Paragraaf 1 - Weerstandsvermogen en risicomanagement
Inleiding op de paragraaf
Algemeen
De paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement geeft aan hoe solide de financiële huishouding van de gemeente is. Een financieel weerstandsvermogen is van belang wanneer zich financiële tegenvallers voordoen. Als beleidsuitgangspunt is gekozen dat het beleid wordt vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement (raad 26 september 2017). Vervolgens vindt in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement van de begroting en rekening een actualisatie en een verantwoording plaats.
Bepaling weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen van de gemeente over de risicogevoeligheid is de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van een opgetreden risico op te vangen. Dit is de verhouding van de hierboven beschreven beschikbare en noodzakelijke weerstandscapaciteit (om mogelijk risico´s af te dekken). Hierbij is de impact van de risico’s vastgesteld op een zekerheidspercentage van 90%. Uit deze verhouding komt een ratio, waar een kwalificatie aan wordt gegeven. Deze is als volgt benoemd in de beleidsnota:
Ratio weerstandsvermogen | Kwalificatie | |
A | ≥ 2,0 | Uitstekend |
B | ≥ 1,4 en < 2,0 | Ruim voldoende |
C | ≥ 1,0 en < 1,4 | Voldoende |
D | ≥ 0,8 en < 1,0 | Matig |
E | ≥ 0,6 en < 0,8 | Onvoldoende |
F | ≤ 0,5 | Ruim onvoldoende |
We moeten minimaal aan kwalificatie A voldoen. Dit is vastgesteld in de beleidsnota. Voor het begrotingsjaar 2019 komt het weerstandsvermogen uit op 6,5
Conclusie: Als gevolg van de vermindering van de vrij beschikbare reserves daalt het weerstandsvermogen aanzienlijk, maar is nog voldoende 'robuust' om eventuele risico's op te vangen.
Opbouw paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement
Om de paragraaf leesbaar te houden, wordt de problematiek slechts in grote lijnen behandeld. Een meer gedetailleerde analyse is terug te vinden in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement. In deze paragraaf wordt een berekening gemaakt van het weerstandsvermogen (onderdeel A), waarbij de weerstandscapaciteit (onderdeel B) opnieuw is bepaald aan de hand van actualiteit en de risico´s (onderdeel C), zoals deze zijn benoemd in de nieuwe nota . Tenslotte de set met verplichte kencijfers (onderdeel D). Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De kengetallen en de beoordeling geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht aan raadsleden over de financiële positie van hun gemeente.
A | Ontwikkeling weerstandsvermogen 2019
Grafisch weergegeven leidt het weerstandsvermogen tot onderstaande opstelling voor het jaar 2019:
WEERSTANDSCAPACITEIT | RISICO'S |
Algemene reserve | Programma 1 |
Reserve Grondexploitatie | Programma 2 |
Post onvoorzien | enz. |
Onbenutte belastingcapaciteit | enz. |
€ 11.483 |
€1.766 |
WEERSTANDSVERMOGEN = BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT / IMPACT RISICO’S BIJ 90% ZEKERHEID |
Weerstandsvermogen 6.5 Passen we deze ratio toe op de tabel, zoals benoemd in de beleidsnota, dan is de kwalificatie: A - (meer dan) uitstekend |
Ontwikkeling
De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is als volgt:
Bedragen x € 1.000 | Rekening 2016 | Nota 2017 |
Rekening 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
Weerstandscapaciteit | 11.945 | 21.623 | 15.451 | 10.091 | 11.483 |
Risico's | 1.646 | 1.506 | 1.581 | 1.580 | 1.766 |
Weerstandsvermogen | 7,3 | 14.3 | 9.8 | 6.4 | 6,5 |
De stijging van het weerstandsvermogen vanaf 2017 vloeit voort door de opname van de reserve grondexploitatie als onderdeel van de weerstandscapaciteit (ruim 9 miljoen). Ook de risico's die met grondexploitatie gepaard gaan zijn hier in opgenomen. De daling vanaf rekening jaar 2017 ontstaat door de verschillende kredieten die ten laste van de algemene reserve gaan. Deze maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
B | Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt bepaald:
Incidentele weerstandscapaciteit | Begroting (x €1.000) |
1 | Algemene reserve | 3.300 |
2 | Reserve zonder bestemming | 1.817 |
3 |Reserve Grondexploitatie |
5.871 |
4 | Post onvoorziene uitgaven | 35 |
Totaal incidentele weerstandscapaciteit | 11.023 |
Structurele weerstandscapaciteit | Begroting (x €1.000) |
5 | Post onvoorziene uitgaven | p.m. |
6 | Onbenutte belastingcapaciteit | 441 |
7| Begrotingsruimte | 19 |
8 | Bezuinigingen | 0 |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 460 |
Totaal bedrag weerstandscapaciteit | 11.483 |
Toelichting
AD 1 | Algemene reserve
De stand van de algemene reserve is aan het eind van het jaar 3,3 miljoen euro.
Dit is conform het vastgestelde beleid zoals vastgesteld in de nota reserves en voorzieningen: per inwoner € 200,-.
AD 2 | Reserve zonder bestemming
De reserve zonder bestemming geeft aan het einde van 2019 een verwacht saldo van € 1.817.000 (zie tabel 1). De daling wordt mede veroorzaakt door het instellen van gebonden reserve afschrijving investeringen openbare ruimte met maatschappelijk nut (als gevolg van wijziging BBV voorschrift).
AD 3 / Reserve Grondexploitatie
De reserve grondexploitatie geeft naar verwachting aan het einde van 2019 een saldo van € 5.871.000 ( zie tabel 2)
AD 4| Post onvoorziene uitgaven
Bij het begin van het begrotingsjaar wordt deze gesteld op € 2,- per inwoner ( totaal € 35.000).
AD 5 | Post onvoorziene uitgaven
Is al verwerkt bij 4, leidt anders tot dubbeltellingen
AD 6 | Onbenutte belastingcapaciteit
Gemeente Staphorst kan haar belastingen verhogen en heffingen kostendekkend maken om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de fictieve opbrengsten bij maximale heffings- en belastingtarieven en de begrote opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit. Gemeente Staphorst kan haar inkomsten structureel met € 441.000 verhogen. De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit staat in tabel 3.
AD 7 | Begrotingsruimte
De begroting 2019 sluit met een positief saldo van € 19.000
AD 8 | Bezuinigingen
Door het positieve saldo van de begroting 2019 hoeven we geen bezuinigingsmaatregelen te nemen.
Tabel 1: | Berekening saldo reserve zonder bestemming (x €1.000) | |
Saldo 01-01-2018 | 5.017 | |
Eenmalige dekking investeringen 2018 | 3.299 | |
Toevoegingen jaar 2018 (rekeningsaldo 2017) |
349 | |
Saldo 31-12-2018 | 2.067 | |
Eenmalige dekking investeringen 2019 | 250 |
|
Toevoegingen 2019 | - |
|
Saldo 31-12-2019 | 1.817 |
Tabel 2: | Berekening saldo reserve grondexploitatie (x €1.000) | |
Saldo 01-01-2018 | 6.098 | |
Onttrekkingen 2018 | 199 |
|
Toevoegingen jaar 2018 | - | |
Saldo 31-12-2018 | 5.901 | |
Onttrekkingen 2019 | 30 |
|
Toevoegingen 2019 | ||
Saldo 31-12-2019 | 5.871 |
Tabel 3: |
Soort belasting (bedragen x € 1.000) | Norm opbrengst |
Opbrengst Staphorst | Onbenutte belastingcapaciteit | |||
|
Waarde (€1.000) | Tarief landelijk |
Tarief Staphorst |
||||
Woonruimte (eigenaar) | 1.494.163 | 0,1000 | 0,0998 | 1.494 | 1.493 | ||
Niet woonruimte (eigenaar) | 466.102 | 0,1569 | 0,1754 | 731 | 817 | ||
Niet woonruimte (gebruiker) | 363.376 | 0,1265 | 0,1409 | 460 | 512 | ||
Totaal OZB | 2.685 | 2.822 | -137 | ||||
Leges Burgerzaken / overig belastingen | 561 | 315 | 246 | ||||
Begrafenisrechten | 390 | 297 | 93 | ||||
Volkshuisv / RO procedures | 900 | 661 | 239 | ||||
Totaal bedrag | 4.536 | 4.095 | 441 |
C | Risicobeheersing
Verhoging AOW leeftijd van 65 naar 67 kan leiden tot extra kosten in verband met vergrijzing/arbeidsongeschiktheid en verminderen productiviteit van medewerkers. Om de risico’s van Gemeente Staphorst in kaart te brengen is een nieuw risicoprofiel opgesteld. Dit profiel maakt onderdeel uit van de opnieuw vastgestelde nota eind 2017 Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Aan de hand van een risicosimulatie kunnen bij een zekerheid van 90% alle risico’s worden afgedekt met een bedrag van € 1.508.810 (benodigde weerstandscapaciteit). Dit is een van de uitgangspunten in de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement. Voor een uitgebreide uitleg van bovenstaande systematiek en de berekening hiervan inclusief het complete overzicht van alle risico’s, verwijzen wij u naar de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing van eind 2017.
Voor deze begroting dient bovenstaande nota als "input". Vervolgens benoemen we hieronder de belangrijkste ontwikkelingen die zijn ontstaan na het vaststellen van de nota. Dit leidt tot onderstaande indeling:
1 | Mutaties geïdentificeerde risico´s in de nota;
2 | Periodiek overleg MT / Risicomanager / benoemen nieuwe risico’s;
3 | Opgenomen risico’s met meeste impact na aanpassing.
Samenvatting:
Risicobedrag/ weerstandscapaciteit na vaststellen rekening 2017: | € 1.580.810 | |
Mutaties geïdentificeerde risico's nota | - € 97.000 | |
Nieuwe risico's | € 282.500 | |
Toename risicobedrag | € 185.500 |
|
Totaal nieuw risicobedrag/ weerstandscapaciteit begroting 2019 | € 1.766.310 |
Dit bedrag wordt opgenomen bij het bepalen van weerstandsvermogen.
1 | Mutaties geïdentificeerde risico’s in de nota
Programma | Risico | Toelichting | Nieuw risico? | Risico-bedrag |
Netto bedrag |
Mogelijke beheersmaatregelen |
8 Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening | Vermindering van inkomsten of verhoging van kosten door een economische crisis: daling bouwleges, rentedaling enz enz. | Dit risico aanpassen met: Andersom is ook mogelijk door aantrekkende economie kan er krapte op de arbeidsmarkt ontstaan, waardoor mogelijke investeringen duurder uitpakken dan voorzien,. Ook bestaat er dan de kans dat men moeilijk aan goed personeel kan komen. In hoeverre dit direct in de begrotingen zal worden opgevangen is niet geheel te overzien. Er wordt wel rekening gehouden met inflatie. In hoeverre deze voldoende is, is niet te voorzien. | van 30% naar 50% | €100.000 | € 20.000 | Geen wijziging in risicobedrag, maar wel in percentage: van 30% naar 50%, door aanpassing omschrijving risico. |
9 Overhead | Het niet voldoende functioneren van personeel wat leidt tot extra kosten. | Er bestaat een risico dat beslissingen niet op tijd worden genomen door capaciteitstekort i.v.m. bezuinigingen op personeel. Te late beslissingen, termijnoverschrijdingen zou kunnen leiden tot extra bezwaar/beroepsschriften. Ook kunnen er mogelijke wachtgeldverplichtingen ontstaan, re-integratietrajecten of schadeclaims door beroepsziekte bij uitvoerend personeel. Ook kan kwantitatief en kwalitatief tekort van personeel leiden tot extra inhuur van externen. Dit leidt tot extra kosten. | 70% | €-150.000 | -€ 105.000 | Gedurende het jaar 2018 is geïnvesteerd in kwantiteit en kwaliteit van personeel voor het jaar 2017 en de toekomst. De personeelslast is dan ook structureel verhoogd. Tevens is bij jaarrekening 2017 een voorziening opgenomen voor wachtgeldverplichtingen van een 2-tal medewerkers. Daardoor kan dit risico verlaagd worden tot € 100.000,- |
9 Overhead | Verhoging AOW leeftijd van 65 naar 67 kan leiden tot extra kosten i.v.m. vergrijzing/ arbeidsongeschiktheid, verminderen productiviteit van medewerkers. | De verhoging van de AOW leeftijd leidt tot lagere periode van pensioenuitkering, maar door de stijging van de levensverwachting wordt dit teniet gedaan. Er is niet gebleken dat het risico van arbeidsongeschiktheid, ziekteverzuim en de improductiviteit van deze groep mensen aanwezig is. Deze groep mensen heeft veelal een hoog arbeidsepos. Daarom dit risico laten vervallen | 30% | -€ 40.000 | -€ 12.000 | Dit risico zal zich niet voordoen, behoeven daarom ook geen beheersmaatregelen te worden getroffen. |
Totaal mutaties bestaande risico's begroting 2019 | -€ 97.000 |
2 | Periodiek overleg tussen MT en risicomanager
Conform de nota Weerstandsvermogen heeft er tussen het MT en de risicomanager een overleg plaatsgevonden over mogelijke risico’s. Naast aanpassing van de bestaande risico's zijn er ook enkele nieuwe risico's gesignaleerd.
Programma | Risico | Toelichting | % |
Risico-bedrag |
Netto bedrag |
Mogelijke beheersmaatregelen |
0: Algemeen Bestuur en Organisatie | De geraamde ruimte in het BCF plafond valt lager uit dan geraamd is bij het opstellen van de begroting | Tot en met 2018 is de ruimte onder het BCF-plafond, meegenomen als onderdeel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Met ingang van 2019 wordt in de circulaires voorafgaand aan het begrotingsjaar geen rekening meer gehouden met bevoorschotting via de algemene uitkering. In de toekomst wordt jaarlijks bij de septembercirculaire van dat jaar een nieuw voorschot gegeven. Dat voorschot wordt vervolgens afgerekend bij de meicirculaire in het volgend jaar. In de begroting wordt wel rekening gehouden met een overschot. Mocht dit een stuk lager uitvallen, dan ontstaat er een tekort. | 50% | € 385.000 | € 192.500 | Het risicobedrag is conform de werkwijze zoals voorgesteld is door de provincie. Er zal altijd wel sprake blijven van ruimte in BCF, echter doordat dit een landelijke regeling is, valt risico niet te beheersen. |
0: Algemeen Bestuur en Organisatie | Het onjuist gebruiken maken van persoonsgegevens/privacygegeven ikv de nieuwe avg kan leiden tot een boete diekan oplopen tot 4% van de omzet | In de gemeente Staphorst is in het voorjaar van 2018 door het college van burgemeester en wethouders een Privacybeleid gemeente Staphorst vastgesteld. In opdracht van de gemeente Staphorst is in 2018 door het Bureau van noordelijke gemeenten in het zogenaamde “Stoplichtenplan” geïnventariseerd welke werkzaamheden en acties moeten worden gedaan om te voldoen aan de AVG. Er zijn 11 urgente acties door het Bureau aangemerkt, waarvan eind augustus 2018 nog maar 1 is uitgevoerd. Het onvoldoende voldoen aan de nieuwe AVG kan leiden tot boetes met maximaal 4% van de omzet. | 30% | € 300.000 | € 90.000 | De kans op een datalek of niet voldoen aan de wetgeving is reëel te noemen, maar in hoeverre de boetes ook daadwerkelijk opgelegd worden is onduidelijk. Daarom beperkte kans. Dit risico valt nauwelijks te beheersen, echter door uitvoering te geven aan de aandachtspunten van bureau van de noordelijke gemeenten kan het risico op een boete aanzienlijk worden verkleind. |
Totaal nieuw benoemde risico's begroting 2019 | €182.500 |
3 | Op genomen risico’s met meeste impact na aanpassing risicoprofiel
Na verwerking van voorgaande mutaties in nieuwe en bestaande risico’s, ontstaat onderstaand overzicht. Hierin presenteren we u de 10 risico’s met de meeste impact, als die zich voordoen. Voor het jaar 2018 komt dit overeen met de grootste risico's zoals opgenomen in de nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.
Nr | Programma | Risico | Kans | Max. financieel gevolg |
1 | 0 | Algemeen bestuur en organisatie | Het verliezen van de grip op of tegenvallende exploitatieresultaten van de verschillende samenwerkingsvormen of gesubsidieerde instellingen ( dienstverlening moet wel op peil blijven) kan leiden tot extra kosten of minder dividend. |
70% | € 300.000 |
2 | 0 | Algemeen bestuur en organisatie | De geraamde ruimte in het BCF plafond valt lager uit dan geraamd is bij het opstellen van de begroting | 50% | € 385.000 |
3 | 0 | Algemeen bestuur en organisatie | Het ontbreken van een stabiel perspectief van de algemene uitkering uit het gemeentefonds kan leiden tot een vermindering van inkomsten | 70% | € 250.000 |
4 | Overig | Grote projecten kunnen leiden tot risico’s die niet afgedekt zijn. | 50% | € 300.000 |
5 | 6 | Sociaal domein | Invoering decentralisaties leidt tot hogere kosten dan begroot. Door het Rijk zijn deze decentralisatie gepaard gegaan met een bezuiniging van 25% | 90% | € 150.000 |
6 | 6 | Sociaal domein | Het ontbreken van een plafond of maximum voor een aantal uitgaven wat leidt tot sterk stijgende uitgaven ( open end regelingen) | 70% | € 150.000 |
7 | 9 | Overhead | De complexiteit van informatievoorziening/beveiliging kan leiden tot hogere kosten dan voorzien | 50% | € 200.000 |
8 | 0 | Algemeen bestuur en organisatie | Politieke beslissingen van het Rijk, die leiden tot lagere inkomsten of hogere afdrachten | 50% | € 200.000 |
9 | 0 | Algemeen bestuur en organisatie | Het onjuist gebruiken maken van persoonsgegevens/privacygegeven i.k.v. de nieuwe AVG kan leiden tot een boete die kan oplopen tot 4% van de omzet | 30% | € 300.000 |
10 | 8 | Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening | Onterecht verleende of ten onrechte geweigerde vergunningen en van rechtswege verleende vergunningen wat leidt tot schadeclaims van derden | 50% | € 150.000 |
Totaal aantal grote risico's |
€ 2.385.000 |
D | Kengetallen financiële positie
Interpretatie van de financiële positie is voor gemeenteraden lastig. Veel gemeenten willen zich daarom onderling vergelijken, maar dat was tot op heden niet mogelijk door het ontbreken van een standaard-definitie of een set van financiële kengetallen. Gezien het stijgende belang van toekomstbestendigheid van gemeenten, een grotere druk op doelmatigheid en een steeds diverser wordende context (ontwikkeling van financiële producten, meer verbonden partijen, meer taken zoals bijvoorbeeld in het sociaal domein, is het belang van inzicht in de financiële positie toegenomen.
Het BBV heeft voorgeschreven dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicomanagement een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen.
Naast het opnemen van de tabel met de basisset moet een beoordeling gegeven worden van de onderlinge verhoudingen van de kengetallen, in relatie tot de financiële positie van onze gemeente.
De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie van de medeoverheid is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Zonder normering zijn de kengetallen moeilijk te duiden. In de nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement is de volgende normering opgenomen. Bij de normering is aansluiting gezocht bij de normering zoals voortgevloeid is uit onder meer de stresstest van 100.000+ gemeenten.
Hierdoor ontstaat onderstaande tabel, waarbij categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
Kengetallen (in procenten) | Categorie | ||
A | B | C | |
Netto schuldquote | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsrisico | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte | Begr+meerj >0% | Begr of mjr >0% | Begr en mjr<0% |
Belastingcapaciteit | <95% | 95-105% | >105% |
Als beleidsuitgangspunt wordt genomen dat getracht wordt alle kencijfers te laten voldoen aan het minst risicovolle profiel is A. |
Signaleringsoverzicht
Bovenstaande kerncijfers en de ontwikkeling ervan in de gemeente Staphorst leidt tot onderstaand signaleringsoverzicht:
Werkelijk | Begroting | ||||||
2016 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
2022 | |
Netto schuldquote | -61 |
-67 | -39 | -38 | -35 | -35 | -36 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | -58 |
-64 | -36 | -36 | -34 | -33 | -34 |
Solvabiliteitsrisico | 88 |
89 | 84 | 87 | 87 | 87 | 87 |
Grondexploitatie | 21 |
17 | 21 | 20 | 17 | 15 | 14 |
Structurele exploitatieruimte | 8 |
1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Belastingcapaciteit | 91 |
91 | 94 | 94 | 95 | 96 | 96 |
Op deze wijze is de ontwikkeling van de kencijfers goed te monitoren en zie je ontwikkeling ook in samenhang met elkaar.
Aan het beleidsuitgangspunt dat alle kencijfers moeten voldoen aan het minst risicovolle profiel wordt voldaan. |
Toelichting:
De netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen (negatief teken is geen schuld) Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Staphorst is één van de weinige gemeenten in Nederland die per saldo geen schuld heeft. Dit zijn er per eind 2016 van de 388 gemeenten 53 (bron Waar staat je gemeente). De afname in 2017 t.o.v. de voorgaande jaren komt door geplande grote investeringen, waar geen rekening is gehouden met mogelijke te ontvangen subsidies.
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de mede overheid in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter in staat om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Het percentage voor de gemeenten per 31 december 2016 loopt van -37% tot 87% (bron Waar staat je gemeente). Vijf gemeenten hadden een negatief solvabiliteitsratio. Van alle gemeenten heeft de gemeente Staphorst de beste solvabiliteitsratio. Vier gemeenten hebben een solvabiliteitsratio van boven de 80% (bron Waar staat je gemeente). De solvabiliteitsratio is voor onze gemeente dan ook bijzonder goed.
Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Deze waarde moet in de komende jaren worden terugverdiend bij de verkoop van de gronden. De stijging in 2015 en 2016 wordt veroorzaakt doordat er in die jaren geïnvesteerd is in met name het industrieterrein Bullingerslag (aankoop gronden en bouwrijp maken) . Ook werd er in 2015 rente bijgeschreven op de boekwaarde, vanaf 2016 niet meer. De daling vanaf 2017 komt door de grondverkopen en lage kosten bouwrijp maken.
Het kengetal structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente of provincie heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn (een sluitende begroting met geen of een klein saldo op onvoorzien).
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente of provincie zich verhoud ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De gemiddelde lastendruk per woning is in onze gemeente iets dan lager het landelijk gemiddelde. We staan op de 108e positie van de 388 gemeenten (bron: Waar staat je gemeente).
Overige kengetallen
In de nieuw vastgestelde financiële verordening 2017 is in artikel 18 opgenomen dat in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement bij de begroting en de jaarstukken, het college, naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (zijn de kencijfers van bovenstaande tabel) in ieder geval opneemt:
- de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner;
- het saldo van de baten en lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves als percentage van de inkomsten;
- de onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting als percentage van de inkomsten.
Dit leidt tot onderstaande tabel:
Indicator | Rek. 2016 |
Rek. 2017 |
Begr. 2018 | Begr. 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 |
Raming 2022 |
Netto schuld per inwoner | -1.062 |
-1.315 |
-682 | -704 | -658 | -654 |
-674 |
Saldo baten lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van de reserves als percentage van de inkomsten | 5.81% | 4.52% |
-10.79% | -5,36% | -4,95% | -3,81% |
-2,45% |
Onbenutte belastingcapaciteit ozb als percentage van de inkomsten | 1.35% | 0.07% |
0.27% |
-0,40% |