Algemeen
Basis vormt de wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden evenals het beheersen van de renterisico’s. Onderdeel van deze wet is de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Uitvoering van de regelgeving vindt plaats door het vaststellen van kaders in het Treasurystatuut. Bovenstaande uitgangspunten zullen hieronder nader worden toegelicht.
Financiële verordening
Naast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 15 van de financiële verordening. Bij de begroting zal in de paragraaf financiering in ieder geval verslag gedaan worden van Kasgeldlimiet, renterisico norm, de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende 3 jaar, rentevisie en rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
Inhoud paragraaf
Bovenstaande onderwerpen leiden tot de volgende indeling van deze paragraaf:
1 | Uitgangspunten financieringsfunctie
- Wet Fido
- Wet Ruddo
- Treausurystatuut
2 | Uitvoering financieringsfunctie
- Kasgeldlimiet
- Renterisiconorm
- EMU saldo
- Liquiditeitsplanning
- Financieringsbehoefte
- Rentekosten en renteopbrengsten
Paragraaf 3 - Financiering
Uitgangspunten financieringsfunctie
Terug naar navigatie - Uitgangspunten financieringsfunctieWet FIDO
De wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) vertaalt zich in twee belangrijke uitgangspunten op het gebied van treasury-beleid:
De gemeente dient de financiering te beperken tot de publieke taak |
Het verstrekken van leningen kan alleen dan plaatsvinden als deze instellingen aan de publieke taak bijdragen. De uitzetting van tijdelijk overtollige middelen dient een prudent karakter te hebben en mag niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Er mag dus geen sprake zijn van bankieren. |
De renterisico’s moeten tot een minimum worden beperkt |
Voor de financieringsmiddelen op korte termijn (looptijd < 1 jaar) geldt een zogenaamde kasgeldnorm (maximumbedrag). Voor de financieringsmiddelen op lange termijn (looptijd > dan 1 jaar) geldt een zogenaamde rente-risiconorm (maximumbedrag waarover renterisico mag worden gelopen). |
Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO)
Deze regeling maakt onderdeel uit van de wet Fido en is begin 2009 gewijzigd. Het betrof een aanscherping van de regels voor het uitzetten en aantrekken van gelden. Dit kwam mede voort uit de financiële crisis die ontstond uit de “Icesave affaire” in IJsland. De aanscherping had voor de gemeente Staphorst nauwelijks gevolgen, wel zijn er enkele verbeteringen aangebracht in het treasurystatuut van de gemeente Staphorst.
Treasurystatuut
Door bovenstaande wijzigingen in de Wet Ruddo en het feit dat het oude treasurystatuut dateerde van 2005, heeft de gemeente een nieuw statuut opgesteld. Het nieuwe statuut heeft uw raad vastgesteld op 13 maart 2012. In dit statuut zijn de nieuwe kaders vastgesteld waar binnen de treasuryfunctie moet worden uitgevoerd zoals:
- De algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie;
- De administratieve organisatie van de financieringsfunctie, waaronder taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.
Bovenstaande kaders worden gedurende het jaar 2018 gehanteerd.
Uitvoering financieringsfunctie
Terug naar navigatie - Uitvoering financieringsfunctieNaast het statuut stelt de Gemeentewet een treasuryparagraaf verplicht in de begroting en jaarrekening. Dit is nader uitgewerkt in artikel 17 van de financiële verordening. Bij de begroting zal in de paragraaf financiering in ieder geval verslag gedaan worden van:
A) Kasgeldlimiet
B) Renterisiconorm
C) EMU saldo
D) Gemeenteschuld
E ) Liquiditeitsplanning + financieringsbehoefte
F ) Rentekosten en renteopbrengsten
A ) Kasgeldlimiet
Voor het uitzetten van gelden met een looptijd korter dan een jaar geldt een maximum bedrag. Deze kasgeldlimiet is wettelijk vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. De gemiddeld in een kwartaal opgenomen vlottende schuld (rekening courantkredieten, kasgeldleningen) mag dit bedrag niet overschrijden. Op basis van de begroting 2019:
x € 1.000
Omvang van de begroting per1 januari 2019 | € 36.100 |
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag | 8,5% |
Kasgeldlimiet in bedrag | € 3.069 |
Totaal vlottende schuld | 0 |
Ruimte | € 3.060 |
De gemeente Staphorst overschrijdt de kasgeldlimiet niet, er is een overschot.
B ) Renterisico norm
De renterisico norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het verwachte begrotingstotaal voor 2019 (€ 37 miljoen). In 2019 bedraagt de renterisiconorm daarmee € 7 miljoen. De reguliere aflossing is voor 2019 geraamd op € 0,5 miljoen. De gemeente Staphorst blijft hiermee ruim binnen de renterisico norm. Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit (bedragen x € 1.000):
Berekende renterisiconorm | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Begrotingstotaal | 35.622 | 36.100 | 36.800 | 37.200 | 37.600 |
Percentageregeling | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Renterisiconorm | 7.124 | 7.220 | 7.360 | 7.440 | 7.520 |
Renterisico op vaste schuld | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aflossingen | 448 | 470 | 45 | 48 | 51 |
Renterisico | 448 | 470 | 45 | 48 | 51 |
Renterisiconorm | 7.124 | 7.220 | 7.360 | 7.440 | 7.520 |
Rente onder risiconorm | 6.676 | 6.750 | 7.315 | 7.392 | 7.469 |
Overschrijding renterisiconorm | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
C ) EMU-saldo
Voor uitvoering van de Wet Hof is het EMU-saldo van groot belang. Voor elke gemeente is een individuele referentiewaarde bepaald, waardoor het totale EMU-tekort niet boven de 0,5% zal uitkomen. Voor Staphorst is dit een bedrag van € 1.505.000 (er wordt echter geen sanctie opgelegd bij overschrijding, zie ontwikkelingen wet Hof).
In het volgende overzicht de ontwikkeling van het EMU-saldo (bedragen x € 1.000):
(x € 1.000) | Begroting 2019 |
Begroting 2020 |
Begroting 2021 |
Begroting 2022 |
|
+ 1 | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking reserves | - 1.889 | - 1.734 |
- 1.368 |
- 903 |
+ 2 |
Afschrijvingen t.l.v. exploitatie |
1.863 | 1.803 | 1.708 | 1.642 |
+ 3 |
Bruto dotaties aan de post voorziening t.l.v. exploitatie | 252 |
254 | 256 | 258 |
- 4 |
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd | 354 |
1.166 |
671 |
31 |
+ 5 |
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bedragen van het Rijk, Provincie of Europese Unie en overigen |
9 | - | - | - |
+ 6A |
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) | - | - | - | |
- 6B |
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa | - | - | - | |
- 7 |
Uitgaven aan de aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. | 525 |
311 |
44 |
125 |
+ 8A |
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) | 1.995 | 1.161 | 511 | 324 |
- 8B |
Boekwinst op grondverkopen | 1.500 |
700 |
400 |
200 |
- 9 |
Betalingen t.l.v. voorzieningen | 287 |
290 |
293 |
296 |
- 10 |
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. reserves worden gebracht en die niet vallen onder een van de andere genoemde posten | - | - | - | - |
11 A |
Gaat u deelnemingen verkopen? | nee | nee | nee | nee |
-11B |
Zo ja; boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen | ||||
Berekend EMU Saldo | - 437 |
- 983 |
- 301 |
670 |
|
Individuele referentie waarde | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
Tekort of overschot EMU saldo | 1.068 |
522 |
1.204 | 2.175 |
In de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte zijn alleen die investeringen meegenomen waarvoor de raad een krediet beschikbaar heeft gesteld. Ook zijn er geen winsten op grondverkopen verwerkt. Deze te verwachten winsten mogen niet in de begroting als (incidentele) baten worden meegenomen.
E ) De liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte
Overzicht van de verwachte financiële positie voor de jaren 2019 tot en met 2022 (bedragen x € 1.000)
Financiële positie |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
1 | Beginsaldo | 14.423 | 16.267 | 15.962 | 15.935 |
Mutaties in financieringssaldo |
|||||
2 | Saldo mutaties vaste activa | 2.776 | 724 | 1.125 | 1.618 |
3 | Mutatie nog te bestemmen exploitatiesaldo | ||||
4 | Saldo mutaties reserves en voorzieningen | 1.943 |
1.843 |
1.682 | 1.505 |
5 | Saldo mutaties langlopende schulden | 470 |
45 |
48 | 51 |
6 | Mutaties financieringssaldo (2-3-4-5) |
363 | - 1.164 | - 605 | 62 |
7 | Saldo mutaties vlottende activa | 1.480 | 860 |
577 |
310 |
8 | Saldo mutaties vlottende passiva | 0 | 0 | 0 | |
9 | Mutaties netto werkkapitaal (7-8) |
1.480 | 860 |
577 |
310 |
10 | Mutaties in liquide middelen (-6 - 9) |
1.844 |
- 304 | - 28 | 372 |
11 | Eindsaldo (1 + 10) |
16.267 | 15.962 | 15.935 | 16.307 |
De financieringsbehoefte wordt binnen de mogelijkheden van de Wet Fido gedekt door het aantrekken van kort geld en/of langlopende leningen en de inzet van het eigen vermogen. Wanneer dit nodig is, proberen we zo dicht mogelijk tegen de grens van de kasgeldlimiet kort geld aan te trekken, omdat de rente op kort geld in de regel lager is dan de rente op langlopende geldleningen. We houden daarbij wel rekening met schatkistbeleggen.
Rentevisie
Door de huidige onrust op de financiële markten is het lastig een goede verwachting uit te spreken over de ontwikkeling van de rentekosten en rentebaten. Voor de begroting 2019 en de meerjarenbegroting 2020 tot en met 2022 wordt dan ook het volgende uitgangspunt genomen:
Voorlopig zetten we gelden uit tegen een beperkte periode, en zullen in principe ten gunste van het schatkistbeleggen komen. We onderzoeken wel hoe we een hoger rendement kunnen behalen op overtollige middelen. |
F ) Rentekosten en opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie
Hieronder vindt u een opsomming van alle uitgezette en opgenomen gelden zoals deze meegenomen zijn in de begroting van 2019, met daaronder een korte toelichting.
Soort | Ultimo 2018 | Ultimo 2019 | Ultimo 2020 | Ultimo 2021 | Ultimo 2022 |
Uitgezette gelden op lange termijn | 2.498 | 1.231 | 1.144 | 1.056 | 1.050 |
Uitgezette gelden op korte termijn | 14.423 | 16.267 | 15.962 | 15.935 | 16.307 |
Aandelenbezit | 259 | 184 | 184 | 184 | 184 |
Opgenomen gelden lange termijn | - 614 | - 144 | - 99 | - 51 | 0 |
Opgenomen gelden korte termijn | |||||
Totaal | 16.566 | 17.538 | 17.191 | 17.124 | 17.541 |
1 | Uitstaande gelden op lange termijn (bedragen x € 1.000)
Uitstaande gelden op lange termijn |
Rente % |
Ultimo 2019 |
Ultimo 2020 |
Ultimo 2021 | Ultimo 2022 |
|
Vitens | Achtergestelde lening | 2,0 | 163 | 81 | 0 | 0 |
Essent/ Enexis | Rentevordering lening(en) |
7,2 | 0 | 0 | 0 | 0 |
N.V. Rova |
Achtergestelde geldlening |
8,0 | 379 | 379 | 379 | 379 |
BNG | BNG Financial Bond Fonds |
0,05 | 0 | 0 | 0 | 0 |
BNG | BNG Government Bond Fonds |
0,1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Diversen | Startersleningen | 0,0 | 600 | 600 | 600 | 600 |
De Baarge |
Hypothecaire leningen |
div | 89 | 84 | 77 | 71 |
De Esch 3 |
Hypothecaire leningen |
3,0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal uitgezette gelden op lange termijn | 1.231 | 1.144 | 1.056 | 1.050 |
Toelichting:
De aflossing van de achtergestelde lening Vitens is een reguliere aflossing. Wel is het rentepercentage aangepast. Er wordt gerekend met een 10-jaars rente + opslag van 1%, waardoor de rente lager uitkomt dan 1,9%. Afgelopen jaren was de rente:
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
3,55 | 2,97 | 2,50 | 2,12 | 1,92 |
De aandelen van N.V. Essent zijn in september 2009 verkocht. Hiervoor is € 1.434.937,- ontvangen. Daarnaast is er een deelneming ontstaan: een vordering op Enexis van € 388.796, -. Deze deelneming bestond uit een viertal leningovereenkomsten, met verschillende looptijden en een gemiddeld rentepercentage van 4,65%. In 2012 is de eerste lening van € 97.200 vervroegd afgelost, in 2013 de tweede lening van € 108.000 en in 2016 de derde lening van €108.000,-. Hierdoor bedraagt het restant van de lening (vierde lening) op 01-01-2017 € 75.600. Deze laatste lening geeft een rentepercentage van 7,2% en wordt in 2019 afgelost.
De BNG Financial Bond Fonds en de BNG Government Bond Fonds zijn fondsen die beleggen in obligaties met een looptijd van respectievelijk 1-3 jaar en 5-7 jaar. Deze fondsen laten de volgende ontwikkeling zien:
Soort | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
Dividend percentage | 0,4%-0,65% | 0,3% - 0,6% | 0,3% - 0,6% | 0,05% - 0,1% |
Dividend opbrengst | 104.000* | 101.000* | 81.000* | 71.000 |
Marktwaarde t.o.v. boekwaarde | 331.000 | 267.000 | 244.000 | 132.000 |
* incl. boekwinst ad € 37.000 in 2013, € 72.000 in 2014 ,€ 78.000 in 2015, en zowel in 2016 als in 2017 € 69.000, doordat de waarde van de obligaties op dat moment boven de 100% lag.
Vanwege afspraken met het Rijk valt er jaarlijks 1/7e deel vrij ten gunste van schatkistbankieren. Daardoor daalt de jaarlijkse opbrengst.
Bij het in exploitatie nemen van de bedrijventerreinen De Baarge waren er diverse ondernemers die zelf gronden hadden liggen in deze bestemmingsplannen. Van deze ondernemers ontvangen wij een exploitatiebijdrage in de vorm van een hypothecaire geldlening met veelal een looptijd van 30 jaar. Voor De Esch 3 is een lening verstrekt met een looptijd 7 jaar.
2 | Uitstaande en opgenomen gelden op korte termijn (bedragen x € 1.000)
Vanaf 2014 is schatkist beleggen verplicht voor decentrale overheden (zie onderdeel schatkist beleggen). Het is niet meer toegestaan om bij banken gelden op korte termijn uit te zetten. De uitstaande gelden op korte termijn bij de Rabobank en de opgenomen gelden bij de BNG vallen hier onder. Dit is ook van toepassing op de in december 2016 afgeloste variabele-couponobligatie bij de Rabobank van € 5.000.000. De verwachting is dat wij hierdoor per begin 2019 € 20.000.000 bij de schatkist gaan uitzetten.
3 | Aandelenbezit
Aandelenbezit | Aantal | Ultimo 2018 |
Ultimo 2019 |
Ultimo 2020 | Ultimo 2021 | |
Rendo | aandelen | 43 | 20 | 20 | 20 | 20 |
Essent/ Enexis | aandelen | 32.331 | 60 | 60 | 60 | 60 |
Deelnemingen i.k.v. verkoop Essent | aandelen | 32.331 | 75 | 0 | 0 | 0 |
Vitens | aandelen | 18.531 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Rova | aandelen | 217 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Wadinko | aandelen | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 |
BNG | aandelen | 30.030 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Totaal aandelenbezit | 259 | 184 | 184 | 184 |
De verwachting is dat in het aandelenkapitaal geen mutaties zullen plaatsvinden. Op de balans zijn de aandelen gewaardeerd tegen nominale waarde, maar de huidige waarde kan vele malen hoger zijn. In de paragraaf 'verbonden partijen' gaan wij in op de ontwikkelingen binnen deze partijen en de verwachte dividendopbrengsten. Het dividend en de rente van de lening van N.V. Rova komt ook ten gunste van het taakveld beleggingen. Wel wordt dit dividend en de rente-opbrengst meegenomen in het tarief van de afvalstoffenheffing. De geraamde dividendinkomsten zijn gelijk aan voorgaand jaar.
4 | Opgenomen bedragen op lange termijn (bedragen x € 1.000)
Soort | Aantal leningen |
Ultimo 2019 |
Ultimo 2020 |
Ultimo 2021 |
Ultimo 2022 |
Opgenomen gelden lange termijn | 2 ult. 2019 - 1 |
144 | 99 | 51 | 0 |
Rentelasten in de jaren | 21 | 7 | 4 | 1 |
Dit zijn twee langlopende leningen bij de BNG, die door een annuïteiten afschrijving in 2019 en 2022 worden afgelost.
5 | Opgenomen gelden op korte termijn
De eerstkomende jaren bestaat geen noodzaak om gelden op korte termijn op te nemen.
6 | Renteschema 2019 t/m 2022 (bedragen x € 1.000)
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 21 | 6 | 4 | 1 |
b. | De externe rentebaten (De Baarge en De Esch) | -5 | -4 | -4 | -4 |
Totaal door te berekenen externe rente | 16 | 2 | 0 | -3 | |
c. | Rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rente van projectfinanciering die aan het desbetreffende taakveld moet worden doorberekend | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo door te rekenen externe rente | 16 | 2 | 0 | -3 | |
d1 | Rente over eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | 0 |
d2 | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 0 | 0 | 0 | 0 |
De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente | 16 | 2 | 0 | -3 | |
e. | De werkelijke taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) -,5% | 153 | 148 | 148 | 143 |
f. | Renteresultaat op taakveld treasury | 135 | 146 | 148 | 146 |
Boekwaarde van de materiële vaste activa per 1 januari | 34.003 | 33.366 | 32.328 |
30.717 |
|
Boekwaarde van de financiële vaste activa per 1 januari | 1.415 | 1.328 | 1.241 | 1.234 | |
Totaal | 35.418 | 34.694 | 33.569 | 31.951 | |
Omslagrente (alleen van materiële vaste activa) | 0,0453% | 0,0065% | -0,0007% | -0,0087% | |
Omslagrente (van zowel materiële als financiële vaste activa) Dit is de toe te rekenen rente gedeeld door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa. Het verschil tussen de toegerekende rente (0,5%) en het omslagpercentage (0,15%) is 0,35% (= minder dan 0,5%) |
0,0421% | 0,0062% | -0,0007% | -0,0084% |