersproject en preventieactiviteiten in het kader van Lang Zult U Wonen geïntegreerd worden. Senioren worden bezocht door opgeleide vrijwilligers en er vindt voorlichting en inventarisatie plaats van de huidige woon- en leefsituatie. Aangezien dit rechtstreeks digitaal verwerkt wordt (aan het einde van het bezoek krijg men direct de antwoorden en bevindingen) kan er direct doorgeschakeld worden naar lokale hulp-/zorgverleners (1e lijn), (sport)verenigingen, organisaties, activiteiten etc. met als doelstelling dat senioren langer vitaal en veilig kunnen blijven wonen. In de Klankbordgroep Informele zorg is het besproken en is men erg positief. Begin 2018 vindt hierover bestuurlijke besluitvorming plaats waarna het geïmplementeerd kan worden.

Ozo-verbindzorg
Ook zijn in 2017 gesprekken gevoerd met deze organisatie over een mogelijk invoering binnen onze gemeente. Het doel van Stichting OZO-verbindzorg is dat de medische en sociale zorg voor kwetsbare mensen (ouderen, gehandicapten, jongeren) optimaal wordt verricht door alle betrokken partijen in het Virtuele Verzorgingshuis OZOverbindzorg.nl. De cliënt staat centraal en heeft de regie.
OZO-verbindzorg staat voor samenwerking en delen van zorg. Alle partijen (mantelzorgers, familie en zorgverleners) die betrokken zijn bij de zorg en het welzijn van een cliënt worden samengebracht.
In de Klankbordgroep Informele zorg is het project gepresenteerd en men ziet een duidelijke meerwaarde. Begin 2018 vindt hierover bestuurlijke besluitvorming plaats waarna het geïmplementeerd kan worden.

Herijking adviesraden
Binnen de gemeente Staphorst zijn meerdere adviesraden actief, die ieder op hun eigen wijze advies aan de gemeente geven. Het gaat hierbij om de Wmo-raad, de Sportraad, de Verkeersadviescommissie, Adviesraad Monumenten en de Jongerenraad. Tevens werd overwogen om een Participatieraad op te richten die zich met de Participatiewet zal bezighouden.
Binnen het sociale domein maar ook daarbuiten, pakt de gemeente Staphorst beleidszaken steeds meer in samenhang op. Dat heeft geleid tot het besluit te komen tot het oprichten van een Adviesraad Sociaal Domein bestaande uit de domeinen Jeugd, Participatie en Wmo. In september 2017 heeft de raad de verordening m.b.t. deze nieuwe raad vastgesteld. Ingaande 2018 is de Wmo-raad ontbonden en eind 2017 is het werven van leden voor de Adviesraad gestart. De installatie van de Adviesraad staat gepland voor het 1e kwartaal 2018.

Toezicht Wmo
De gemeente is verantwoordelijk geworden voor het toezicht houden op de kwaliteit van de ingekochte Wmo-voorzieningen.  De GGD IJsselland voert het toezicht uit voor de gemeente op basis van meldingsplichtige zaken (calalmiteiten) als signaaltoezicht. In 2018 wordt er gestart met het preventief toezicht.

Maatwerkvervoer 
Per 1 januari 2017 is de provincie Overijssel gestopt met de Regiotaxi. Voor de uitvoering van het maatwerkvervoer is daarom Mijn Taxi Op Maat gestart. Het vervoer wordt stipt gereden, er zijn weinig klachten en de kosten nemen wat af. In het afgelopen jaar is ook gestart met de aanbesteding voor het maatwerkvervoer, inclusief leerlingen- en jeugdvervoer, vanaf medio 2019.

Beschermd wonen/maatschappelijke opvang
Beschermd wonen en maatschappelijke opvang zijn een lokale verantwoordelijkheid die in samenwerking met regiogemeentes en centrumgemeente wordt ingevuld. Afgelopen jaar zijn het regionale convenant en de veranderagenda geëvalueerd. Er zijn belangrijke stappen gezet om te werken aan de ambitie op de thema’s:
1. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen
2. Zo snel mogelijk weer zelfstandig wonen
3. Samenwerking in de keten

Ook de komende jaren zullen de genoemde thema’s de speerpunten zijn. Om beter aan de ambities te kunnen werken is de regio Noord-Veluwe per 1 januari 2019 verzelfstandigd. Gemeente Staphorst maakt onderdeel uit van de regio IJssel-Vecht.

Begeleiding
Voor de maatwerkvoorzieningen begeleiding is in 2015 op regionaal niveau (Staphorst, Zwartewaterland, Meppel, Westerveld, Hoogeveen en de Wolden) een inkoopproces doorlopen. Hierin is een eerste aanzet is gemaakt voor een verdere transformatie van de begeleiding en de mogelijkheid geboden voor nieuwe aanbieders om toe te treden. Dit heeft ertoe geresulteerd dat er met ingang van 1 januari 2016 ca. 80 aanbieders een contract is gesloten. Van deze 80 gecontracteerde aanbieders leveren ca. 40 aanbieders ook daadwerkelijk de zorg in de gemeente. Deze contracten hebben een looptijd van 1 jaar met twee keer de mogelijkheid tot verlenging met één jaar. De contracten zijn voor het jaar 2017 verlengd. In 2018 wordt gestart met de aanbestedingsprocedure omdat de contracten een looptijd hebben tot 1 januari 2019.

Aantallen begeleiding:

Ondersteuning WMO (nieuw) begeleiding
Stand 31-12-2017
 Stand 31-12-2016 Stand 31-12-2015
 Individuele begeleiding Zorg in Natura (ZIN) 90 82 70
 Individuele begeleiding PGB 22 22 21
 Groepsbegeleiding ZIN 85 81 67
Groepsbegeleiding PGB 11 10 13
Vervoer groepsbegeleiding ZIN 51 46 37
 Vervoer groepsbegeleiding PGB 9 5 5
Kortdurend verblijf ZIN 1 1 1
Kortdurend verblijf PGB 3 2 1
Totaal 272 249 215

In 2017 is het aantal cliënten met individuele begeleiding gestegen met 17. Tevens ontvangen er in 2017 10 personen meer een vergoeding voor het vervoer naar de groepsbegeleiding. De stijging bedraagt 9% ten opzichte van het totaal.

Huishoudelijke hulp
In 2016 hebben wij in regionaal verband: Meppel, Westerveld, Hoogeveen/De Wolden en Staphorst een inkoopprocedure opgestart voor de inkoop van de maatwerkvoorziening ondersteuning in het huishouden. Dit heeft er toe geleidt dat met ingang van 1 januari 2017 in totaal 10 aanbieders gecontracteerd zijn. Deze contracten hebben een looptijd van 2 jaar met de mogelijkheid tot twee keer een verlenging met één jaar.

Aantallen huishoudelijk hulp:

Ondersteuning WMO hh
Stand 31-12-2017
Stand 31-12-2016 Stand 31-12-2015
 Ondersteuning basis ZIN 106 100 91
 Ondersteuning basis PGB 5 9 10
 Ondersteuning plus ZIN 19 21 14
Ondersteuning plus PGB 0 0 1
Ondersteuning specifiek ZIN 4 5 4
 Ondersteuning specifiek PGB 0 0 0
Totaal 134 135 120

Overige maatwerkvoorzieningen
Voor het leveren van rolstoelen, vervoersvoorzieningen (scootmobielen, aangepaste fietsen etc) en woonvoorzieningen heeft de gemeente een contract met RSR uit Nieuwleusen. Dit contract heeft een looptijd tot 31 mei 2018 en kan 2 keer met 1 jaar worden verlengd. Het uitstaande bestand met voorzieningen (rolstoelen, douchetoiletstoelen, bijzondere fietsen, scootmobielen etc.) bedraagt 197 voorzieningen.

Wat heeft het gekost?
In onderstaande tabel zijn de kosten opgenomen van de nieuwe decentralisatie WMO, de kosten voor de oude "WVG" voorzieningen en hh zijn hierin niet opgenomen. Dit om de vergelijkbaarheid met de decentralisatiegelden helder te houden. Er is aangesloten bij de landelijke functie-indeling, zoals die is voorgeschreven.

Omschrijving Taakveld
Rekening 2017 Begroting 2017 Rekening 2016
Mantelzorg 6.1 79 47 55
Toegang ( o.a doventolk, crisisbeheer,onafhankelijk cliëntondersteuning, volledig pakket mee) 6.2 143 2 04 209
Minimafonds ( fonds deelname maatschapp activiteiten, bijdrage wtcg, collect zorgverzekering, compensatie eigen risico 6.3  58 115 12
 Groepsbegeleiding, incl vervoer 6.71 607 466 531
 Individuele begeleiding (ZIN) 6.71 476 350 362
PGB Begeleiding 6.71 189 485 418
Ontvangst CAK   0 -35 0
Totaal   1.552 1.632 1.587
Loonkosten Personeel   99 99  
Totaal   1.651 1.731 1.587
         
Opbrengst | Uitkering Sociaal Deelfonds   -1.844 -1.885 -2.147
         
Saldo   -193 -154 -560

Toelichting:
De uitgaven liggen in lijn met de begroting, waarbij wel een onderlinge verschuiving waarneembaar is in kosten:  van PGB naar groepsbegeleiding en individuele begeleiding.  De kosten per PGB zijn afgenomen, het aantal PGB's is echter gelijk gebleven.De uitgaven voor het minimafonds liggen lager dan begroot, dit komt mede doordat de begrote kosten bijdrage wtcg niet zijn gemaakt. Bij de evaluatie sociaal domein zal het gehele minimabeleid worden bekeken in hoeverre dit aanpassingen behoeft.
Het overschot ad € 193.000 zal worden toegevoegd aan reserve sociaal domein. Bij het opstellen van de begroting 2017 was al rekening gehouden met een overschot van € 154.000. 

B | Decentralisatie jeugd

Terug naar navigatie - B | Decentralisatie jeugd

Wat is er gerealiseerd?
In 2017 hebben we gewerkt aan het door ontwikkelen van de jeugdhulp. De decentralisatie biedt ons een unieke kans om de jeugdhulp anders, beter en minder kostbaar in te richten. In 2015 en 2016 stond vooral de transitie van de jeugdhulp centraal. Afgelopen jaar hebben we vooral ingezet op de transformatie van de jeugdhulp.
We krijgen steeds meer inzicht welke vormen van jeugdhulp veel voorkomen en waar mogelijk een andere lokale aanpak iets in kan betekenen. Eenvoudige, integrale, preventieve en laagdrempelige ondersteuning dichtbij vinden we hierbij erg belangrijk. Het Centrum voor Jeugd en Gezin Staphorst heeft hierin een belangrijke regiefunctie vervult. We hebben dit samen met partners gedaan zoals scholen, kerken, (sport)verenigingen, huisartsen en andere instellingen. We hebben ook afgelopen jaar ingezet op individuele- en groepstrainingen in het preventieve domein, ter voorkoming op instroom in zwaardere vormen van jeugdhulp.
We willen komen tot een laagdrempelige toegang en een meer integrale aanpak zodat op alle leefgebieden inzichtelijk is wat nodig is en de inwoner goed, snel en doelmatig wordt geholpen. In 2017 is gewerkt aan een projectplan dat over de samenvoeging van het CJG en het CWO.

In 2017 hebben we toegewerkt naar een nieuw bekostigingsmodel dat vanaf 1 januari 2018 ingevoerd wordt. Hierin gaan we werken met resultaatgerichte bekostiging. De lokale toegang bepaalt samen met de ouders en de jeugdigen het ‘wat’ en de zorgaanbieder ‘hoe’ ze de doelen van het hulpverleningstraject gaan bereiken. Hierbij komt het resultaat centraal te staan en is het niet (meer) relevant welke producten daarvoor worden ingezet. In 2017 is dit model samen met aanbieders tot stand gekomen.

Welke prestaties kun je monitoren?
Preventie en signalering
- Met de verloskundigen hebben we ook in 2017 prenatale voorlichting georganiseerd in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Door hierin gezamenlijk op te trekken, wordt er al vroeg ingezet op voorlichting en vindt voor ouders van hieruit een eerste laagdrempelige kennismaking met het CJG plaats.
- Al een aantal jaar organiseert het CJG de jaarlijkse themaweek. Het thema in 2017 was het thema ‘kleuren buiten de lijntjes’. In het kader hiervan is o.a. een workshop gegeven Spelenderwijs opvoeden en zijn er in de bibliotheek boeken tentoongesteld over ‘buiten de lijntjes opvoeden’.  Het doel van de themaweek is steeds weer de nadruk te leggen op preventie. Het preventieteam bestaat uit gemêleerd gezelschap van professionele en vrijwillige organisaties. Het doel van het team is samenwerken op het gebied van preventie en/of voorlichting om meer kinderen, jongeren en hun ouders te kunnen bereiken. Dit om problemen in een later stadium te kunnen voorkomen.
- Belangrijk is dat elk kind een voorlichting aangeboden krijgt ten aanzien van alcohol, genotsmiddelen en/of andere mogelijke verslavingen. Juist bij kinderen in de oudste groep van de basisschool blijken deze preventielessen effectief te zijn. De gemeente stelt voor iedere school een bedrag beschikbaar om de voorlichting te kunnen geven. Elke school is vrij in het kiezen van de organisatie die de voorlichting uitvoert. In 2017 hebben 8 scholen hiervan gebruik gemaakt. Daarnaast is het CJG is in 2017 aangesloten bij het platform preventie alcohol en drugs. Dit jaar is er ook een doorgaande leerlijn ontworpen voor de scholen (door de GGD).
- In 2017 werd actief uitvoering gegeven aan het programma Boekenbas. Dit houdt in dat alle ouders bij hun eerstgeborene bezoek krijgen van de zogenaamde ´Boekenbasmoeder´. Het programma was van oorsprong gericht op de taalontwikkeling van kinderen. Tijdens de bijeenkomsten met ouders bleek dat er vooral ook vraag was naar het bespreekbaar maken van opvoedthema´s die met het opvoeden van alledag te maken hebben. Voorbeelden zijn: slapen, eten, zindelijk worden. Daarnaast blijft het stimuleren van de taal bij de kinderen een belangrijke ingang.
- Ook is in 2017 ingezet op workshops voor en door ouders (Family Factory) op allerlei relevante opvoedingsthema´s. Voorbeelden van onderwerpen zijn: communiceren met kinderen, timemanagement voor gezinnen, mediawijsheid, etc. De workshops zijn informeel, oplossingsgericht en interactief van karakter.
- In 2017 hebben 21 kinderen via het CJG een Sociale vaardigheidstraining gevolgd. Daarnaast is in 2017 door 9 leerlingen gebruik gemaakt van collectief en preventief aanbod voor sociaal-/emotionele-/fysieke weerbaarheid.  
- De Zorg-&adviesteams in het basisonderwijs hebben de beschikking over een maximum CJG budget van € 2.000,- die zij in mogen zetten voor individuele zorgtrajecten of groepstrajecten van leerlingen. Dit flexibele budget voor de individuele leerling en/of groep is prettig om snel en effectief te kunnen handelen. Dit budget is door scholen in 2017 bijvoorbeeld gebruikt voor tekentherapie (2 leerlingen),  rouwbegeleiding (1 leerling), individuele begeleiding (1 leerling), psychomotorische therapie (3 leerlingen). 

Ondersteuning van gezinnen
- Het grootste deel van de hulpverlening heeft een ambulante ondersteuning. Dat wil zeggen dat de ondersteuning gehaald wordt bij een organisatie of dat de ondersteuning gebracht wordt naar de thuissituatie. Er is in ieder geval geen sprake van opname in een instelling of wonen in een residentiële setting. De meeste vormen van ondersteuning zijn ambulant. 
- Daarnaast heeft ook een deel van de jeugdigen jeugdhulp met verblijf.

In onderstaande tabel zijn het aantal toewijzingen in 2015, 2016 en 2017 weergegeven:

Aantal toewijzingen Staphorst 2017 2016 2015
Toewijzingen ambulante jeugdhulp 300 335 393
Toewijzingen Jeugdhulp met verblijf 29 25 26
Totaal aantal toewijzingen in Staphorst 329 360 419

Het aantal jongeren dat jeugdhulp heeft ontvangen is lager dan het aantal trajecten welke zijn ingezet. Sommige jongeren hebben in 1 jaar gebruik gemaakt van meerdere vormen van jeugdhulp. Dat betekent dat zij gebruik hebben gemaakt van meerdere jeugdhulptrajecten. De grootste aanbieders voor jeugdhulp in Staphorst zijn De Ruyter’s Hoeve, Accare, Eleos en Dimence. Hulp en ondersteuning kan in sommige gevallen ingezet worden middels een Persoonsgebonden Budget (PGB). In 2017 zijn 27 PGB’s verstrekt.

Risico’s

De risico’s voor het dossier jeugd liggen op het gebied van financiën. Het betreffen de mogelijke overschrijding van het budget. Deze zijn opgenomen in de financiële paragraaf.

Wat heeft het gekost?
In onderstaande tabel zijn de kosten opgenomen van de nieuwe decentralisatie Jeugd.

Omschrijving Taakveld
Rekening 2017
Begroting 2017
Rekening 2016
 Lokale invulling toegang Jeugd 6.2 272 281 443
 Landelijke transitie specialistische zorg 6.72 0 60 8
 PGB 6.72 153 320 293
 Zorg in natura (ZIN) 6.72 2.230 1.778  1.804
Totaal   2.655 2.439  2458
Personeelslasten   100 100  
Totaal Lasten   2.755 2.539  2.458
         
 Opbrengst/ uitkering Sociaal Deelfonds   2.563 2.539  --2463
         
Saldo   192 0 85

Toelichting: 
Er ontstaat een verschuiving van PGB's naar Zorg In Natura. De hogere kosten Zorg in Natura worden vooral veroorzaakt door de stijging aan Zorgkosten LVB (licht verstandelijke beperking). Zie ook onderstaande tabel:

Omschrijving soort Zorg in Natura
Bedrag 2017
Bedrag 2016
ZIN/GGZ 499 687
ZIN/LVB 1.020 588
ZIN/Jeugd en opvoedhulp/LTA 711 529
Totaal 2.230 1.804

 

C | Decentralisatie participatiewet

Terug naar navigatie - C | Decentralisatie participatiewet

Wat is er gerealiseerd?
De Participatiewet geldt niet alleen voor mensen met een regulier arbeidsvermogen. Ook inwoners met een beperking die arbeidsvermogen hebben vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente.  Burgers zonder arbeidsvermogen hebben/krijgen een Wajonguitkering en vallen daarmee onder de verantwoordelijkheid van het UWV.

Regionaal Werkbedrijf
Binnen het Regionaal Werkbedrijf (RWB) wordt in netwerkverband samengewerkt door werkgevers, werknemers, onderwijs, gemeenten en UWV. Als belangrijkste taakstelling van het RWB voor de komende jaren wordt het realiseren van de Banenafspraak beschouwd. Deze taakstelling is gericht op het realiseren van banen voor mensen uit de zg. doelgroep, dat zijn mensen die minder dan 100 % arbeidsvermogen hebben. Voor de registratie van deze groep is het doelgroepregister in het leven geroepen. Inwoners met een Wajonguitkering (en arbeidsvermogen), met een WSW status en scholieren uit speciaal – en praktijkonderwijs zijn/worden automatisch opgenomen in het register. Daarnaast geldt opname voor inwoners die daarvoor door UWV worden geïndiceerd.  UWV is belast met het bijhouden van de registratie  en van de realisatie banenafspraak.


Personen uit het doelgroepregister komen bij het verkrijgen van werk in aanmerking voor loonkostensubsidie. Ultimo 2017 werd (aan werkgevers) voor 9 personen loonkostensubsidie verstrekt. Voor Staphorst gaat het daarbij om € 48.845, ongeveer 2,3 % van de totale uitgaven bijstand.

Een belangrijk product dat vanuit het RWB wordt aangestuurd is de werkgeversdienstverlening. In RWB-verband zijn in 2017 afspraken gemaakt om tot verdere uniformering van de werkgeversbenadering te komen via het werkgeversservicepunt. In onze subregio stemmen we de benadering af met de gemeenten Steenwijkerland, Westerveld, Meppel en het UWV; onder andere is er elke maandagochtend een afstemmingsoverleg tussen de accountmanagers. In dat gesprek komt ook de gezamenlijke taakstelling  aan de orde. Onze accountmanager blijft het lokale gezicht van de werkgeversdienstverlening.

Staphorst Werkt!
In september 2017 is de coöperatie StaphorstWerkt! opgericht. Daarmee heeft het project dat begin 2015 ontstond zich omgevormd tot een rechtspersoon. De gemeente heeft dit private initiatief om mensen vanuit de uitkering terug te brengen op de arbeidsmarkt ondersteund. Het sluit naadloos aan bij het beleid om bij arbeids-reïntegratie gebruik te maken van de kracht van het lokale bedrijfsleven.


In 2017 hebben 18 klanten met een bijstandsuitkering bij StaphorstWerkt! aan hun arbeidsreïntegratie gewerkt. Daarvan is zijn 5 personen permanent of tijdelijk naar werk uitgestroomd.In het tweede kwartaal 2017 is een tweede reïntegratieconsulent gestart met zijn werk. Hierdoor is het sturen op uitstroom nog meer centraal komen te staan. Het totaal aantal klanten dat een bijstandsuitkering ontvangt, vanuit Participatiewet (133 personen) of IOAW (11 personen) is in 2017 licht gedaald van 149 naar 144; die tendens zet zich momenteel door. De eerstgenoemde groep bestaat nog steeds voor bijna de helft uit personen met een ander geboorteland dan Nederland (waaronder de personen met een vluchtelingenstatus). Door uitbreiding van de formatie kon aan deze groep meer aandacht worden gegeven. Toch maakt de specifieke situatie van statushouders aanvullende ondersteuning nog noodzakelijk. Daarom zal in 2018 specifieke begeleiding worden ingekocht om deze groep gerichter naar werk te kunnen begeleiden.

Sociale werkvoorziening
Met betrekking tot Reestmond zijn meerdere thema’s aan de orde geweest. Via verschillende bestuurlijke tussenstappen is het uittreden van gemeente De Wolden afgerond. Door dit uittreden was een aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling noodzakelijk. De besluitvorming hierover is in december afgerond.


Over de doorontwikkeling van Reestmond op basis van de strategische beleidsvisie zijn in 2017 nadere besluiten genomen. Onder de naam Reestmond in Ontwikkeling (RiO) is de re-organisatie van het bedrijf verder opgepakt; inmiddels loopt de uitvoering.

Per 1 januari 2018 is het bij Reestmond mogelijk geworden om op individuele basis diensten in te kopen. Voor onze 8 inwoners met een wsw-indicatie, die een tijdelijk dienstverband hadden bij Reestmond is er voor gekozen om een vast dienstverband in te kopen.

Minimabeleid
Het minimabeleid van de gemeente Staphorst kent 3 basisonderdelen: de collectieve zorgverzekering, de bijzondere bijstand en het Fonds Deelname Maatschappelijke Activiteiten (FDMA) De collectieve zorgverzekering is beschikbaar voor iedereen tot 120 % van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. In 2017 namen gemiddeld 141 mensen deel aan deze verzekering.


De totale uitgaven bijzondere bijstand bedroegen in 2017 ruim € 146.000. De grootste uitgaven hierbinnen waren: € 42.000 kosten gerelateerd aan bewindvoering en € 40.000 woninginrichtingskosten (nieuwkomers)

Om de deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen is in 2016 het Fonds Deelname Maatschappelijke Activiteiten (FDMA) in het leven geroepen. In 2017 zijn totaal  97 aanvragen gedaan voor een bijdrage gedaan; daarvan zijn er 10 afgewezen. De totale uitgaven voor de 87 gehonoreerde aanvragen bedroegen € 23.633.

Wat heeft het gekost?
In onderstaande tabel zijn de kosten opgenomen van de decentralisatie Participatie

Omschrijving Taakveld
Rekening 2017 Bedrag begroting 2017
Bedrag rekening 2016
 Bijdrage oud "WSW"medewerkers 6.4 1.188  1162 1.240
Exploitatiebijdrage Reestmond 6.4 77 77 214
 Reïntegratietrajecten/ loonwerkbepaling/ Beschut werk 6.5 64  102 79
 Educatie 6.5 -12 15  
Personeelslasten 6.4/6.5 171 126 181
Totaal lasten   1.488 1.482 1.714
         
Opbrengst/Uitkering sociaal deelfonds   1.374 1.374 1.316
         
Saldo   114 108 398

Toelichting:
Voorheen ontvingen wij middels een subsidieregeling gelden voor de uitvoering van de WSW, welke doorgesluisd werden naar Reestmond. Hetzelfde gold voor reïntegratie-trajecten. Beide subsidieregelingen (zgn. ‘Sisa-regelingen’) zijn komen te vervallen en daar is de Participatiewet voor in de plaats gekomen. Het betreft hier dan eigenlijk ook geen ‘nieuw geld’, maar een andere wijze van ontvangen gelden en verantwoording.

De totale uitgaven liggen in lijn met de begroting.  De hogere kosten voor ureninzet vloeit voort de inzet van de accountmanager bedrijven . 

Op grond van de vastgestelde begroting Reestmond over het jaar 2017, waar een tekort werd verwacht ad € 526.0000 heeft er een betaling plaatsgevonden ad € 77.000 aan exploitatiebijdrage 2017.   Het daadwerkelijk gerealiseerde resultaat 2017  bedraagt € 1.178.000 negatief (excl. de al betaalde bijdrage ad € 526.000) en zal ten laste komen van de algemene reserve van Reestmond.

D | Reserve sociaal domein

Terug naar navigatie - D | Reserve sociaal domein

Gemeente Staphorst heeft besloten bij het samenstellen van de nota reserves en voorzieningen 2015  de reserve WVG om te zetten naar de reserve sociaal domein om mogelijke tegenvallers van de decentralisaties op deze wijze te kunnen opvangen. Mochten de werkelijke uitgaven in enerlei jaar hoger zijn dan de opgenomen bedragen in de begroting, wordt een mogelijk tekort gedekt uit deze reserve. De reserve kent begin 2017 een saldo van € 2.729.000

Voor het bepalen van de reserve Sociaal Domein nemen we alle uitgaven en ontvangsten mee die te maken hebben met de afgifte van voorzieningen binnen het sociaal domein. Naast de nieuwe 3 decentralisaties zijn dit de voorzieningen in kader van de oude WVG en hulp bij het huishouden. Het verschil tussen de begrote en werkelijke bedragen komt ten laste of ten gunste van de reserve sociaal domein. Dit levert het volgende overzicht op:

Onderdelen (bedragen x €1.000) Tekort 2017 Overschot 2017  
Stand reserve begin 2017 2.729
WMO toevoeging verwacht overschot   154  
WMO   39  
Jeugd 192    
Participatie 6    
Loonkosten      
"Oude WVG" voorzieningen, inclusief hh   111  
Diversen   40  
Per saldo toegevoegd in 2017 146
       
Toegevoegd Reserve Sociaal Domein 2.875

Bij het samenstellen van de begroting 2017 was al rekening gehouden met een toevoeging van € 154.000,- in verband met het verwachte overschot op de WMO. Deze dient ter dekking van de verminderde inkomsten uit de toekomstige decentralisatie-uitkering. Door invoering van  het objectieve verdeelmodel is de verwachting dat deze verlaagd zal worden van € 2,3 milj in 2015 naar € 1.4 milj in 2019. 

Mochten de kosten voor de WMO voorzieningen zich stabiliseren op het huidige niveau van € 1,6 - €1,7 milj betekent dit dat we in de toekomst mogelijk een tekort hebben op deze decentralisatie van € 200.000, welke opgevangen dient te worden in de normale begroting of door een jaarlijkse onttrekking uit de reserve decentralisatie. Deze is voorlopig groot genoeg. In 2019 zal er op Rijksniveau een evaluatie plaatsvinden van de verschillende budgetten en vindt er een nieuwe berekening plaats van de objectieve verdeelmodellen.

Door de toevoeging ad € 146.000  is de stand van de reserve eind 2017 € 2.875.000