1 | Lokale heffingen
Soort | Rekening 2017 |
Begroting 2018 (na wijziging) | Begroting 2019 |
Meerjarenraming 2020 |
Meerjarenraming 2021 |
Meerjarenraming 2022 |
OZB |
2.687 | 2.752 | 2.822 | 2.893 | 2.965 | 3.039 |
Forensenbelasting | 57 | 61 | 59 | 60 | 61 | 61 |
Toeristenbelasting | 67 | 48 | 49 | 49 | 50 | 51 |
Hondenbelasting | 54 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 |
2.865 | 2.914 | 2.984 | 2.057 | 3.132 | 3.208 |
De onroerende zaakbelasting is in de jaren 2011 t/m 2014 jaarlijks verhoogd met 9,25% (2% trendmatig en jaarlijks 7,25%). In 2015 en 2016 is rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1,5% en in 2017 van 1% en in 2018 en 2019 weer 1,5%. Tevens is rekening gehouden met een geringe areaaluitbreiding. De overige belastingen zijn trendmatig verhoogd met 1,5% en in 2017 met 1% en in 2018 en 2019 weer met 1,5%.
2 | Algemene uitkeringen
Soort | Rekening 2017 |
Begroting 2018 (na wijziging) | Begroting 2019 |
Meerjarenraming 2020 |
Meerjarenraming 2021 |
Meerjarenraming 2022 |
Algemene uitkering | 13.337 | 14.034 | 20.938 | 21.599 | 22.204 | 22.816 |
Uitkering deelfonds sociaal domein | 5.782 | 5.714 | ||||
Totaal |
19.119 |
19.748 | 20.938 | 21.599 | 22.204 | 22.816 |
Uitkeringsfactoren | 1,428 | 1,502 | 1,572 | 1,621 | 1,659 | 1,700 |
De geraamde algemene uitkeringen uit het gemeentefonds zijn gebaseerd op de mei-circulaire 2018, waarbij rekening is gehouden met een uitkeringsfactor in 2018 van: 1,572. Eén punt uitkeringsfactor geeft voor onze gemeente een bedrag van € 13.300.
De uitkeringsfactor in de meerjarenraming voor de jaren 2020 t/m 2022 is resp.1,621, 1,659 en 1,700. Dit meerjarenperspectief is gebaseerd op de ramingen in lopende prijzen.
3 | Dividend
Geraamd zijn de navolgende dividenden en ontvangen interest:
Rekening 2017 |
Begroting primair 2018 | Begroting primair 2019 | Meerjarenbegroting 2020 | Meerjarenbegroting 2021 | Meerjarenbegroting 2022 | |
Vitens N.V. | 62 | 50 | 42 | 20 | 20 | 20 |
Idem - achtergestelde lening | 8 | 4 | 2 | 1 | 0 | |
Enexis N.V. - dividend | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 | 20 |
Enexis B.V.- rente deelneming | 9 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 |
CBL/Verkoop vennootsdchap |
1 |
|||||
Rendo N.V. - dividend | 325 | 322 | 322 | 322 | 322 | 322 |
Wadinco N.V. - dividend | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Rova N.V. - dividend | 161 | 55 | 55 | 55 | 55 | 55 |
Rova N.V. - achtergestelde lening | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 |
Bank Nederlandse gemeenten | 49 | 48 | 48 | 45 | 45 | 45 |
BNG Financial Bond Fonds | 1 | 1 | 1 | |||
BNG Government Bond Fonds | 1 | 1 | 1 | |||
Winst verkoop Financial Bond Fonds | 1 | 10 | 10 | |||
Winst verkoop Government Bond Fonds | 68 | 60 | 60 | |||
Algemeen totaal | 759 | 625 | 615 | 516 | 515 | 512 |
4 | Saldo financieringsfunctie
Rekening 2017 |
Begroting primair 2018 | Begroting primair 2019 |
Meerjarenbegroting 2020 | Meerjarenbegroting 2021 | Meerjarenbegroting 2022 | |
Baten | 52 | 5 | 3 | 3 | 3 | 3 |
Lasten | 63 | 43 | 21 | 7 | 4 | 1 |
Saldo | 11 | 38 | 18 | 4 | 1 | -2 |
Rentelasten: |
||||||
Totaal doorbelaste rente: | 124 | 135 | 153 | 148 | 148 | 143 |
Ten laste van: | ||||||
Riolering (t.l.v. reserve) | 33 | 41 | 40 | 40 | 41 | 42 |
Doorbelaste rente t.l.v. exploitatie |
91 | 94 | 113 | 108 | 107 | 101 |
De lage rentelast komt doordat het vanaf 2017 het rekenpercentage 0,5% is. Omdat we praktisch geen vreemd vermogen hebben wordt aan de gronden in exploitatie en de financiële vaste activa geen rente toegerekend. Op de boekwaarde van gronden die nog niet in exploitatie zijn mag overeenkomstig BBV voorschriften ook rente meer worden bijgeschreven. De nieuwe BBV voorschriften schrijven voor dat de doorberekende rente maximaal 0,5% mag afwijken van het berekende omslagpercentage, voor onze gemeente is dat 0,045%.
De gemeente rekent rentelasten aan de diverse programma’s toe, zodat die programma’s een integraal beeld geven van de kosten die met de uitvoering gemoeid zijn. Hoe meer rente wordt doorberekend (bij hogere boekwaarde), hoe hoger het rentevoordeel. Het lagere rekenpercentage rente heeft tot gevolg dat de rentelasten op de programma’s afgenomen zijn, evenals het rentevoordeel (per saldo in totaliteit geen voor- en/of nadeel, behalve grondexploitatie en riolering) . Er wordt geen rente gecalculeerd over het werkzame eigen vermogen van de gemeente.
5 | BTW-compensatiefonds
Rekening 2017 |
Rekening 2016 |
Rekening 2015 |
Rekening 2014 |
Rekening 2013 |
Rekening 2012 | |
Gedeclareerde bedragen | 1.823 | 2.017 | 1.900 | 1.716 | 2.541 | 1.895 |
De afwijkingen in de verschillende jaren is hoofdzakelijk een gevolg van een hoger of een lager bedrag aan investeringen waarop het BTW Compesatie Fonds (BCF) van toepassing is (openbaar nut: riolering, wegen, plantsoenen, bouwrijp maken grondexploitatie etc.) In de begroting worden geen BCF-bedragen meegenomen van uitgaven en investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Vanaf 1 januari 2003 hebben de gemeenten te maken met het BCF. Gemeenten kunnen daardoor een groot deel van de hen in rekening gebrachte BTW-voordruk terug krijgen. Op 5 november 2009 is een raamovereenkomst (handhavingconvenant) met de belastingdienst ondertekend. Controle vindt vooraf plaats, zodat de gemeente niet voor verrassingen komt te staan. Dit geldt voor zowel de omzetbelasting, BTW-compensatiefonds, loonheffingen en invordering van belastinggelden. Er wordt samengewerkt op basis van transparantie, begrip en vertrouwen.
Partijen streven naar een voortdurend inzicht in de actuele fiscale risico’s en een snelle en actuele standpuntbepaling binnen de kaders van de wet, regelgeving en jurisprudentie. De rechtszekerheid wordt hierdoor vergroot. Het convenant is afgesloten voor onbepaalde tijd en wordt periodiek geëvalueerd.
Doordat de begroting met ingang van 2018 opgemaakt is in Pepperflow is het niet meer mogelijk om het te verwachten bedrag BTW-compensatiefonds te berekenen. In Pepperflow is in tegenstelling tot de vorige begrotingen in Excel geen kolom inclusief BTW.
6 | Onvoorzien
Saldi van de (hulp)kostenplaatsen:
In de oorspronkelijke raming worden in principe geen voor- en nadelen meegenomen. De begroting moet sluitend zijn. In de loop van het jaar worden doorgaans bedragen beschikbaar gesteld (middels begrotingswijzigingen) ten laste van onvoorzien. Het geraamde voordeel in de meerjarenraming komt door de geraamde stijging van de algemene uitkering gemeld in de meicirculaire van 2018.
Onvoorzien: | Werkelijk v.d. rek. saldo 2017 | Begroting primair 2018 | Begroting primair 2019 | Meerjarenbegroting 2020 | Meerjarenbegroting 2021 | Meerjarenbegroting 2022 |
Onvoorzien vrij beschikbaar |
349 | 36 | 55 | 108 | 314 | 602 |
Onvoorzien invest. na opmaak begroting | 38 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Loonstijging | 0 | 170 | 100 | 102 | 103 | 104 |
Onvoorzien lijst investeringen (cumulatief) |
0 | 225 | 441 | 658 | 718 | 721 |
Idem afschrijving invest.openb.ruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Werkkostenregeling 80% overschr. | 0 | |||||
Totaal | 349 | 469 | 596 | 868 | 1.135 | 1.427 |
In de primitieve (meerjaren)begroting wordt een post voor onvoorziene uitgaven opgenomen van € 36. De raming van deze post is gebaseerd op een bedrag van ruim € 2 per inwoner. Voor loonstijging volgens de CAO is € 100 meegenomen. Dit bedrag is in de jaren 2012 t/m 2022 geïndexeerd met 1,5%. De afschrijvingslasten van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (wegen etc.) zijn voor 2019 geraamd op € 268. De hierbij behorende geraamde investeringen staan ook op de staat van investeringen (model C). De geringe stijging in de jaren 2020 t/m 2022 komt doordat alleen die investeringen zijn meegenomen waaraan een raadsbesluit ten grondslag ligt. De op de lijst van investeringen geraamde kredieten zijn niet meegenomen omdat de raad hierover nog moet beslissen. Met ingang van 2016 wordt hier geen rentelast meer in meegenomen omdat de investeringen met eigen middelen worden gefinancierd en de uitzetting op korte termijn (verplicht schatkistbankieren) geen rente oplevert.
De afschrijving investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden gedekt uit de in 2017 gevormde reserve afschrijving investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.